4.3 Bevolking en Ruimte

Paragraaf 4.3
Bevolking in Duitsland
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4.3
Bevolking in Duitsland

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Paragraaf 4.2 over de Duitse economie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Paragraaf 4.3 over de bevolking van Duitsland:

- De bevolkingssamenstelling
- Regionale verschillen tussen bevolking
- Regionale ongelijkheid


Slide 3 - Tekstslide

Bevolking
In Duitsland wonen ongeveer 82 miljoen mensen. Sinds een aantal jaren neemt de bevolkingsgroei in Duitsland af. We spreken van een demografische krimp.

Slide 4 - Tekstslide

Noem een reden waarom de bevolking van een land niet langer groeit?

Slide 5 - Open vraag

Bevolking
Niet alleen neemt de bevolking af. Ook de samenstelling hiervan verandert. Twee ontwikkelingen:

1. De groep ouderen neemt toe, ten opzichte van de jongeren (vergrijzing).
2. Naast dat de groep ouderen toeneemt, neemt de groep met jongeren ook nog eens af (ontgroening).
Bevolking

Slide 6 - Tekstslide

Regionale bevolkinsverschillen
In sommige Duitse regio's neemt de bevolking af, in andere is er juist  een toename. Dit heeft in beide gevallen voornamelijk te maken met migratie (verhuizen van een plek naar een andere).

Er zijn drie gebieden waaruit veel mensen wegtrekken (migreren). De gebieden hebben een vertrekoverschot. Dat wil zeggen dat er meer mensen vertrekken, dan er bijkomen.

Slide 7 - Tekstslide

Vertrekgebieden
1. Oost-Duitsland. Na de val van de muur gingen veel bedrijven failliet in Oost-Duitsland. Veel mensen trokken naar het westen.
2. Oude industriegebieden. Minder werk door het sluiten van mijnen en fabrieken.
3. Landelijke gebieden. Mensen trekken weg doordat er minder banen zijn in de landbouw.

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Lees even voor jezelf de kopjes 'Bevolking' en 'Regionale bevolkingsverschillen' in je tekstboek p. 60

Maken: 4, 5 en 6 in je werkboek p. 68

Slide 9 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid
Er ontstaan verschillen tussen vertrek- en vestigingsgebieden.

1. In gebieden met een vertrekoverschot neemt de vergrijzing snel toe. 
2. Gebieden met  een bevolkingstoename hebben een vestigingsoverschot. Doordat veel jonge mensen zich in deze gebieden vestigen, wordt de vergrijzing tegen gegaan.Ook gaan de huisprijzen omhoog.

Slide 10 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid
Ook ontstaan er verschillen in welvaart tussen verschillende gebieden. 

Regionale ongelijkheid kan ook juist weer voordelen bieden. Bijvoorbeeld: een groot huis op het platteland (in een vertrekgebied) met een mooie tuin kan opeens heel betaalbaar worden.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen tekstboek kopje 'Regionale ongelijkheid' p.60
+ maken in je WB opdracht: 7, 9, 10 en 12

Slide 12 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?

Slide 13 - Open vraag

Is er nog iets anders dat je kwijt wilt?

Slide 14 - Open vraag

Dit was week 16

Slide 15 - Tekstslide