Blok 3 Germanen, Vikingen en monniken

Blok 3 
Germanen, Vikingen en monniken


timer
12:00
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Blok 3 
Germanen, Vikingen en monniken


timer
12:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Samenvattingsopdracht
Samenvatten blok 2
Blooket - Game 
Blok 3 Germanen, Vikingen en monniken


Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Waren de Vikingen rovers of handelaren? Leg uit waarom? Is je mening veranderd?

Slide 4 - Open vraag

De oudste zoon erfde het grootste stuk land, de anderen kinderen kregen ook een klein stukje land.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

De vikingen waren van oorsprong
A
boer
B
indianen
C
ridders
D
rendierjagers

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Link

Les 2

Slide 8 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling quizlet
  • Voorkennis
  • Lessonup
  • Aan de slag
  • Blooket 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe edelen hun grondgebied organiseerden en bestuurden, en hoe het leven van de boeren er uit zag.

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van ridders?

Slide 12 - Woordweb

Hofstelsel (1)
  • Een dorp met landbouwgrond heette een domein

  • De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.

  • Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp

Slide 13 - Tekstslide

Hofstelsel (2)
  • In het hofstelsel was het domein in twee stukken verdeeld.

  • Het ene deel van de grond was verpacht (verhuurd) aan horige boeren voor eigen opbrengst. Zij moesten een deel van opbrengst als pacht (belasting) betalen)

  • De opbrengst van het andere deel was volledig van de heer.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat we bedoelen met een horige boer.

Slide 15 - Open vraag

Veel plichten,
weinig rechten

  • Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
  • De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
  • Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjeste doen.
  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
  • Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.

Slide 16 - Tekstslide

Noem een plicht van de boeren

Slide 17 - Open vraag


Ridders en kastelen

  • Ridders waren strijders te paard die vochten voor een heer
  • In ruil daarvoor kreeg hij een paard, de wapenuitrusting en een kasteel
  • In naam van de heer sprak hij soms ook recht in zijn gebied.
  • Ridders woonden in kastelen, maar dat waren in het begin vaak houten boerderijen, die pas later van steen werden.
  • De meeste kastelen die er nu nog staan zijn van na het jaar 1000

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide


Het drieslagstelsel

  • Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
  • Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken, 
  • waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak). 

  • Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.

Slide 20 - Tekstslide

Braak
🐄
Zomergraan
🏖
Hoe werkt het drieslagstelsel?
Jaar 1 
Jaar 2 
Jaar 3 
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖

Slide 21 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit hoe het drieslagstelsel werkt.

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag
Lezen de leerteksten 
MAKEN: Opdrachten 9, 10, 11, 12, 14, 15, 16, 17 en 18 (blz. 60 t/m 66)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Les 3

Slide 25 - Tekstslide

Programma
Vorige les
Vikingen
Video
Aan de slag
Terugblik


Slide 26 - Tekstslide

Wat is een Horige?
A
Ridder
B
Poortwachter
C
boeren met verplichtingen aan de Romeinen
D
Boeren met verplichtingen aan de heer.

Slide 27 - Quizvraag

Noem een plicht van de boeren

Slide 28 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit hoe het drieslagstelsel werkt.

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Hoe zag een viking eruit? Sleep het plaatje naar het juiste vak,
Verzonnen / niet waar 
Feit / waar

Slide 31 - Sleepvraag

Wat weet je al over Vikingen?

Slide 32 - Woordweb

Slide 33 - Video

Uit welk gebied kwamen de Vikingen van oorsprong?
A
Noord-Amerika
B
West- Rusland
C
Scandinavië
D
Oost-Azië

Slide 34 - Quizvraag

Waarom gingen de Vikingen op plunder/rooftochten?

Slide 35 - Open vraag

De Vikingen werden ook wel ontdekkingsreizigers genoemd. Leg uit waarom.

Slide 36 - Open vraag

Vikingen
  1. Wat was het voordeel om de oudste van het gezin te zijn?
  2. Waarom waren de schepen van de Vikingen zo bijzonder?
  3. Waarom gingen de Vikingen op reis? 
  4. Welke landen ontdekten de Vikingen?
  5. Wat was er bijzonder aan het geloof van de Vikingen?
  6. Zou je graag als Viking hebben geleefd? Ja of nee en waarom? 
Vul het stencil in tijdens het kijken van de video

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen de leerteksten 
MAKEN: Opdrachten 19, 20, 22,   (blz. 66 t/m 68

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

Einde les

Slide 40 - Tekstslide

Germanen aan de macht
  • Romeinen eeuwen lang de baas in Europa. 
  • 4e eeuw: klimaat kouder. Azië leven zwaar, minder voedsel en drinkwater.
  • Hunnen: (volk uit Azië) trokken naar het westen op zoek naar eten.
  • Hunnen verjagen in noordgrens Romeinse rijk de stammen van de Germanen.

Slide 41 - Tekstslide

Germanen op de vlucht?
  • Germanen vluchtten over de Limes, het Romeinse rijk in. 
  • Germanen vochten daar ook tegen de Romeinen en bezette stukken land om te wonen.
  • Plunderen van o.a. stad Rome.
  • 500 n. chr. Einde aan West-Romeinse rijk door overvallen Germanen.
  • Machtsovername. Oude rijk van Romeinen raakte in verval.

Slide 42 - Tekstslide

Leven en werken op een landgoed
  • Bijna iedereen werkte in het tijdvak van de Monniken en Ridders als boer. Ongeveer 90%.

  • Boeren werkte op het landgoed van een rijke edelman of heer.  --> Werken op akker, in ruil voor bescherming.
  • Deel opbrengst akker: voor boer en edelman/heer.
  • Herendiensten: klussen uitvoeren voor de heer.

Slide 43 - Tekstslide

Horigen
-Boeren die in ruil voor onderdak en bescherming + de herendiensten op het land van de rijke heer moesten werken.
-Ze hoorde bij het landgoed en mochten het niet verlaten zonder toestemming van de heer.

Slide 44 - Tekstslide

Het leven van een horige boer
  • De boerenfamilies groeiden op bij de rijke edelman. 
  • Ze bleven er werken en gingen er nooit weg. Veel van de wereld zagen ze niet.
  • Ze woonden vlak bij het kasteel van de rijke heer. 

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

De boeren moesten werken op het land van de edelman. Maar wat gaf de edelman terug aan boeren?

Slide 47 - Open vraag

Wat weet je nog over Germanen?

Slide 48 - Woordweb

Macht van de kerk
  • 392: Christendom enige godsdienst in Romeinse rijk.
  • Paus leider v/d kerk.
  • Kerk veel macht: land, geld en kostbaarheden.
  • Gedachte mens: naar de Hemel als je goed bent voor de kerk.

Slide 49 - Tekstslide

Macht van de kerk
  • Boeren moesten ook geld/opbrengst (10de deel) aan de kerk geven.
  • Huur voor grond als je niet op een landgoed van een edelman leefde.
  • Geestelijken: Lezen/schrijven/bidden.

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Video

Vikingen vallen aan
Rond het jaar 800 gaan Scandinavische boeren opzoek naar nieuw land.

Europa is zwak:
- Geen bescherming van Romeins groot leger.
- Europa is verdeelt in kleine gebieden waar niemand de baas is.


Slide 52 - Tekstslide

De Vikingen vallen aan
Steeds vaker overvielen Vikingen in kleine groepen boerderijen, kloosters en dorpen langs de kust aan.

Jaar 910:
Franse koning geeft in ruil voor bescherming Vikinghoofdman Rollo (Noormannen) een stuk gebied: Normandië.

Slide 53 - Tekstslide