Hoofdstuk 4 Steden en Staten

Hoofdstuk 4 Steden en Staten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Steden en Staten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van de tijd van Steden en Staten?
A
In deze tijd werden de Kruistochten ondernomen om het christendom buiten Europa te verspreiden.
B
In deze tijd groeide de bevolking, mede door verbeterde landbouwtechnieken.
C
In deze tijd streefden vorsten naar uitbreiding van hun macht door te centraliseren.
D
In deze tijd begonnen missionarissen het christendom in Europa te verspreiden.

Slide 2 - Quizvraag

Tijd van Steden en Staten
4.1 Opbloei en de macht van de stad
KA De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarische-urbane samenleving
KA De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. 
4.2 Staten ontstaan
KA Het begin van staatsvorming en centralisatie
4.3 De paus en de kruistochten
KA Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. 
KA de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ontstaan steden?
Zet de zinnen in de juiste volgorde.
Er ontstaan steden.
De landbouw wordt verbeterd.
Er blijft voedsel over
Handelaren gaan wonen bij de markt.
Deze worden verkocht op de markt

Slide 4 - Sleepvraag

De Middeleeuwse stad
We kijken naar een video over de middeleeuwse stad.

Maak aantekeningen over:
- oorzaken ontstaan steden
- economie van de stad
- bestuur van de stad (politiek)
- Welke bevolkingsgroepen er in de middeleeuwen ontstaan.

Slide 5 - Tekstslide

Bestuur middeleeuwse stad
  • Elke stad heeft zijn eigen stadsbestuur 

  • Het stadsbestuur bestond uit Schepenen en Schouten


  • Schouten              
  • Schepenen                                                     
  • Rijke burgers
  • Kooplieden/Gildemensen
  • Het vonnis werd uitgesproken
  •  Haalde belasting op
  • Zorgde voor veiligheid
  • Door de heer benoemd
  • Voorzichter van de rechtbank 
Do
  • Gekozen leden door de rechtbank 

Slide 6 - Tekstslide

Welke bevolkingsgroep ontstaat en krijgt steeds meer macht in de late middeleeuwen.
A
geestelijken/missionarissen
B
koning en adel
C
stedelijke burgerij
D
horigen

Slide 7 - Quizvraag

Oefenen
Maak de volgende opdrachten bij hoofdstuk 4
4.1: Opdracht 1, 5, 6

Slide 8 - Tekstslide

4.2 Staatsvorming en centralisatie
Paragraaf 4.2 gaat over 3 landen; Engeland, Frankrijk en Duitsland. 
Maak met behulp van de tekst een tabel waarin je de volgende vragen behandeld: 
1. Op welke manier probeert de koning staatsvorming toe te passen?
2. Hoe verloopt de staatvorming in dit land?
3. Is de staatsvorming succesvol?

Slide 9 - Tekstslide

Land/vraag
1 Hoe?
2 Verloop?
3 Succes?
Engeland
Frankrijk
Duitsland
Klaar: maak dan de vragen bij deze paragraaf. 
4.1: Opdracht 1, 5, 6
4.2: Opdracht 1, 2, 7

Slide 10 - Tekstslide

4.3 De paus en de kruistochten
1. Kerk binnen Europa - wie heeft de macht? (koning of paus)
Investituurstrijd - rollenspel
2. Kerk buiten Europa - kruistochten

Slide 11 - Tekstslide

Juist
Onjuist
Door op te roepen tot de kruistochten presenteerde de paus zich als leider van de christelijke wereld.
Kruisvaarders geloofden dat ze een heilige oorlog voerden waarmee ze hun ziel redden.
Een oorzaak van de kruistochten was de uitbreiding van de handel tussen Europa en het Midden-Oosten.
De kruistochten waren onderdeel van een algemene expansie van christelijk Europa.

Slide 12 - Sleepvraag

 De eerste kruistocht heeft veel oorzaken en veel gevolgen. Zet de oorzaken en de gevolgen bij elkaar.
Oorzaak
Gevolg
Er was nieuwe kennis over wetenschap. 
Pelgrims mochten niet meer naar Jeruzalem.
De paus vertelde dat moslims het Heilig Land onteerden. 
Jeruzalem werd veroverd.
Er was handel tussen de moslims en christenen.

Slide 13 - Sleepvraag

Oefenen
4.1: Opdracht 1, 5, 6
4.2: Opdracht 1, 2, 7
4.3: Opdracht 4, 5, 10

Slide 14 - Tekstslide