1M To be-2

Het werkwoord to BE = zijn
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Het werkwoord to BE = zijn

Slide 1 - Tekstslide

Today 
Grammar: to BE = zijn
Quiz
Review 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik weet welke vormen er zijn van to BE
Ik kan de vormen gebruiken in een zin

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

To be =
A
hebben
B
zijn
C
doen

Slide 6 - Quizvraag

To be:
I...
A
are
B
am
C
is

Slide 7 - Quizvraag

You _____ (to be)hungry
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 8 - Quizvraag

To be:
He...
A
are
B
am
C
is

Slide 9 - Quizvraag

They .... (to be) friends
A
to be
B
are
C
is
D
am

Slide 10 - Quizvraag


To be:
... it going to be a difficult test?
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 11 - Quizvraag

My parents (to be) annoying
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 12 - Quizvraag

The weather.... (to be)nice today
A
is
B
are
C
be

Slide 13 - Quizvraag

To be:
They...
A
is
B
are
C
am

Slide 14 - Quizvraag

(to be)
He ..... my brother.
A
am
B
are
C
is

Slide 15 - Quizvraag

(to be)
Where ..... I?
A
am
B
are
C
is

Slide 16 - Quizvraag

(to be)
Derrek and Sheila ..... at work.
A
am
B
are
C
is

Slide 17 - Quizvraag

(to be)
..... you at home tonight?
A
Am
B
Are
C
Is

Slide 18 - Quizvraag


Jack ... (to be) 15 years old
A
Am
B
Are
C
Is
D
Lives

Slide 19 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
They ..... in the house.
A
'm not
B
're not
C
's not

Slide 20 - Quizvraag


Susan and Tim .... (to be) friends.
A
am
B
are
C
is

Slide 21 - Quizvraag

To be + not
My sister …………………… always with me.
A
aren't
B
isn't
C
am not

Slide 22 - Quizvraag

I ( to be + not) at grandma's at the moment
A
are not
B
is not
C
am not

Slide 23 - Quizvraag

Write sentences with: am

Slide 24 - Open vraag

write sentences with: are

Slide 25 - Open vraag

Write sentences with: is

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Vul de juiste ontkennende vormen van to be in:

It _______________ my book.
A
am not
B
are not / aren't
C
is not / isn't

Slide 28 - Quizvraag

Maak een zin met not die begint met -I-

Slide 29 - Open vraag