20 december

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 4B, t/m 8.
  • Vertalen 4B.
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 4B, t/m 8.
  • Vertalen 4B.

Slide 1 - Tekstslide

Vragen grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Tekstslide

ἡμέρᾳ τινὶ ἡ θύρα ἐκρούετο.

Slide 4 - Open vraag

ὁ δὲ θυρωρὸς τὴν θύραν ἀνέῳξεν καὶ ἤρετο·

Slide 5 - Open vraag

τίνες ἐστέ, ὦ ἄνδρες, καὶ τί βουλόμενοι εἰς τὴν οἰκίαν τὴν ἡμετέραν ἥκετε;

Slide 6 - Open vraag

τοῦτο δὴ λέγων πρὸς τοὺς ἄνδρας ὀξὺ ἔβλεψεν·

Slide 7 - Open vraag

ὁ μὲν ἤδη γεραιὸς ἦν, ὁ δ’ ἀνὴρ ὡς τριάκοντα ἐνιαυτῶν.

Slide 8 - Open vraag

ὁ δὲ γεραιὸς τῷ θυρωρῷ εἶπεν·

Slide 9 - Open vraag

λέγε τῷ δεσπότῃ, ὅτι ἡμεῖς, Ἀπολλώνιος Διονυσοδώρου Οἰναῖος καὶ Διονυσόδωρος ὁ υἱός, πάρεσμεν.

Slide 10 - Open vraag

βουλόμεθα δὲ τῷ δεσπότῃ διαλέγεσθαι περὶ
μεγάλου πράγματος.

Slide 11 - Open vraag

ταῦτ᾿ ἀκούσας ὁ θυρωρός, εὐνοῦχός τις, εἶπεν αὐτῷ·

Slide 12 - Open vraag

τύχῃ τὸν δεσπότην τὸν ἐμὸν οἴκοι
καταλαμβάνετε, καίπερ πολλάκις ἀπόντα.

Slide 13 - Open vraag

ἀλλ’ οὐκ ἐπίσταμαι, εἰ σχολή ἐστιν αὐτῷ. καὶ διὰ τοῦτο ...

Slide 14 - Open vraag

σίγα, ὁ Ἀπολλώνιος τῷ δούλῳ ὑπέλαβεν.

Slide 15 - Open vraag

ἆρ’ οὐκ ἐπίστασαι, τίνες ἐσμέν;

Slide 16 - Open vraag

τῷ δ’ Ἀρχιάδῃ σχολή ἐστιν, δηλονότι.

Slide 17 - Open vraag

περὶ γὰρ μεγάλου πράγματος αὐτῷ διαλέγεσθαι ἐθέλομεν.

Slide 18 - Open vraag

ἔπειτα ὁ θυρωρὸς ἤρετο·

Slide 19 - Open vraag

περὶ τίνος πράγματος διαλέγεσθαι τῷ δεσπότῃ βούλεσθε;

Slide 20 - Open vraag

ὁ δ’ Ἀπολλώνιος μάλα ὀργιζόμενος εἶπεν·

Slide 21 - Open vraag

οὐ θέμις ἐστί σοι τοῦτο ἀκούειν.

Slide 22 - Open vraag

ὁ δ’ ᾿Αρχιάδης αὐτὸς πρῶτος τοῦτο γνώσεται.

Slide 23 - Open vraag

τότε δὴ ὁ θυρωρὸς ἐκπεπληγμένος τὸν Ἀπολλώνιον καὶ τὸν
Διονυσόδωρον οὐκέτι ἐκώλυσεν.

Slide 24 - Open vraag

Opdracht bij de tekst
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht bij de tekst
  • Kleur in elke zin:
  • De persoonsvorm.
  • Andere werkwoordsvormen in een andere kleur.
  • Alle Nominativi in een andere kleur.
  • Alle directe en indirecte objecten ieder in een andere kleur.
  • (Dus: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).

Slide 26 - Tekstslide

A Werkwoord
B Voornaamwoord

Slide 27 - Tekstslide

Oefeningen 1
  • 1  wij willen
  • 2 hij sprak met
  • 3 hij maakt, doet; jij maakt (voor) jezelf 
  • 4 jij weet/kunt 
  • 5 ik trof aan/ zij troffen aan (aor.)

Slide 28 - Tekstslide

Oefeningen 1
  • 6 wij spreken met
  • 7 zij werkten (aor.)
  • 8 kunnen
  • 9 jij gaat naar buiten
  • 10 zij zijn afwezig

Slide 29 - Tekstslide

Oefeningen 2
  • r. 10 zelfstandig          tegen hem
  • r. 12 zelfstandig          aan hem (is) / hij (heeft)
  • r. 15 zelfstandig          met hem
  • r. 19 congruerend      zelf

Slide 30 - Tekstslide

Oefeningen 3
  • 1 ποιεῖς vraag aan één slavin > 2 ev nodig
  • 2 διαλέγεται het meisje is onderwerp > 3 ev nodig
  • 3 ἐξερχόμεθα ἡμεῖς > 1 mv nodig
  • 4 ἔρχεσθε meerdere jongens worden aangesproken > 2 mv nodig

Slide 31 - Tekstslide

Oefeningen 3
  • 5 ἐργάζεται Eurykleia is onderwerp > 3 ev nodig
  • 6 ἐγύμναζον τοὺς νεανίας is lijd vw > activum nodig
  • 7 διαλέγεσθαι pv: βούλεται > inf nodig

Slide 32 - Tekstslide

Oefeningen 4
  • 1 Er kwam een (of andere) droom bij Eurykleia.
  • 2 Welke naam is er aan de dochter van Archiades? (Hoe heet de dochter van A.?)
  • 3 ‘Ga naar de markt’, zei de meester tegen een slavin.
  • 4 Alexandros maakt/bereidt een groot maal voor enkele/enige vrienden.

Slide 33 - Tekstslide

Oefeningen 4
  • 5 Apollonios wilde met Archiades over een (of andere) zaak spreken.
  • 6 Welke mannen trof jij aan in de sportschool?
  • 7 Ik hoor weer iets op de weg.
  • 8 Wie is de meester van die slaaf?

Slide 34 - Tekstslide

Oefeningen 5
  • 1 Het was mogelijk voor Pheidippos / Pheidippos kon naar buiten (te) gaan, omdat hij een jongen was.
  • 2 De twee mannen troffen Archiades binnen (zijnde) aan / aan terwijl hij binnen was.
  • 3 Dionysodoros en zijn zoon kwamen naar het huis van Archiades omdat ze met hem wilden spreken.

Slide 35 - Tekstslide

Oefeningen 5
  • 4 Nadat de slaaf dat gehoord had, ging hij meteen naar z’n meester.
  • 5 Omdat hij atleet wil worden traint/oefent hij vaak.
  • 6 Het is noodzakelijk voor haar veel te werken/zij moet veel werken omdat zij een slavin is. 

Slide 36 - Tekstslide

Oefeningen 5
  • 7 De jongens praten met elkaar terwijl ze naar de sportschool gaan. / Terwijl de jongens naar de sportschool gaan, praten ze met elkaar. 

Slide 37 - Tekstslide

Oefeningen 6
  • 1 f Wie ben jij?
  • 2 d Wat willen jullie?
  • 3 g Wie help jij?
  • 4 a Ik hoor iemand.
  • 5 b Wie zijn jullie?
  • 6 c Hij spreekt met iemand.
  • 7 e Ik vroeg iets. 

Slide 38 - Tekstslide

Aan het werk.
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 4B
  • Kleur 4B, t/m 17.
  • Vertaal 4B, t/m 13.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 39 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 40 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 41 - Open vraag