5.1 Geluid maken en ontvangen

geluid maken en ontvangen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

geluid maken en ontvangen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt herkennen dat geluid ontstaat bij een geluidsbron.
  • Je kunt herkennen dat geluid zich verplaatst van een geluidsbron via een tussenstof naar een ontvanger.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid bij echo berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de werking van een echolood beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Geluid is...
  • een trilling 
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen.
  • verplaatst zich als een golf

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Geluidsbron
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron.
  • stembanden in je keel
  • snaren van een gitaar
  • conus van een luidspreker
  • de motor van een scooter
  • aanslaan van een stemvork

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals light.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 7 - Quizvraag

Geluid komt uit .....
A
een geluidsbron
B
een lichtbron
C
je oren

Slide 8 - Quizvraag

0

Slide 9 - Video

drukverandering

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe bereikt het geluid jouw oren?
De luchtdruk rondom het voorwerp verandert een klein beetje, waardoor de trillingen zich in alle richtingen bewegen. 

De trillingen bewegen door een tussenstof naar jouw oren. 

Meestal is die tussenstof lucht 

Slide 13 - Tekstslide

Tussenstof
de tussenstof is vaak lucht, maar niet altijd. 

De tussenstof kan ook een vast stof of vloeistof zijn. 

De snelheid van geluid is afhankelijk van de tussenstof
In de lucht is de geluidsnelheid ongeveer 340 m/s

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Vacuüm
D
Vloeistoffen

Slide 16 - Quizvraag

geluid verplaats door.....
A
Muziek
B
elektronen
C
Golven

Slide 17 - Quizvraag

De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 18 - Quizvraag

Geluid horen
De trillingen/geluidsgolven bereiken je oren. 

Je trommelvlies gaat meetrillen met de geluidsgolven.
Je hersenen ontvangen een signaal van zintuigcellen waardoor je geluid 'hoort' 

Slide 19 - Tekstslide

snelheid berekenen
Een voetbalveld is 100 meter lang. Hoelang doet geluid ervoer om naar de andere kant van het veld te reizen?

Slide 20 - Tekstslide

afstand berekenen
Hoelang doet geluid erover om door 2 kilometer ijzer te reizen

Slide 21 - Tekstslide

Geluid maken en ontvangen

Door gebruik van echo's kan een schip de diepte meten
Zo kan de kapitein voorkomen dat hij/zij het schip niet vast vaart
We noemen dit een echolood
Het echolood zendt onder water een geluidpuls uit
Deze weerkaatst tegen de bodem en komt terug
Het echolood meet de tijd en berekent de diepte met de formule: 
s=vt

Slide 22 - Tekstslide

Echolocatie








Echolood zendt geluidspulsen uit. (korte geluiden)

Slide 23 - Tekstslide

Let op!
Als je dus de begrippen"echo, echolood, echoscopie, weerkaatsen, terugkaatsen" leest zal je moeten : door 2!

Slide 24 - Tekstslide

Het echolood van een schip stuurt een geluid naar de zeebodem. De ontvanger meet de echo na 0,2 s.
Bereken hoe diep de zee is op die plaats.

Slide 25 - Open vraag

Na 0,030s hoort de vleermuis de echo. Hoe ver zit deze van de wand?

Slide 26 - Open vraag

De geluidssnelheid in zeewater is 1510 m/s. De sonar vangt een echo op, 0,2 seconde nadat het geluid is weggestuurd.
Bereken de afstand die het geluid in die tijd heeft afgelegd.

Slide 27 - Open vraag

Een microfoon is een ........

A
Geluidsbron
B
Geluidsontvanger

Slide 28 - Quizvraag

geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Geluid kan zich alleen verplaatsten door lucht
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag