4.1 Rivieren

H4 Wateroverlast
Paragraaf 1: rivieren
Nodig: schrift, paragraaf 4.1 en LessonUp
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H4 Wateroverlast
Paragraaf 1: rivieren
Nodig: schrift, paragraaf 4.1 en LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

 Rivieren: natuurlijk systeem en invloed van de mens






Par. 3: Rivieren: invloed van de mens

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
  • Hoe kun je een rivier indelen in lengte- en dwarsprofiel?
  • Welke rivierkenmerken hebben de Maas en Rijn?
  • Op welke manieren heeft de mens ingegrepen in het stroomgebied van onze grote rivieren en wat heeft dit voor onbedoelde en bedoelde gevolgen?
  • Je kunt de dikgedrukte trefwoorden uitleggen en met elkaar in verband brengen.

Slide 3 - Tekstslide

Stroomgebied= gebied dat afwatert op de rivier
Vul bij de volgende sleepvraag het stroomgebied met trefwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Maas
Rijn
Waterscheiding
Middenloop
Benedenloop
Bovenloop
Gemengde rivier
Regenrivier

Slide 5 - Sleepvraag

Geef een definitie van de begrippen:
Waterscheiding en stroomstelsel

Slide 6 - Open vraag

Noem de drie soorten rivieren

Slide 7 - Woordweb

Welk begrip hoort bij de volgende definitie:

de hoeveelheid water die een rivier afvoert gemeten in m3/s
A
Regiem
B
Debiet

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kun je in het regiem zien wat voor soort rivieren (gletsjer, regen, gemengd) dit zijn?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kun je zien wat voor soort rivieren dit zijn?
  • Shannon is een regenrivier omdat hij laag staat in de zomer door de hoge verdamping.
  • Rijn is een gemengde rivier omdat het regiem vrij gelijkmatig is.
  • Glomma is een smeltwaterrivier omdat er in de vroege zomer veel smeltwater wordt afgevoerd.

Slide 10 - Tekstslide

Lengteprofiel: Verwering en erosie 

Slide 11 - Tekstslide

Loop:

Verwering:

Erosie

Hoge stroomsnelheid
Lage stroomsnelheid
Gemiddelde stroomsnelheid
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Verticaal
Horizontaal
Veel
Weinig
Tussenvorm

Slide 12 - Sleepvraag

Stroomstelsel
  • Van bovenloop naar benedenloop
  • stroomgebieden met waterscheidingen
  • regiem en debiet
  • verval en verhang ...

Slide 13 - Tekstslide

Leg de begrippen verval en verhang uit aan de hand van de afbeelding.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Het verval tussen de rode pijltjes is 290 meter.
Wat is het verhang? Reken uit met een rekenmachine (op je telefoon)

Slide 16 - Tekstslide

Het verval tussen de rode pijltjes is 290 meter.
Wat is het verhang? 
-> 290 meter / 800 kilometer = 0,3625 meter per kilometer (36 centimeter)

Slide 17 - Tekstslide

Neem 1 /m 5 over in je schrift en schrijf de juiste begrippen erachter. Kies uit:                 Stroomrug, rivierloop, oeverwal, komgrond, verlaten rivierloop.

Voeg bij 2, 4 en 5 de juiste ondergrond toe. Kies uit zand, klei en veen
Dwarsprofiel

Slide 18 - Tekstslide

1
rivierloop
2
verlaten rivierloop
veen
3
stroomrug
4
oeverwal
zand
5
komgrond
klei

Slide 19 - Tekstslide

Invloed van klimaatverandering
-> Temperatuurstijging leidt tot meer neerslag, dus een hoger debiet
-> onregelmatiger neerslagregiem
-> stijging zeespiegel, opstuwing rivierwater, verzilting

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Vervlechtende rivieren

Slide 22 - Tekstslide

Wonen in het rivierengebied

Slide 23 - Tekstslide

Wonen in het rivierengebied

Slide 24 - Tekstslide

Niet alle maatregelen hebben de veiligheid bevorderd

Slide 25 - Tekstslide

Krib

  • Houdt rivier in midden van stroomgeul + Houdt de rivier bevaarbaar

  • Meanderen en horizontale erosie worden voorkomen 

Slide 26 - Tekstslide

Uiterwaard
Bebouwing in uiterwaarde

-> verhoging zomerdijk

-> geen overstromings-mogelijkheid voor de rivier


Slide 27 - Tekstslide

Dijken
aanleg of verhoging van dijken

-> sedimentatie in winterbed

-> ophoging rivier

-> verhoging dijken 

Slide 28 - Tekstslide

Kanaliseren
  • Stuwen en sluizen: regelen waterstand

  • Bochten afsnijden: hogere stroomsnelheid

Slide 29 - Tekstslide

Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.

-> kortere vertragingstijd en piekafvoer 

Slide 30 - Tekstslide

Maken deze week
Opdrachtenboek blz 79 oefening 4,6
+
4.1: 1,2,3,4

Slide 31 - Tekstslide