Thema: bijzondere personen

Thema: bijzondere personen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Thema: bijzondere personen

Slide 1 - Tekstslide

Zou jij graag meer willen leren over...
DYSLEXIE EN DYSCALULIE?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

Zou jij graag meer willen leren over...
ANOREXIA EN BOULIMIE?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Zou jij graag meer willen leren over...
AUTISME?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Zou jij graag meer willen leren over...
ADHD
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Zou jij graag meer willen leren over...
OCD
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Zou jij graag meer willen leren over...
DYSPRAXIE?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Zou jij graag meer willen leren over...
BORDERLINE?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Zou jij graag meer willen leren over...
DEPRESSIE?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link

Wat is een vocale tic?
A
Een tic met je stem
B
Zingen als tic
C
De tic om plots Frans te praten
D
De tic om te fluiten als een vogel

Slide 11 - Quizvraag

Kan je deze tics uitzetten?
A
Ja altijd
B
Ja soms
C
Niet iedereen kan dit
D
Nee nooit

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent het dat iets "erfelijk" is?
A
Dat je meer geld erft als je het hebt
B
Dat je het sowieso krijgt
C
Dat je het kan krijgen van je ouders
D
Dat je iets niet kan genezen

Slide 13 - Quizvraag

Is Gilles de la Tourette erfelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Wie heeft de
stoornis ontdekt?
A
Georges Gilles de la Tourette
B
Guido Gilles de la Tourette
C
Frans Gilles de la Toupette
D
Pierre Gilles de la Tourette

Slide 15 - Quizvraag

Wat is coprolalie?
A
Het niet kunnen stoppen met het doen van kop-je-rollen
B
Het ongecontroleerd gebruik van scheldwoorden
C
Het niet kunnen stilzitten
D
Het niet kunnen stoppen met praten

Slide 16 - Quizvraag

Heeft iedereen met Gilles de la Tourette ook Coprolalie?
A
Ja iedereen
B
Nee, maar wel de meesten
C
Nee, een klein deel maar
D
Nee, bijna niemand

Slide 17 - Quizvraag

Eigen verhalen
Ken jij iemand met Gilles de la Tourette? Of heb je het zelf? Durf je hierover te vertellen aan je klasgenoten?

Slide 18 - Tekstslide

Autisme (ASS)

Slide 19 - Tekstslide

Waar denk jij dat ASS voor staat?
A
Altijd Saai Secundair
B
Autisme Spectrum Stoornis
C
Altijd Saai Soms
D
Autisme Speciale Stoornis

Slide 20 - Quizvraag

Denk je dat het erfelijk is (dus dat je het van je mama of papa kan krijgen)?
Dus, is het genetisch bepaald?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Wil dat dan zeggen dat je het altijd krijgt als je mama of papa het heeft?

A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Externe en interne factor
Om autisme te krijgen is er een externe en een interne factor nodig. Dat is eigenlijk een moeilijke uitleg voor het volgende:
het kan perfect zijn dat je mama of papa geen autisme heeft, maar jij wel. Waarschijnlijk zit het autisme wél in hun genen, maar is het niet tot uiting gekomen. Ze kunnen het dus wel doorgeven. Andersom kan natuurlijk ook. Het kan zijn dat jij géén autisme hebt, maar je ouders wél.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Autisme bij andere mensen
Autisme kan zich op hééél veel manieren uiten. En dit is bij bijna niemand op EXACT dezelfde manier. Daarom gebruiken we even het spectrum-bord om te bekijken hoe autisme BIJ JULLIE tot uiting komt.

Slide 26 - Tekstslide

Het spectrum-bord
We leggen ieder onderdeel van het spectrum-bord uit. 
Hoor je iets dat helemaal bij jou past? Dan zet je een kruisje bij de donkerste kleur in de balk. 
Is hetgeen verteld wordt van jou niet (of bijna niet) van toepassing? Dan zet je een kruisje in de lichtste kleur van de balk.

Slide 27 - Tekstslide

Communicatie
Soms hebben mensen met autisme het moeilijk om goede gesprekken te voeren. De gesprekken 'schieten soms van de hak op de tak' of de verhalen die iemand met ASS verteld zijn gewoon niet duidelijk. Sommige mensen met autisme praten liever gewoon niet. 

Slide 28 - Tekstslide

Relaties
Sommige mensen met autisme hebben moeite met het maken van vrienden. Ze vinden dit spannend, of lastig. Anderen hebben helemaal geen behoefte aan het hebben van vrienden en zijn heel gelukkig op zichzelf. Nog andere mensen met autisme kunnen een beste vriend of vriendin hebben, maar deze bijna nooit zien of spreken en dit helemaal prima vinden.

Slide 29 - Tekstslide

Wederkerigheid
Bij veel mensen met autisme mist er 'wederkerigheid'. Dit wil zeggen dat ze in gesprekken waarschijnlijk te veel zelf aan het woord zijn en te weinig vragen stellen aan de andere persoon (waar ze eigenlijk mee in gesprek zijn). Sommige mensen met autisme denken hier gewoon niet over na, anderen hebben eigenlijk geen interesse in wat een ander te vertellen heeft.

Slide 30 - Tekstslide

Vaste routines
Veel mensen met autisme vinden rust in het herhalen van vaste routines. Sommigen kiezen liefst steeds voor dezelfde kledij (of dezelfde kleuren), anderen hebben een vast routine dat ze herhalen in de ochtend (eerst het bed opmaken, de gordijnen openen, de tanden poetsen,...) en kunnen hier heel moeilijk van afstappen. De nood aan vaste routines heeft te maken met de nood aan 'duidelijkheid' en 'voorspelbaarheid'.

Slide 31 - Tekstslide

Flexibiliteit
Personen met autisme hebben vaak moeite met verandering. Dit vooral bij veranderingen die niet aangekondigd zijn.
Het kan ook zijn dat er zich een probleem voordoet en dat een persoon met autisme heel wat moeite heeft met het vinden van een oplossing voor dat probleem.

Slide 32 - Tekstslide

Interesses
Mensen met autisme hebben vaak één of meerdere zéér sterke interesses. Ze kunnen hierover urenlang vertellen en weten er vaak enorm veel over. Sommigen weten bijvoorbeeld enorm veel over treinen. 
Hun enorme passie voor iets kan er ook voor zorgen dat ze enorm gaan uitblinken in iets en er dus een enorm talent voor hebben. Zo hebben heel wat beroemde mensen autisme. Denk maar aan Elon Musk, Mozart en Beethoven

Slide 33 - Tekstslide

Zintuigen
Veel personen met autisme zien, horen, voelen, ruiken en proeven op een andere manier dan andere mensen. Dit maakt dat ze soms bepaalde geuren, smaken etc. niet kunnen verdragen. Zo zijn er mensen met autisme die geen gemixte groenten lusten, omdat ze dit een vreemd gevoel vinden geven in de mond.

Slide 34 - Tekstslide

Prikkels
Veel mensen met autisme hebben moeite met het 'filteren' van prikkels. Dit wil zeggen dat ze dingen die rondom hun gebeuren moeilijk kunnen negeren. Gebeurt er veel op hetzelfde moment, of zijn er te veel geluiden op hetzelfde moment, dan voelt dit aan alsof je hoofd kan ontploffen.
Het overprikkeld geraken is een zeer vermoeiend en vervelend gevoel voor personen met ASS.

Slide 35 - Tekstslide