Taalvaardig: Deel 5

Taalvaardig: Deel 5
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taalvaardig: Deel 5

Slide 1 - Tekstslide

Initiaalwoorden en letterwoorden
  • In initiaalwoorden spreek je elke letter afzonderlijk uit (dvd)
  • Letterwoorden spreek je uit als één woord (aids)
  • Verkortingen zijn combinaties van (delen van) woorden (horeca)

Wanneer een initiaalwoord of letterwoord goed is ingeburgerd, kunnen we het zonder hoofdletter schrijven (vergelijk soa en MKZ).
Wanneer het gaat om een eigennaam (bedrijven, organisaties, staten, ...) blijven de hoofdletters altijd behouden (NAVO en RSCA).

Slide 2 - Tekstslide

Initiaalwoorden en letterwoorden
  • In samenstellingen krijgen initiaalwoorden een koppelteken, in afleidingen krijgen ze een apostrof (tv-kijkers, sms'jes).
  • Hetzelfde geldt voor alle letterwoorden en verkortingen met een hoofdletter (EU-lidstaten, Europol-agenten).
  • In samenstellingen worden letterwoorden en verkortingen zonder hoofdletter aaneen geschreven (holebigemeenschap, aidspatiënten), tenzij er klinkerbotsing optreedt (horeca-uitbater).

Slide 3 - Tekstslide

In het woord 'simkaart' vinden we...
A
een letterwoord
B
een initiaalwoord
C
een verkorting
D
een afkorting

Slide 4 - Quizvraag

De correcte spelling is...
A
navolidstaat
B
navo-lidstaat
C
NAVO lidstaat
D
NAVO-lidstaat

Slide 5 - Quizvraag

De correcte spelling is...
A
dna-onderzoek
B
dnaönderzoek
C
DNA-onderzoek
D
dnaonderzoek

Slide 6 - Quizvraag

Onthoudwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord is fout gespeld?
A
fascistisch
B
assymmetrie
C
laconiek
D
decennia

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord is fout gespeld?
A
faliekant
B
gechoqueerd
C
aggresiviteit
D
portemonnees

Slide 9 - Quizvraag

Frequente grammaticafouten
  • Ze hebben daar nooit geen aandacht aan besteed.
  • Je bent de enige die de film al hebt gezien.
  • Ik wens je een hele fijne vakantie.
  • Heb je mijn broer tegengekomen?
  • Ik zou stoppen met roken, moest ik kunnen.
  • Twee derde van de leerlingen waren ziek.
  • Mijn broer is een stuk groter als mij.

Slide 10 - Tekstslide

Frequente grammaticafouten
  • Ze hebben daar nooit geen aandacht aan besteed.
  • Je bent de enige die de film al hebt gezien.
  • Ik wens je een hele fijne vakantie.
  • Heb je mijn broer tegengekomen?
  • Ik zou stoppen met roken, moest ik kunnen.
  • Twee derde van de leerlingen waren ziek.
  • Mijn broer is een stuk groter als mij.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Frequente grammaticafouten
  • Ze hebben daar nooit geen aandacht aan besteed.
  • Je bent de enige die de film al hebt gezien.
  • Ik wens je een hele fijne vakantie.
  • Heb je mijn broer tegengekomen?
  • Ik zou stoppen met roken, moest ik kunnen.
  • Twee derde van de leerlingen waren ziek.
  • Mijn broer is een stuk groter als mij.

Slide 16 - Tekstslide

Welke zin is grammaticaal correct?
A
De helft van alle taken werden tijdig ingediend.
B
Moest ik van jou zijn, ik zou de job niet aannemen.
C
Ik ben de enigste die deze vraag juist beantwoordde.
D
Een heel groot deel van de school is afgebrand.

Slide 17 - Quizvraag

Welke zin is grammaticaal correct?
A
Wie is er gewonnen in de bekerfinale?
B
Wie heeft er gewonnen in de bekerfinale?
C
Ik heb nog nooit niet in een voetbalstadion geweest.
D
Ik ben nog nooit niet in een voetbalstadion geweest.

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel fouten telt deze tekst?
"Het overlegcomité verboodt horeca-gangers om met meer als vier aan een tafeltje plaats te nemen op de terassen. Elk van de EU-lidstaten pakken de heropening van café's anders aan. Zo is er in nederland een wel erg vroege sluitingsuur."

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel fouten telt deze tekst?
"Het overlegcomité verboodt horeca-gangers om met meer als vier aan een tafeltje plaats te nemen op de terassen. Elk van de EU-lidstaten pakken de heropening van café's anders aan. Zo is er in nederland een wel erg vroege sluitingsuur."
A
4 fouten
B
6 fouten
C
8 fouten
D
10 fouten

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel fouten?
"Het overlegcomité verboodt horeca-gangers om met meer als vier aan een tafeltje plaats te nemen op de terassen. Elk van de EU-lidstaten pakken de heropening van café's anders aan. Zo is er in nederland een wel erg vroege sluitingsuur."

Slide 21 - Tekstslide

Verbetering
"Het overlegcomité verboodt horeca-gangers om met meer als vier aan een tafeltje plaats te nemen op de terassen. Elk van de EU-lidstaten pakken de heropening van café's anders aan. Zo is er in nederland een wel erg vroege sluitingsuur."

spelling         grammatica

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Tekstslide

Welk bijvoeglijk naamwoord omschrijft deze situatie het best?
A
pramend
B
heetgebakerd
C
schoorvoetend
D
verzengend

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

"De regering doet onvoldoende om haar burgers te beschermen. De huidige maatregelen volstaan niet. Paars-groen heeft binnenkort weer tienduizenden doden op hun geweten."
- Vlaams Belang, oktober 2020
"De mensen dreigen ten onder te gaan als er niet snel perspectief komt voor zelfstandigen, jongeren en de brede bevolking. Toch weigert de regering snel te versoepelen. Onverantwoord!"
- Vlaams Belang, januari 2021

Slide 31 - Tekstslide

Welk gezegde omschrijft deze situatie het best?
A
De partij is in zijn wiek geschoten.
B
De partij steekt de regering naar de kroon.
C
De partij eet van twee walletjes.
D
De partij maakt goede sier.

Slide 32 - Quizvraag

Maak een zin met volgende woorden: 'mutatie' + 'op zijn beloop laten'

Slide 33 - Open vraag

Maak een zin met volgende woorden: 'concessie' + 'consensus'

Slide 34 - Open vraag

Welk woord sluit het nauwst aan bij het spreekwoord 'de kroon spannen'?
A
referendum
B
summum
C
clandestien
D
colloquium

Slide 35 - Quizvraag