De volgende twee vragen gaan over de belangrijke gebeurtenissen uit paragraaf 3.2
A. Gregorius de Grote zendt missionarissen naar Engeland
B. Pippijn de Korte zet de laatste Merovingische koning af
C. Theodosius maakt het christendom tot staatsgodsdienst
D. Clovis bekeert zich tot het christendom
E. Vladimir de Grote laat zich dopen
F. Karel de Grote onderwerpt de Saksen