Juliana (1909-2004) volgt in 1948 haar moeder Wilhelmina op als koningin. Juliana wil dicht bij het volk staan. Als er iets ergs gebeurt (Watersnoodramp, 1953), dan gaat zij erheen om mensen te troosten.
Juliana vindt het moeilijk dat ze als koningin niet alles kan zeggen en doen, en voelt zich daardoor soms in haar vrijheid beperkt.