De geestelijken moesten voor de gelovigen bidden, lezen uit de Bijbel, de armen helpen en de zieken verzorgen in ruil voor TIENDE (belasting, vaak een deel van de oogst)!
*geestelijken: iemand die in dienst is van de kerk
Slide 6 - Tekstslide
De Geestenlijkheid
Hoge geestelijken (kregen ook gebieden in leen)
De paus
De bisschoppen
Lage geestelijken (leefden heel eenvoudig)
De priesters
De monniken en nonnen
Slide 7 - Tekstslide
Paleizen
Klooster
Slide 8 - Tekstslide
Leven in een klooster
Bidden
Landbouw
De zieken verzorgen
School
Boeken overschrijven
Zingen
Pacht ontvangen (sommige kloosters hadden een gebied in leen of in eigendom).
Slide 9 - Tekstslide
Missionarissen
Bonifatius
Willibrord
Slide 10 - Tekstslide
Bonifatius
Engelse missionaris.
Predikten aan de Friezen (Nederland en Duitsland).
Hakte de heillige Donareik. Gevolg = Friezen bekeerden tot het christendom.
Slide 11 - Tekstslide
Willibrord
Engelse missionaris.
Doel: het christelijke (katholieke) geloof aan de Friezen verspreiden (desnoods met geweld).
Tijdgenoot van Bonifatius.
Slide 12 - Tekstslide
Standensamenleving
De samenleving was gedeeld in drie groepen, de standen. Ieder had zijn eigen plek en taak
1. Geestelijken
2. Adel (hoge en lage adel.
Koning, graaf, hertog, leenmannen, ridders...
3. Boeren
Slide 13 - Tekstslide
Mekka in de Middeleeuwen
Lag aan een kruispunt = veel handelaren = veel handel. Rustige ligging.
De Ka'aba: "het huis van God", bestaat vóór Mohammed profeet werd.
Het Zwarte Steen
Slide 14 - Tekstslide
Hoe is de islam ontstaan?
Midden-Oosten: Mekka
Mohammed, 40 jaar oud
Boodschap van engel Gabriël.
In die tijd geloofden mensen in meerdere goden.
Mohammed en zijn volgenlingen worden in 622 uit Mekka verjaagd = het begin van de islamistische jaartelling (2019 = 1440)
Mohammed vluchtte naar Medina
Slide 15 - Tekstslide
Medina
Mohammed is nu een profeet van Allah.
Vele bekeren zich tot de islam.
Mohammed gaat terug naar Mekka en voert een godsdienst oorlog.
Bij de Ka'aba mocht vanaf nu alleen tot Allah bidden.
Slide 16 - Tekstslide
Het Arabische Rijk
De kaliefen (Mohammed opvolgers) veroverden binnen 100 jaar het hele Midden-Oosten, Noord-Afrika, Portugal en grote delen van Spanje.
Het Arabische Rijk bereikte de grens van het Frankische Rijk...
Slide 17 - Tekstslide
De Franken vs de Arabieren
732, de Slag bij Poitiers.
Karel Martel verslag de Arabieren.
Hoe?
De Franken kenden het gebied,
het leger was groter en ze waren
gewend aan het weer.
Slide 18 - Tekstslide
Leren van elkaar
De Arabieren hadden in de Middeleeuwen veel kennis op het gebied van:
Geneeskunde (goede hygiëne en leren hoe het menselijk lichaam in elkaar zit).
Aardrijkskunde: topografie = kaarten maken van nieuwe veroverde gebied.
Slide 19 - Tekstslide
Waar komen Vikingen vandaan
Waar komen de vikingen vandaan?
Slide 20 - Tekstslide
'vik' betekent zoiets als fjord
De vikingen in Noorwegen woonden bij fjorden.
Slide 21 - Tekstslide
Herkomst
De Vikingen waren een Germaanse volk.
Ze kwamen uit Scandinavië: Noorwegen, Denemarken, Finland en Zweden.
800-1000
Slide 22 - Tekstslide
Vikingen
Bevolkingsgroei = onvoldoende landbouwgrond = op zoek naar een nieuwe land!
Geloof: alléén dappere mensen zouden naar de Walhalla (hemel) gaan.
Slide 23 - Tekstslide
Handel en rooftochten
Vikingen deden aan handel
Maar gingen ook vaak op rooftocht
Met veel geweld!
Slide 24 - Tekstslide
Vikingen
Plundertochten.
Snelle schepen = De Drakar
De goede rivieren zorgden dat de Vikingen diep het land in konden varen.
Slide 25 - Tekstslide
Leif Eriksson
Leif Eriksson was een IJslandse ontdekkingsreiziger die wordt beschouwd als de eerste Europeaan die, bijna 500 jaar eerder dan Christoffel Columbus, voet zette op Noord-Amerikaanse grond en noemde het Vinland.