In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welcome class
Today's subject: a of an
Slide 1 - Tekstslide
A of An
Deze les leer je het verschil tussen A en An
én wanneer je deze kunt gebruiken.
Slide 2 - Tekstslide
Grammar
a/an = een
a en an betekenen allebei: een (van de/het/een).
In het Nederlands zeggen we bijvoorbeeld: ik heb zin in een appel. Als je deze zin naar het Engels wil vertalen zal je moeten kiezen tussen a of an. Er zijn dus 2 Engelse woorden voor 1 Nederlands woord.
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer kies je welke?
a = woord erna begint op een medeklinkerklank
vb. a chair, a book, a uniform
an = woord erna begint op klinkerklank
vb. an apple, an uncle
Let op: het gaat om de klank (dus hoe je het zegt) en niet om hoe je het schrijft.