De wereld van Homeros

De wereld van Homeros
1 / 129
volgende
Slide 1: Tekstslide
Latijn en GrieksSecundair onderwijs

In deze les zitten 129 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

De wereld van Homeros

Slide 1 - Tekstslide

inhoudsopgave
→ Schliemann en Troje
→ Schliemann en Mykene
→ Welke wereld beschrijft Homeros?
→ Mykeense beschaving en archeologie
→ En opnieuw was daar Troje
→ Het einde

Slide 2 - Tekstslide

 Troje spreekt tot 
 de verbeelding

Slide 3 - Tekstslide

Troje 
spreekt 
tot 
de verbeelding

Slide 4 - Tekstslide

→ exacte situering?
→ historiciteit van de epen?

Slide 5 - Tekstslide

ligging?

Slide 6 - Tekstslide

I. Schliemann en Troje
Wat weten jullie over 'de man' Schliemann?

Slide 7 - Open vraag

Wat heeft deze gravure te maken met Schliemann en Troje?

Slide 8 - Open vraag

4

Slide 9 - Video

05:35
Welke twee "romantische" redenen liggen aan de grondslag voor Schliemanns liefde voor het homerische Troje?
A
een kinderencyclopedie en een verliefdheid
B
een kinderboek en de welluidendheid van Grieks
C
een kinderencyclopedie en een vriendschap
D
een kinderboek en studieboek Grieks

Slide 10 - Quizvraag

06:04

Slide 11 - Tekstslide

06:04
Waarom heeft deze plant zo'n grote handelswaarde, volgens jullie?

Slide 12 - Woordweb

06:38
Tekst
Tekst
Nederland
California
Krim
Parijs
salpeter
onroerend
goed

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Iliou melathron

Slide 15 - Tekstslide

Iliou melathron

Slide 16 - Tekstslide

Mausoleum

Slide 17 - Tekstslide

Mausoleum

Slide 18 - Tekstslide

Opgravingen op de Turkse site in Hissarlik

Slide 19 - Tekstslide

4

Slide 20 - Video

00:42-00:45
Frank Calvert
Engels amateurarcheoloog, die als eerste opgravingen deed in Hissarlik .

Slide 21 - Tekstslide

01:14
Waarom maakte Schliemann zo'n gigantische, vernietigende sleuf?

Slide 22 - Open vraag

02:28
Waarom vreest Schliemann dat Troje toch niet op de Hissarlik te vinden is?
A
Hij moet veel te diep graven.
B
Hij vindt niets.
C
Het aardewerk is te primitief voor wat Homeros beschrijft.
D
Hij vindt geen zilver en goud.

Slide 23 - Quizvraag

03:21
Welk argument doet Schliemann besluiten dat de stad die hij vond tóch Troje is?
A
Ze is vernietigd door een oorlog.
B
Hij vond deze keer wel goud en zilver.
C
Ze heeft de juiste afmetingen.

Slide 24 - Quizvraag

Priamus' schat

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

II. Schliemann en Mykene


→ 1875
→ op zoek naar Agamemnon
→ Bron: Pausanias

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Schliemanns vondsten
→  cyclopische muren
→  leeuwinnenpoort
→  grafcirkel A

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

1

Slide 35 - Video

19:07
Wat symboliseert de minoïsche zuil tussen de leeuwinnen (waarschijnlijk)?
A
het koningshuis
B
de Myceense heerschappij
C
een belangrijke godin
D
de matriarchale samenleving

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

III. Welke wereld beschrijft Homeros?

Volgens Schliemann:
de Homerische maatschappij = de Mykeense maatschappij

Slide 44 - Tekstslide

Homeros

eenvoudige wereld

crematie

alle Grieken o.l.v. Agamemnon


ontstaan uit orale traditie

Mykeners

stricte hiërarchie

inhumatie

zeer onafhankelijke staten zonder centraal bestuur

wel Mykeense kern

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

IV. De Mykeense beschaving en archeologie

Slide 47 - Tekstslide

Wat kunnen jullie vertellen over de term "lineair B"?

Slide 48 - Woordweb

ontcijfering lineair B
→ de geschiedenis van de Grieken vangt veel vroeger aan dan tot dan toe werd aangenomen. 
→ 776 v. Chr. → 1600 v. Chr.
= eerste Olympiade → begin Mykeense beschaving


Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

8

Slide 51 - Video

Slide 52 - Tekstslide

01:18-01:21
Arthur Evans

Slide 53 - Tekstslide

01:42-01:45
Chadwick en Ventris
(o.b.v. Cooper):
Lineair B = Grieks

Slide 54 - Tekstslide

02:01-02:03
syllabische tekens

Slide 55 - Tekstslide

02:03-02:04
ideografische tekens

Slide 56 - Tekstslide

02:22
Noem (één per één met een enter) zo veel mogelijk vindplaatsen van bronnen in lineair B

Slide 57 - Woordweb

02:42
Welke twee kenmerken zijn van toepassing op de bewaarde teksten in linear B.
A
fragmentarisch en syllabisch
B
fragmentarisch en niet bedoeld om bewaard te blijven
C
fragmentarisch en verkoold
D
fragmentarisch en ideografisch

Slide 58 - Quizvraag

03:33
rechthoekige schriftdrager
palmbladvormige schriftdrager
zegel
handels-overeen-komst
wijgeschenk
vervoer 
van goederen
inventaris van wapens
simpele transacties
persoonlijke administratie

Slide 59 - Sleepvraag

05:42
Wat zijn de vier pijlers van de Myceense economie (zoals men kan afleiden uit de lineair B-tabletten)?

