rekenen met procenten H6 klas 1

Wat is een breuk?
A
Iets wat gebroken is.
B
Dat is een deel van iets (deel van een geheel).
C
Iets om te eten.
D
Dat bestaat niet.
1 / 39
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is een breuk?
A
Iets wat gebroken is.
B
Dat is een deel van iets (deel van een geheel).
C
Iets om te eten.
D
Dat bestaat niet.

Slide 1 - Quizvraag

Wat is geen breuk?
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

Welke breuk is dit?

A
3/6
B
3/5
C
2/4
D
2/5

Slide 3 - Quizvraag

Welk deel is hier gekleurd?
A
3/4
B
9/15
C
15/9
D
3/5

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide


breuken optellen
52+53=
Tekst
A
105
B
205=41
C
2023
D
1

Slide 6 - Quizvraag


reken uit:
56
-
41
A
15
B
2018=109
C
2019
D
203

Slide 7 - Quizvraag

Breuken optellen

A
4/10
B
7/8
C
4/8
D
7/16

Slide 8 - Quizvraag

Ik kan met breuken rekenen.


52+43=
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203

Slide 9 - Quizvraag

Maak een samengestelde breuk van 16/5
A
1 1/5
B
2 1/5
C
3 1/5
D
2 3/5

Slide 10 - Quizvraag


breuken optellen
172+453=
Tekst
A
103511
B
53531
C
2023
D
5125

Slide 11 - Quizvraag


breuken optellen
172+453=
Tekst
A
103511
B
53531
C
2023
D
5125

Slide 12 - Quizvraag

breuken, procenten en decimale getallen
1 % is 1 van de 100. 
Hierbij hoort de breuk 1/100
1/100 = 1:100 = 0,01 
Dus 1% = 1/100 = 0,01

procent
breuk
vereenvoudigde 
breuk
decimaal getal
50 %
50/100
1/2
0,5
25 %
25/100
1/4
0,25
20 %
20/100
1/5
0,2
12,5 %
1/8
0,125
10 %
10/100
1/10
0,1
1%
1/100
1/100
0,01

Slide 13 - Tekstslide

Het totaal is altijd hoeveel procent
A
79
B
100
C
121
D
1

Slide 14 - Quizvraag

Theorie 1 :Procenten geven een deel van een geheel.net als verhoudingen en breuken. Eén procent(1%) is
A
100/1
B
100
C
1/100
D
1

Slide 15 - Quizvraag

Van procent naar breuk
40% is ...
Schrijf de breuk
A
2/10
B
60/100
C
4/1
D
40/100

Slide 16 - Quizvraag

20% =
A
0,12
B
1,20
C
0,20
D
0,5

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel is deze breuk in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 18 - Quizvraag


Hoeveel procent hoort bij de breuk 1/10 ?
A
10 %
B
25 %
C
50 %
D
100 %

Slide 19 - Quizvraag

Van procent naar breuk
75% is ...
Schrijf de breuk
A
3/4
B
4/5
C
7/10
D
75/100

Slide 20 - Quizvraag

rekenen met procenten
Bereken 83% van 600
83% = 83/100 = 0,83
Je kunt dus uitrekenen 
83/100 x 600 = 498 of
0,83 x 600 = 498

Slide 21 - Tekstslide

rekenen met procenten
Je krijgt 12,4 % korting op een trui van € 34,95. 
Hoeveel korting krijg je?
12,4/100 x 34,95 = € 4,33 of
0,124 x 34,95 = € 4,33 

Slide 22 - Tekstslide

Een fiets kost €600,-
Je krijgt 30% korting
Bereken de korting
A
€180
B
€420
C
€20
D
€200

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel korting krijg je op een product van €80 als je 20% korting krijgt?
A
€12
B
€4
C
€20
D
€16

Slide 24 - Quizvraag

Janneke koopt een tennisraket van € 65,-. Ze krijgt 15% korting. Bereken de korting in euro’s.
A
€12,-
B
€9,75
C
€6,50
D
€8,75

Slide 25 - Quizvraag

Bereken hoeveel
de korting is:

A
€ 6,00
B
€ 54,00
C
€ 12,00
D
€ 0,60

Slide 26 - Quizvraag

Nieuwe prijs berekenen
tel je bij de oude prijs op
haal je van de oude prijs af
verhoging
korting
rente
verlaging
stijging
opruiming
belasting (BTW)

Slide 27 - Tekstslide

Nieuwe prijs berekenen
Je berekent eerst de korting of verhoging .
Daarna haal je het van het oude bedrag af of tel je dit bedrag bij het oude bedrag op.
Je krijgt 12,4 % korting op een trui van € 34,95. Bereken de nieuwe prijs.
Eerst bereken je de korting : 0,124 x 34,95 = € 4,33 
Daarna haal je dit van de oude prijs af: 34,95 - 4,33 = € 30,62

Slide 28 - Tekstslide

prijsverhoging betekent dat ...
A
de nieuwe prijs minder wordt
B
de nieuwe prijs meer wordt

Slide 29 - Quizvraag

de nieuwe prijs na de korting bereken je, door het uitrekenen van de korting in Euro's en
A
optellen deze bij de oude prijs
B
aftrekken deze van de oude prijs

Slide 30 - Quizvraag

Een jas kost €69,-. Er komt een prijsverhoging van 6%. Wat is de nieuwe prijs van de jas?
A
€75,-
B
€73,14
C
€64,86
D
€73,-

Slide 31 - Quizvraag

Op een trui van 79,95 zit 47,5% korting.

Wat is de nieuwe prijs?
A
37,98
B
47,50
C
41,97
D
33,97

Slide 32 - Quizvraag

Schilderij kost € 900.
Prijsverhoging 9%.
Nieuwe prijs is € ………
A
€ 81
B
€ 719
C
€ 1000
D
€ 981

Slide 33 - Quizvraag

percentage uitrekenen
Het totale aantal is 100 %

Percentage (= procenten) uitrekenen doe je als volgt:
Percentage uitrekenen: deel : totaal x 100 of met de breukentoets: 𝑑𝑒𝑒𝑙/𝑡𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑥 100
Afronden op 1 decimaal

Voorbeeld: 5 van de 16 leerlingen draagt een bril. Hoeveel procent is dat?
Totaal = 16
Deel = 5
Dus 5:16 x 100 = 31,25 dus 31,3 %
Je mag ook de breukentoets gebruiken 5/16 𝑥 100 = 31,25 dus 31,3




Slide 34 - Tekstslide

Hoeveel procent is 18 van 360?
A
5%
B
2%
C
0.5%
D
20%

Slide 35 - Quizvraag

Hoeveelste procent is de batterij nog vol?
A
50%
B
60%
C
75%
D
80%

Slide 36 - Quizvraag

In 1C4 zitten 17 leerlingen. Er zitten 6 meisjes in 1C4. Bereken het percentage meisjes in 1C4
A
35,2 %
B
64,7%
C
35,3 %
D
64,8%

Slide 37 - Quizvraag

Van de 73 docenten op school hebben 45 docenten een hond als huisdier. Hoeveel procent is dat?
A
61,6 %
B
37,3 %
C
61,7 %
D
16,2 %

Slide 38 - Quizvraag

In de eerste klas zitten 163 leerlingen. Hiervan komen er 5 lopend en 45 op de fiets naar school. De rest gaat met de bus. hoeveel procent komt er met de bus?
A
3,1 %
B
27,6 %
C
30,7 %
D
69,3 %

Slide 39 - Quizvraag