8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Hoofdstuk 8
  • Uitleg en leerdoelen paragraaf 8.3
  • Maken vragen, mindmap en of samenvatting van 8.3
  • Herhalen leerdoelen
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les weet ik ...
  • waarom noodhulp soms noodzakelijk is
  • welke hulp er nodig is voor economische groei in een ontwikkelingsland
  • welke mogelijkheden ontwikkelingslanden hebben om geld te lenen
  • hoe ontwikkelingslanden meer zekerheid krijgen over de exportinkomsten

l

Slide 4 - Tekstslide



Denk tijdens het bekijken van de video aan de leerdoelen van deze les.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Noodhulp
  • Noodhulp = hulp bij natuurrampen of oorlogen
  • door het leveren van bijvoorbeeld:
  • voedsel
  • medicijnen
  • dekens
  • tenten.
Noodhulp geven is soms lastig door:
conflicten tussen bevolkingsgroepen
gebrek aan een goede infrastructuur.


Slide 7 - Tekstslide

Hulp voor economische groei
Met ontwikkelingssamenwerking proberen rijke landen samen met ontwikkelingslanden de welvaart daar blijvend te vergroten.

Structurele hulp is gericht op het economisch zelfstandig worden van een ontwikkelingsland. Dit kan met:
  • Gebonden hulp: aan de hulp zijn voorwaarden verbonden.
  • Ongebonden hulp: het ontvangende land mag zelf bepalen waaraan het het geld besteedt.



Slide 8 - Tekstslide

Geld lenen 
  • Bij de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werken veel landen wereldwijd samen.
  • Deze instellingen kunnen een ontwikkelingsland helpen met leningen tegen gunstige voorwaarden:
  • lage rente
  • langere aflossingsperiode.

Hulporganisaties en particuliere banken kunnen aan inwoners microkedieten verstrekken:
kleine leningen om een bedrijf te starten.
vaak een hoge rente,
want hoog risico voor de uitlener.


Slide 9 - Tekstslide

Zekerheid over exportinkomsten 
Ontwikkelingslanden zijn afhankelijk van de export van landbouwproducten.
Om zeker te zijn van exportinkomsten kunnen ze met hun afnemers een grondstoffenovereenkomst afsluiten.

Doel: de prijzen stabiel houden.
Dat kan door het aanleggen van buffervoorraden:
overschotten opslaan (zodat het aanbod niet te groot wordt),
bij tekorten: (deel van) de buffervoorraad verkopen.


Inkomsten kunnen ook verbeteren door:
minimumprijzen voor een grondstof
afspraken over vrijhandel (vrij exporteren).


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ga zelf aan de slag!
Gebruik de rest van de les om 8.3 te maken 

Ben je eerder klaar? Ga dan verder met het voorbereiden voor het SE-economie. Maak bijvoorbeeld een mindmap of samenvatting per paragraaf.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen checken
Wat weet je nog van ...
  • waarom noodhulp soms noodzakelijk is
  • welke hulp er nodig is voor economische groei in een ontwikkelingsland
  • welke mogelijkheden ontwikkelingslanden hebben om geld te lenen
  • hoe ontwikkelingslanden meer zekerheid krijgen over de exportinkomsten
l

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Als de wisselkoers van de euro stijgt, dan ...
(twee antwoorden zijn goed)
A
wordt de euro duurder voor het buitenland.
B
dan wordt de euro goedkoper voor het buitenland.
C
is de euro meer waard in het buitenland.
D
is de euro minder waard in het buitenland.

Slide 15 - Quizvraag

Werderuitvoer is 194,5 miljard

Totaal uitvoer goederen is 431,4 miljard

Bereken de wederuitvoer.
A
45,1%
B
45,10%
C
45,2%
D
45,20%

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van een land met een open economie?
A
Weinig invoer (import) en uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
B
Veel invoer (import) en veel uitvoer (export) in verhouding tot de productie.

Slide 17 - Quizvraag

Als de waarde van de geïmporteerde goederen groter is dan de waarde van de geëxporteerde goederen heb je:
A
een overschot op de handelsbalans
B
een tekort op de handelsbalans
C
een evenwicht op de handelsbalans

Slide 18 - Quizvraag

Veel handelen met het buitenland heet:
A
open economie
B
gesloten economie
C
internationale economie
D
nationale economie

Slide 19 - Quizvraag

De betalingsbalans geeft de waarde weer van de:
A
geïmporteerde en geëxporteerde goederen
B
geïmporteerde en geëxporteerde diensten
C
alle betalingen en ontvangsten uit het buitenland

Slide 20 - Quizvraag

Begrippen
  • Internationale handel
  • Import (quote)
  • export (quote)
  • open en gesloten economie
  • handelsbalans

Slide 21 - Tekstslide