Slide 60 - Woordweb

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Tekstslide

Wat zou Kober hebben afgeleid uit deze vondst?

Slide 63 - Woordweb

Slide 64 - Tekstslide

Vul aan:
.... me li [pot] 1
.... po ti ni jq me li [pot] 1

Slide 65 - Woordweb

Slide 66 - Tekstslide

Slide 67 - Tekstslide

Slide 68 - Tekstslide

Slide 69 - Tekstslide

Slide 70 - Tekstslide

Slide 71 - Tekstslide

Slide 72 - Tekstslide

Het paleis van Nestor in Pylos
opgegraven door Blegen

Slide 73 - Tekstslide

Slide 74 - Tekstslide

2

Slide 75 - Video

01:47-01:49

megaron van de koningin

badkuip

Slide 76 - Tekstslide

02:14-02:16
Tholosgraf

Slide 77 - Tekstslide

1

Slide 78 - Video

00:11

Slide 79 - Tekstslide

Het tholosgraf
voorbeeld: graf van Atreus in Mycene

Slide 80 - Tekstslide

Slide 81 - Video

Dit was een tholosgraf. Ken je de andere grafvorm nog die de Myceners gebruikten?

Slide 82 - Open vraag

Slide 83 - Tekstslide

Tiryns
De derde belangrijkste Myceense burcht

Slide 84 - Tekstslide

Tiryns
Mycene

Slide 85 - Tekstslide

Slide 86 - Tekstslide

cisterne Tiryns
cisterne Mycene

Slide 87 - Tekstslide

eenvormige Myceense cultuur
→ burcht van Tiryns ≈ burcht van Mycene
→ grondplan van Tiryns ≈ grondplan van Pylos
→ cisterne van Tiryns ≈ cisterne van Mycene

Slide 88 - Tekstslide

Andere kunstvormen

Slide 89 - Tekstslide

Vaphio - bekers

Slide 90 - Tekstslide

Vaphio-bekers

Slide 91 - Tekstslide

Dendra

Slide 92 - Tekstslide

Slide 93 - Tekstslide

Slide 94 - Tekstslide

Φ- en Ψ-
beelden 

Slide 95 - Tekstslide

Slide 96 - Tekstslide

Slide 97 - Tekstslide

Myceense vazen

Slide 98 - Tekstslide

Slide 99 - Tekstslide

Slide 100 - Tekstslide

Marinestijl

Slide 101 - Tekstslide

Slide 102 - Tekstslide

Slide 103 - Tekstslide

Mycene          Kreta             Cyprus

Slide 104 - Tekstslide

V. En opnieuw was daar Troje

Slide 105 - Tekstslide

Slide 106 - Tekstslide

Korfmann

Slide 107 - Tekstslide

Pernicka

Slide 108 - Tekstslide

De Troia-controverse

Slide 109 - Tekstslide

Korfmann over Troia VI

Slide 110 - Tekstslide

Slide 111 - Tekstslide

Slide 112 - Tekstslide

Slide 113 - Tekstslide

Slide 114 - Tekstslide

conclusies Korfmann
1. Troje = een stad met burcht en grote voorstad
2. Troje = een handelsmetropool

1. o.b.v. archeologie
2. ???

Slide 115 - Tekstslide

Als Troje een handelsmetropool was

1.  dan wordt ze elders vermeld
2.  dan was er handel

Slide 116 - Tekstslide

1. Vermelding bij de Hittieten?

Slide 117 - Tekstslide

Slide 118 - Tekstslide

Slide 119 - Tekstslide

2. handel
→  Scheepswrak van Uluburun

Slide 120 - Tekstslide

Slide 121 - Tekstslide

Slide 122 - Tekstslide

3

Slide 123 - Video

01:02
Waarom is de vondst van het wrak zo uniek?
A
Het is heel goed bewaard.
B
Het is het enig bewaarde wrak in die regio.
C
Het heeft de vracht van het wrak perfect geïnventariseerd.
D
Het had een unieke lengte en laadruimte.

Slide 124 - Quizvraag

01:10

Slide 125 - Tekstslide

01:28
Noem (één per één met een enter) zo veel mogelijk exotische producten die op het schip vervoerd werden.

Slide 126 - Woordweb

Slide 127 - Video

Slide 128 - Video

VI. Het einde
Bronze age collapse: rond 1200 v. Chr.
→ grote paleisbranden
→ definitieve verwoesting
Oorzaak?
→ natuurramp, interne machtsstrijd, invallende volkeren?

Slide 129 - Tekstslide