Het Begin en Einde van de Lente

Het Begin en Einde van de Lente
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het Begin en Einde van de Lente

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de astronomische definitie van de lente uitleggen. Aan het einde van de les kun je de data van de lentenachtevening en de zomerzonnewende benoemen. Aan het einde van de les kun je het verschil tussen de meteorologische en astronomische seizoenen beschrijven. Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom de dagen langer worden tijdens de lente.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het begin en einde van de lente?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van de lente
De lente wordt astronomisch bepaald als de periode waarin de dag en nacht even lang zijn, wat plaatsvindt rond 20 maart op het noordelijk halfrond en rond 23 september op het zuidelijk halfrond. Deze periode wordt gemarkeerd door de lentenachtevening en eindigt met de zomerzonnewende, rond 21 juni op het noordelijk halfrond en 21 december op het zuidelijk halfrond, wanneer de zon de grootste noordelijke declinatie bereikt. Gedurende de lente worden de dagen steeds langer.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Data van de lentenachtevening en de zomerzonnewende
Lentenachtevening: Het moment waarop dag en nacht even lang zijn, wat het begin van de astronomische lente markeert. Zomerzonnewende: Het moment waarop de zon de grootste noordelijke declinatie bereikt en de langste dag van het jaar plaatsvindt, wat het einde van de lente markeert.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen meteorologische en astronomische seizoenen
Astronomische seizoenen zijn gebaseerd op de positie van de aarde in haar baan rond de zon, terwijl meteorologische seizoenen gebaseerd zijn op de kalendermaanden. De lentenachtevening en zomerzonnewende bepalen de astronomische lente, terwijl de meteorologische lente de maanden maart, april en mei omvat.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering van daglengte tijdens de lente
Tijdens de lente worden de dagen steeds langer doordat de zon hoger aan de hemel komt te staan en daardoor langer schijnt. Dit komt door de kanteling van de aardas in combinatie met de baan van de aarde rond de zon.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
Lentenachtevening: Het moment waarop dag en nacht even lang zijn, wat het begin van de astronomische lente markeert. Zomerzonnewende: Het moment waarop de zon de grootste noordelijke declinatie bereikt en de langste dag van het jaar plaatsvindt, wat het einde van de lente markeert.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Tekst

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.