5.3 De was doen

Vak: Verzorging
Hoofdstuk: 5.3
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check + Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Verzorging
Hoofdstuk: 5.3
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check + Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van verzorging en open deze op blz. 107.



Huiswerk controle. 

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het einde van de les weet je:
- Hoe een kledingstuk is gemaakt
- Wat het verschil is tussen natuurlijke en synthetische vezels
- Welke eigenschappen de verschillende stoffen hebben
- Hoe je was sorteert en welke wasmiddelen er zijn
- Wat de tekens in een etiket van je kleding betekenen

Leergebied overstijgende doelen:
Denkvermogen:
- Je bedenkt zelf een oplossing voor een probleem en vertelt deze verbaal
- Je vertelt wat er nodig is om tot een oplossing te komen
Samenwerkend leren:
- Je past jouw gedrag aan wanneer je hierop wordt aangesproken
- Je overlegt met groepsgenoten om samen afspraken te maken om een doel te behalen

Slide 3 - Tekstslide

Mini-check + Arrangementen 
Verdiept --> 8 of hoger: Niemand



Iedereen doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Tekstslide

Wat staat op het etiket van kleding? Let op er zijn 2 goede antwoorden
A
De soort stof
B
Hoeveel wasmiddel je moet gebruiken
C
Welk wasmiddel je moet gebruiken
D
Hoe je de kleding moet onderhouden

Slide 5 - Quizvraag

Smelten synthetische stoffen als ze branden?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Is katoen een natuurlijke vezel?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Krimpt een kledingstuk als je hem te koud wast?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt wat
Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt 5.3 opdracht 12 t/m 14 en 16 op blz 109 t/m 112.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

Van vezel tot kledingstuk

Vezel: een heel dun draadje
Draad: bestaat uit vezels
Stof: bestaat uit draden
Kledingstuk: gemaakt van stof

Slide 10 - Tekstslide

NATUURLIJKE VEZELS KOMEN VAN EEN
DIER
OF
PLANT

 
SYNTHETISCHE VEZELS
WORDEN IN DE FABRIEK GEMAAKT VAN 
AARDOLIE

Slide 11 - Tekstslide

DIERLIJKE VEZELS

Slide 12 - Tekstslide

EIGENSCHAPPEN VAN WOL
- warm
- neemt veel vocht op
- brand niet zo snel
- krimpt al je het te heet wast

Slide 13 - Tekstslide

PLANTAARDIGE VEZELS

Slide 14 - Tekstslide

EIGENSCHAPPEN VAN KATOEN
- neemt veel vocht op
- is luchtig in dragen
- kan heet gewassen worden
- zacht en soepel
- brandt snel

Slide 15 - Tekstslide

SYNTHETISCHE VEZELS

Slide 16 - Tekstslide

SYNTHETISCHE VEZELS
- Neemt geen vocht op
- houdt je bijna niet warm
- kreukt niet
- als het brandt, smelt het 
- kunnen niet tegen hete tempraturen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

KLEDING WASSEN
Je moet regelmatig je kleding wassen.
- kleding wordt vuil
- vuile kleding stinkt

Slide 19 - Tekstslide

WAS SORTEREN
hoe doe je dat .... WAS sorteren

- let op de kleur
- kijk op welke temperatuur er gewassen mag worden
- let op WOL & ZIJDE
Als je kleding te heet wast, kan het KRIMPEN EN VERKLEUREN

Slide 20 - Tekstslide

SOORTEN WAS & WASMIDDELEN
WAS
1. WITTE WAS (alleen witte kledingstukken)
2. BONTE WAS (alleen gekleurde kledingstukken)
3. FIJNE WAS (kledingstukken die kwetsbaar zijn

WASMIDDELEN
1. WITWASMIDDELEN  (voor witte en lichtgekleurde was)
2. BONTWASMIDDELEN (voor gekleurde was)
3. TOTAALWASMIDDELEN (voor elke was)
4. FIJNWASMIDDELEN (voor wol en andere fijne stoffen en HANDWAS)

Slide 21 - Tekstslide

WASMIDDEL
LOSSEN VET OP, het meeste vuil is vettig

bleekmiddel in wasmiddel maken ziekteverwekkers dood

Slide 22 - Tekstslide

ETIKETTEN
van welke stof is het gemaakt
hoe moet je de kleding wassen (onderhouden)
of beide op 1 etiket

Slide 23 - Tekstslide

 WASMIDDELverpakking
hierop staan WASAANWIJZINGEN

- bij welke tempratuur wassen
- hoeveel wasmiddel heb je nodig
- of het in de wasmachine mag

Slide 24 - Tekstslide

WASSYMBOLEN

Slide 25 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had je geen vragen goed bij de mini-check?
Dan maak je samen met mij opdracht 12 en 16.

Slide 26 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig 5.3 opdracht 12 t/m 14 en 16 op blz 109 t/m 112


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna mag je opdracht 17 nog maken.  
timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

Weet je:
- Hoe een kledingstuk is gemaakt?
- Wat het verschil is tussen natuurlijke en synthetische vezels?
- Welke eigenschappen de verschillende stoffen hebben?
- Hoe je was sorteert en welke wasmiddelen er zijn?
- Wat de tekens in een etiket van je kleding betekenen?




Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk:
Maandag 16 mei
5.3 opdracht 12 t/m 14 en 16


Slide 29 - Tekstslide