Weet wat je eet nabespreking

Weet wat je eet nabespreking
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Weet wat je eet nabespreking

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen?
A
Er is geen verschil
B
Een voedingsmiddel bestaat uit 1 of meerdere voedingstoffen
C
Een voedingstof bestaat uit 1 of meerdere voedingsmiddelen
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben dranken een apart vak bij de schijf van 5?
A
Omdat vocht van levensbelang is
B
Er staan alleen dranken zonder calorieën in het vak
C
Je verliest water onder andere door te plassen en te zweten.
D
A, B en C zijn juist

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van gezonde dorstlessers

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heb je vet nodig?
A
Vet geeft het lichaam energie, net als koolhydraten.
B
Je lichaam slaat vet op in vetweefsel. Het vetweefsel is een soort stootkussentje. Als je valt of je stoot, beschermt Het vetweefsel beschermt je organen, zoals je lever en nieren. Ook beschermt vetweefsel je tegen kou.
C
Vet heb je nodig om bepaalde vitamines op te nemen.
D
A, B en C zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

- Vet is nodig als bouwsteen voor je cellen. - Ze beschermen je cellen tegen ongewenste indringers.
- Je lichaam gebruikt vet om bepaalde processen te regelen. Je hebt vet bijvoorbeeld nodig om je bloeddruk te regelen. 
Wat is het verschil tussen verzadigde en onverzadigde vetten?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heb je energie nodig?
A
Te leven: ademen, hartslag, verteren van voedsel
B
Te groeien
C
Te bewegen
D
A, B en C zijn juist?

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstoffen leveren energie?
A
Eiwitten Vetten
B
Koolhydraten
C
Koolhydraten Eiwitten Vetten
D
A en B zijn onjuist. C is juist?

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft iedereen evenveel energie nodig?

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel energie iemand elke dag nodig heeft, hangt af van:
Leeftijd: kinderen tot en met 13 jaar hebben wat minder energie nodig dan volwassenen. Dat komt omdat ze kleiner zijn. In de pubertijd hebben ze juist meer energie nodig dan volwassenen. Dat komt omdat het lichaam dan veel energie nodig heeft om te groeien.
Of je man of vrouw bent: mannen hebben meer energie nodig dan vrouwen. Dat komt omdat mannen meer spieren hebben en omdat ze vaak langer zijn.
Hoe zwaar je bent: hoe meer je weegt, hoe meer energie je lichaam nodig heeft. Het kost bijvoorbeeld meer energie om een groter lichaam in beweging te krijgen en warm te houden dan een kleiner lichaam.
Hoeveel je elke dag beweegt: hoe meer je beweegt, hoe meer energie je lichaam verbruikt.
 
Waarom is het belangrijk om te variëren met groente en fruit?
A
In elke groente- en fruitsoort bevat weer andere voedingsstoffen die belangrijk zijn. Daarom is variatie heel belangrijk.
B
Je kunt niet je groente vervangen voor fruit of je fruit voor groente.
C
In elke groente- en fruitsoort zitten vezels, vitamines, mineralen en andere voedingsstoffen.
D
A, B en C zijn correct

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De volgende producten met koolhydraten staan niet in de Schijf van Vijf. Ze zijn ongezond omdat ze het risico op overgewicht en diabetes type 2 (suikerziekte) verhogen
A
Frisdranken Vruchtensappen
B
Koek en snoep
C
A is juist, B is onjuist
D
Beide antwoorden zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is onzichtbaar vet? Kunnen jullie voorbeelden geven van voedingsmiddelen waar onzichtbaar vet in zit?
A
Bijna onzichtbaar vet zit bijvoorbeeld in koekjes, taart, chocola en zoutjes.
B
Het vervelende van verborgen vet, is dat het meestal gaat om verzadigd, en dus minder gezond vet.
C
A en B zijn juist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak per dag mag je iets eten of drinken?

Slide 15 - Open vraag

Voor je gebit is het goed om maximaal 7 keer iets te eten of drinken per dag. Naast de 3 hoofdmaaltijden ontbijt, lunch en avondeten kan je dus maximaal 4 keer nog iets eten of drinken. Bij drinken telt water en thee zonder suiker niet mee. Bij alle eetmomenten kies je bij voorkeur uit de Schijf van Vijf. Daarnaast is nog plaats voor 3-5 keer per dag iets kleins buiten de Schijf van Vijf en maximaal 3 keer per week iets groters.


A

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen THT-datum en TGT-datum?

Slide 17 - Open vraag

De THT-datum (ten minste houdbaar tot) is een houdbaarheidsdatum die staat op voedingsmiddelen die niet snel bederven. Na de THT-datum kan de smaak, geur of kleur van het meel iets minder zijn. Maar je kunt het vaak nog prima eten zonder dat je er ziek van wordt.
De TGT-datum (te gebruiken tot) is een houdbaarheidsdatum die staat op voedingsmiddelen die heel snel bederven. Na de TGT-datum moet je de producten weggooien, anders kun je ziek worden.
 
Hoe kun je een voedselinfectie voorkomen?

Slide 18 - Open vraag

Let op de houdbaarheidsdatum.
Was je handen. De hele dag door kom je met bacteriën en virussen in aanraking. Via je handen kunnen ziekmakende soorten op je eten terechtkomen.
Was groente en fruit. Op rauwe groente en fruit kunnen ook ziekmakende bacteriën zitten. Door goed te wassen verwijder je vuil en stof en eventueel aanwezige ziekmakende bacteriën.
Verhit warm eten goed. In vlees, kip, vis, schaal- en schelpdieren en eieren kunnen ziekmakende bacteriën zitten. Deze bacteriën gaan dood als je het eten heet maakt.
Houd rauw en gaar uit elkaar. Snijd niet op een snijplank eerst je rauwe kipfilet en dan groente voor in je salade. Maar gebruik 2 aparte snijplanken. Leg gaar vlees na het bakken niet terug op de snijplank waarop je het rauwe vlees hebt gesneden.
Koel bederfelijk eten goed. Bacteriën en schimmels kunnen slecht tegen kou. Daarom zijn de koelkast en vriezer goede bewaarplekken. Vooral voor voedingsmiddelen die snel bederven, zoals vlees en melk. De koelkast moet op 4°C staan.

Tot slot 
- Er komt veel kijken bij het het maken van gezonde keuzes en aanzien van je voeding. 
- Het gaat ook over je leefstijl: voldoende beweging en nachtrust. 
- Eetgewoontes raken ingeslepen. Veranderen kun je ook met kleine stappen doen. Kijk naar het volgende filmpje. Doe jij dit ook weleens? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies