24. Zakelijke brief

De zakelijke brief
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De zakelijke brief

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands 
Leerdoelen 
* Je leert wat een zakelijke brief is en wanneer je een zakelijke brief schrijft ;
* je weet wat de volgorde is van een zakelijke brief.



Slide 2 - Tekstslide

VANDAAG:
- korte herhaling volgorde zakelijke brief;
- 2 oefeningen maken uit je boekje;
- spelling oefenen met wisbordje;
- afsluiten.
MORGEN: NEEM JE LEESBOEK MEE!



Slide 3 - Tekstslide

Noteer de juiste volgorde bij het schrijven van een zakelijke brief.

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Stap 2... 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Stap 3... 
Schrijf hier de naam van de persoon/het bedrijf aan wie je schrijft (de geadresseerde)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Stap 4... 
Begin hier met een beleefde aanhef.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Lotte de Vries  
Brasemstraat 34                                                        JE EIGEN ADRES
3192 TF Rotterdam         

Rotterdam, 30 januari 2025                                WOONPLAATS EN DATUM

Mediamarkt Rotterdam                                         ADRES GEADRESSEERDE
t.a.v. de klantenservice
Lijnbaan 11
3078 GT Rotterdam

Betreft: klacht service Iphone                        BETREFT
 
Geachte heer, mevrouw,                                    AANHEF


Slide 14 - Tekstslide

Hoe begin je een zakelijke brief?
A
Betreft
B
Eigen (adres)gegevens
C
Aanhef
D
Naam afzender

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent t.a.v.?
A
ter attentie van
B
ter attentie voor
C
ten aanzien van
D
ten attentie voor

Slide 16 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Schagen 30 januari 2025.
B
Schagen, 30-01-2025
C
Schagen, 30 januari 2025
D
Schagen 30-01-2025

Slide 17 - Quizvraag

Welke is goed? Je schrijft aan de heer Adriaan van Balen.
A
Geachte heer A. van Balen,
B
Geachte heer van Balen,
C
Geachte Adriaan van Balen,
D
Geachte heer Van Balen,

Slide 18 - Quizvraag

Welke groet is correct?
A
hoogachtend,
B
Met vriendelijke groet,
C
Hoogachtend
D
met vriendelijke groet

Slide 19 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Maak: opdracht 3 en 4 uit je boekje
Tijd:  10 minuten
Hulp: steek je vinger op en dan kom ik je helpen.
Klaar: lees in je leesboek of pak een kort verhaal

Slide 20 - Tekstslide