RS - a/an (1)

Welcome class
Today's subject: a of an 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome class
Today's subject: a of an 

Slide 1 - Tekstslide

A of An
Deze les leer je het verschil tussen A en An 

én wanneer je deze kunt gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Grammar
a/an = een
a en an betekenen allebei: een (van de/het/een). 
In het Nederlands zeggen we bijvoorbeeld: ik heb zin in een appel. Als je deze zin naar het Engels wil vertalen zal je moeten kiezen tussen a of an. Er zijn dus 2 Engelse woorden voor 1 Nederlands woord.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer kies je welke?
a = woord erna begint op een medeklinkerklank
vb. a chair, a book, a uniform

an = woord erna begint op klinkerklank
vb. an apple, an uncle
Let op: het gaat om de klank (dus hoe je het zegt) en niet om hoe je het schrijft.

Slide 4 - Tekstslide

What are the rules when
using a/an?

Slide 5 - Woordweb

a of an?
.... university
A
a
B
an

Slide 6 - Quizvraag

a of an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 7 - Quizvraag

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 8 - Quizvraag

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 9 - Quizvraag

a of an?
.... tree
A
a
B
an

Slide 10 - Quizvraag

A of AN?
.... umbrella
A
a
B
an

Slide 11 - Quizvraag

a of an?
.... ear
A
a
B
an

Slide 12 - Quizvraag

child
apple
house
uniform
hour
M&M
A
A
A
An
An
An

Slide 13 - Sleepvraag