Wanneer je prijzen of hoeveelheden wilt vergelijjken kun je gebruik maken van een verhoudingstabel. Je rekent de prijzen of hoeveelheden terug (of door) naar hetzelfde getal
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
vergelijken met verhoudingstabellen
Wanneer je prijzen of hoeveelheden wilt vergelijjken kun je gebruik maken van een verhoudingstabel. Je rekent de prijzen of hoeveelheden terug (of door) naar hetzelfde getal
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Nog een voorbeeld:
Je gaat rijlessen nemen. Je hebt de keuze uit 3 verschillende rijscholen:
a: 10 lessen voor € 450,-
b: 25 lessen voor € 1025,-
c: 40 lessen voor € 1700,-
Slide 3 - Tekstslide
Hoe pak je dit aan?
Je wilt weten welke rijschool het goedkoopste per les is
Ga terugrekenen naar een zelfde hoeveelheid.
(of vooruit natuurlijk)
Slide 4 - Tekstslide
Bereken welke rijschool het goedkoopste is
a: 10 lessen voor € 450,-
b: 25 lessen voor € 1025,-
c: 40 lessen voor € 1700,-
Slide 5 - Tekstslide
Antwoorden
d
Dus rijschool B is de goedkoopste
Slide 6 - Tekstslide
En nu zelf aan de slag!
Maak paragraaf 5.4
timer
30:00
Slide 7 - Tekstslide
Verhoudingen en schaal
We kunnen voorwerpen groter en kleiner maken dan de werkelijkheid. Dit betekend dat we iets op schaal afbeelden. Dit wordt veel gebruikt bij foto's, schaalmodellen en landkaarten. We spreken dan bijvoorbeeld over een schaal van 1:100. Dit betekend dat de afbeelding kleiner is dan de werkelijkheid. 1 cm is in dit geval in werkelijkheid 1 meter. (100 x zo groot)
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Voorbeeld:
Je gaat een foto van je vakantie vergroten op aan de muur te hangen. De foto is in werkelijkheid 15 x 10 cm
Je gaat de foto vergroten met een schaal van 1:5
Hoe groot wordt de poster van je foto?
Slide 10 - Tekstslide
Zelf aan de slag:
Maak nu hoofdstuk 5.5
Alles wat niet af is van hoofdstuk 5.4 & 5.5 is het huiswerk voor de volgende week!