Oplossen met grafieken

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

telefoon
Zit jouw telefoon al in de telefoontas op vliegtuigstand?

Slide 2 - Tekstslide

Dit ligt er op je tafel....
laptop (nog dicht)
wiskundeboek
pen en potlood
rekenmachine
geodriehoek of liniaal

Slide 3 - Tekstslide

Oplossen met grafieken

 

Slide 4 - Tekstslide


Leerdoelen:
Aan het eind van de les...
- Kan je vragen oplossen aan de hand van een grafiek
- Kan je met twee grafieken vragen beantwoorden

Slide 5 - Tekstslide



Theorie
  • Je kunt formules met elkaar vergelijken door grafieken van die formules te tekenen. Het snijpunt van de grafieken  is daarbij  belangrijk. Bij het snijpunt zijn de coördinaten van de grafieken hetzelfde.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

2.1 Oplossen met 2 grafieken

Slide 9 - Tekstslide

2.1 Oplossen met 2 grafieken

Slide 10 - Tekstslide

2.1 Oplossen met 2 grafieken

Slide 11 - Tekstslide

2.1 Oplossen met 2 grafieken

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 2.1 bladzijde 59 t/m 62

Klaar? Verder werken!
timer
5:00
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Pak papier
Schrijf voor jezelf op:
- Wat heb ik deze les geleerd?
- Hoe bereken ik wat ik heb geleerd?
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Jos werkt in een tuincentrum. Zijn inkomsten worden berekent met de volgende formule
Wat is zijn inkomen na 4 uur?
A
30 euro
B
15 euro
C
5 euro
D
20 euro

Slide 15 - Quizvraag

Digifoto berekent het bedrag voor het afdrukken van posters met de formule


Wat betaal je voor 40 posters?
A
35 euro
B
180 euro
C
18 euro
D
63 euro

Slide 16 - Quizvraag

Kiekstra berekent het bedrag voor het afdrukken van foto's met de formule


Wat betaal je voor 50 foto's?
A
80 euro
B
65 euro
C
6,50 euro
D
8 euro

Slide 17 - Quizvraag

Martijn heeft al € 150 op zijn rekening.
Hij spaart elke week € 15. Hierbij hoort de formule


Na hoeveel weken heeft hij 285 euro op zijn rekening?



A
9 weken
B
12 weken
C
7 weken
D
6 weken

Slide 18 - Quizvraag

Bij het branden van een kaars hoort de formule (t=tijd in uren)



Na hoeveel uur branden is de kaars 3 cm?
A
4 uur
B
6 uur
C
3 uur
D
7 uur

Slide 19 - Quizvraag

Fleur laat posters afdrukken bij een ander bedrijf.
Zij berekent het bedrag met de formule


Wat moet zij betalen voor 45 posters?
A
235 euro
B
233 euro
C
234 euro
D
230 euro

Slide 20 - Quizvraag

formule
tabel
grafiek

Slide 21 - Sleepvraag

Stappenplan tekenen grafiek
 bij een formule:
Teken de grafiek

Maak een tabel

Maak een assenstelsel


1
2
3

Slide 22 - Sleepvraag

Kies de juiste grafiek bij elke tabel.

Slide 23 - Sleepvraag

Wat 
is
wat???
formule
tabel
grafiek

Slide 24 - Sleepvraag

Aan het werk....
Maken opdrachten 1 t/m 3
blz. 56

timer
20:00

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
opdrachten 1 t/m 3 van 2.1
Zie magister

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide