BS 5 Voedselbederf

BS 5 voedselbederf
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BS 5 voedselbederf

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel BS 5
Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan

Slide 2 - Tekstslide

Voedselbederf
- Voedselvergiftiging is afweerreactie op voedsel dat besmet is met giftige stoffen. 
- Salmonellabacterien op rauwe producten
- Voedsel conserveren 

Slide 3 - Tekstslide

Invriezen
- Temperatuur is te laag voor bacteriën en schimmels om zich voor te kunnen planten
- Niet opnieuw invriezen

Slide 4 - Tekstslide

Pasteuriseren
- In korte tijd verhitten tot 72 graden. 
- Doden van bijna alle bacteriën en
schimmels
- Daarna nog in koelkast (bijv. melk)

Slide 5 - Tekstslide

Steriliseren
- Verhitten tot meer graden 
- Doodt alle bacteriën en schimmels. 
- Snel inpakken en na verhitten anders
nieuwe bacteriën en schimmels. 

Slide 6 - Tekstslide

Vacuüm verpakken


- Alle lucht uit de verpakking 
- Gebrek aan zuurstof dus geen voortplanting bij bacteriën en schimmels

Slide 7 - Tekstslide

Gasverpakken
- Geen lucht in de verpakking, maar wel zuurstof, stikstof en koolstofdioxide. 
- Langere houdbaarheid 
- Vlees behoudt zijn kleur 

Slide 8 - Tekstslide

Drogen

- Bij gebrek aan water kunnen bacteriën en schimmels zich niet voort planten. 
- Rozijnen en melkpoeder. 

Slide 9 - Tekstslide

Conserveermiddelen toevoegen 

Zout, suiker, zuur, stikstof of sulfiet toevoegen aan een product. 
Leefomstandigheden voor bacterien en schimmels ongunstig maken. 

Slide 10 - Tekstslide

Doorstralen
Met radioactieve stralen voedingsmiddelen doorstralen. 
Bacterien en schimmels kunnen zich minder snel vermenigvuldigen of worden gedood. 

Slide 11 - Tekstslide

Additieven 
- Voorbeeld conserveermiddel. 
- Kleurstoffen, geurstoffen en smaakstoffen
- Kunstmatig of natuurlijke additieven. 

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken BS 5
Klaar? 

Maak drie stellingen over hoofdstuk 2:
-> 2 waarheid en 1 leugen. 
Laat je buurman/buurvrouw bedenken welke niet klopt. 

Slide 13 - Tekstslide