Herhalingsles H4

De Middeleeuwen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Planning
15/02 SO par. 4.1 en 4.2
19/02 Par. 4.3 De kerk en de geestelijken
Voorjaarsvakantie
01/03  Par. 4.3 De kerk en de geestelijken
05/03 Par. 4.4 De Islam 
08/03 Par. 4.5 De Vikingen
12/03 Herhaling 
15/03: Repetitie H4

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
1. Par. 4.3, 4.4 en 4.5 herhalen
2. Vragen stellen

Tijd over? Filmpje kijken!

Slide 4 - Tekstslide

Het leven in de Middeleeuwen:
  • Weinig kennis
  • Slechte oogst leidde tot hongersnoord
  • Veel geweld

Gevolgen = geloven in God. 

Slide 5 - Tekstslide

Het leven in de Middeleeuwen:
De geestelijken moesten voor de gelovigen bidden, lezen uit de Bijbel, de armen helpen en de zieken verzorgen in ruil voor TIENDE (belasting, vaak een deel van de oogst)!

*geestelijken: iemand die in dienst is van de kerk

Slide 6 - Tekstslide

De Geestenlijkheid
  • Hoge geestelijken (kregen ook gebieden in leen)
De paus
De bisschoppen

  • Lage geestelijken (leefden heel eenvoudig)
De priesters
De monniken en nonnen

Slide 7 - Tekstslide

Paleizen
Klooster

Slide 8 - Tekstslide

Leven in een klooster
  • Bidden
  • Landbouw
  • De zieken verzorgen
  • School
  • Boeken overschrijven
  • Zingen
  • Pacht ontvangen (sommige kloosters hadden een gebied in leen of in eigendom).

Slide 9 - Tekstslide

Missionarissen

  • Bonifatius
  • Willibrord

Slide 10 - Tekstslide

Bonifatius
Engelse missionaris.
Predikten aan de Friezen (Nederland en Duitsland).
Hakte de heillige Donareik. Gevolg = Friezen bekeerden tot het christendom. 

Slide 11 - Tekstslide

Willibrord
Engelse missionaris. 
Doel: het christelijke (katholieke) geloof aan de Friezen verspreiden (desnoods met geweld).

Tijdgenoot van Bonifatius.

Slide 12 - Tekstslide

Standensamenleving
De samenleving was gedeeld in drie groepen, de standen. Ieder had zijn eigen plek en taak
  • 1. Geestelijken
  • 2. Adel (hoge en lage adel. 
Koning, graaf, hertog, leenmannen, ridders...
  • 3. Boeren

Slide 13 - Tekstslide

Mekka in de Middeleeuwen
Lag aan een kruispunt = veel handelaren = veel handel. Rustige ligging. 

 De Ka'aba: "het huis van God", bestaat vóór Mohammed profeet werd.
 Het Zwarte Steen 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe is de islam ontstaan?
  • Midden-Oosten: Mekka
  • Mohammed, 40 jaar oud
  • Boodschap van engel Gabriël. 
  • In die tijd geloofden mensen in meerdere goden.
  • Mohammed en zijn volgenlingen worden in 622 uit Mekka verjaagd = het begin van de islamistische jaartelling (2019 = 1440)
  • Mohammed vluchtte naar Medina

Slide 15 - Tekstslide

Medina
  • Mohammed is nu een profeet van Allah.
  • Vele bekeren zich tot de islam. 
  • Mohammed gaat terug naar Mekka en voert een godsdienst oorlog. 
  • Bij de Ka'aba mocht vanaf nu alleen tot Allah bidden. 

Slide 16 - Tekstslide

Het Arabische Rijk
De kaliefen (Mohammed opvolgers) veroverden binnen 100 jaar het hele Midden-Oosten, Noord-Afrika, Portugal en grote delen van Spanje.

Het Arabische Rijk bereikte de grens van het Frankische Rijk...

Slide 17 - Tekstslide

De Franken vs de Arabieren
732, de Slag bij Poitiers. 
Karel Martel verslag de Arabieren. 

Hoe?  
De Franken kenden het gebied, 
het leger was groter en ze waren
gewend aan het weer.

Slide 18 - Tekstslide

Leren van elkaar
  • De Arabieren hadden in de Middeleeuwen veel kennis op het gebied van:
  • Geneeskunde (goede hygiëne en leren hoe het menselijk lichaam in elkaar zit).
  • Wiskunde: cijfers 0 t/m 9 i.p.v. Romeinse cijfers.
  • Aardrijkskunde: topografie = kaarten maken van nieuwe veroverde gebied.

Slide 19 - Tekstslide




Waar komen Vikingen vandaan
Waar komen de vikingen vandaan?

Slide 20 - Tekstslide

  • 'vik' betekent zoiets als fjord

  • De vikingen in  Noorwegen woonden bij fjorden.

Slide 21 - Tekstslide

Herkomst
  • De Vikingen waren een Germaanse volk. 

  • Ze kwamen uit Scandinavië: Noorwegen, Denemarken, Finland en Zweden.

  • 800-1000

Slide 22 - Tekstslide

Vikingen
  • Bevolkingsgroei = onvoldoende landbouwgrond = op zoek naar een nieuwe land!
  • Geloof: alléén dappere mensen zouden naar de Walhalla (hemel) gaan.

Slide 23 - Tekstslide

Handel en rooftochten
  • Vikingen deden aan handel
  • Maar gingen ook vaak op rooftocht
  • Met veel geweld!

Slide 24 - Tekstslide

Vikingen
  • Plundertochten.
  • Snelle schepen = De Drakar
  • De goede rivieren zorgden dat de Vikingen diep het land in konden varen.

Slide 25 - Tekstslide

Leif Eriksson
Leif Eriksson was een IJslandse ontdekkingsreiziger die wordt beschouwd als de eerste Europeaan die, bijna 500 jaar eerder dan Christoffel Columbus, voet zette op Noord-Amerikaanse grond en noemde het Vinland.

Slide 26 - Tekstslide