Prepositions of time and place

Welcome TL3!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome TL3!

Slide 1 - Tekstslide

Monday  27th January

Slide 2 - Tekstslide

  • Intro/planning (test theme 3: 13th Feb)
  • Today's homework 

Today:
- grammar 8 
(5 forms to indicate the future)

Get to work: 
- Do: G. opdr 39-42
* Check: E & F
* 2x read theory 

 





* You can use different verbs to talk about the future 

* You know words to do with science and technology and use them correctly







Slide 3 - Tekstslide

Prepositions of time and place

Slide 4 - Tekstslide

Mission:
At the end of this lesson you can use prepositions of time and place.

Slide 5 - Tekstslide

Preposition of time
Deze gebruik je om aan te geven wanneer iets gebeurd.
On gebruik je bij dagen en data.
I have a match on Saturday.
In gebruik je bij maanden, jaren, seizoenen, en dagdelen.
I woke up in the afternoon.
At gebruik je bij tijden en vakanties.
I saw my aunt at Christmas.

Slide 6 - Tekstslide

Preposition of place
Deze gebruik je om aan te geven waar iets gebeurd.
On gebruik je bij openbaar vervoer of bovenop.
I was on the bus this morning.
In gebruik je bij natuur, landen en binnen.
He took classes in school.
At gebruik je bij specifieke locaties, huisnummers en gebouwen
We live at Eikenlaan 22.

Slide 7 - Tekstslide

1. He told me a story .. midnight.
A
in
B
on
C
at

Slide 8 - Quizvraag

2. We visit my grandparents .. January 1st.
A
in
B
on
C
at

Slide 9 - Quizvraag

3. Flowers grow .. spring.
A
in
B
on
C
at

Slide 10 - Quizvraag

4. I was born .. 1994.
A
in
B
on
C
at

Slide 11 - Quizvraag

5. I saw my aunt .. Christmas.
A
in
B
on
C
at

Slide 12 - Quizvraag

6. We met .. the train.
A
in
B
on
C
at

Slide 13 - Quizvraag

7. I am .. the station.
A
in
B
on
C
at

Slide 14 - Quizvraag

8. He lives .. the mountains.
A
in
B
on
C
at

Slide 15 - Quizvraag

9. He was born .. France.
A
in
B
on
C
at

Slide 16 - Quizvraag

10. My phone is .. the table.
A
in
B
on
C
at

Slide 17 - Quizvraag

Ik weet hoe ik de voorzetsels voor tijd en plaats moet gebruiken.
Ja, dit gaat goed komen op de toets!
Ja, ik moet alleen nog een beetje oefenen.
Ik moet nog heel goed leren en oefenen.
Ik maak me zorgen om dit onderdeel.

Slide 18 - Poll

Future
He is going to throw a party this weekend.
(plannen 
I will help you with your homework.

We are having dinner together tomorrow. 

My  bus arrives at 8.20 pm


Slide 19 - Tekstslide

will+hele ww


beloftes/besluit
voorspelling zonder bewijs


am/are/is+going to+hele ww


plannen (nog niet geregeld)
voorspelling met bewijs

Slide 20 - Tekstslide

Kijk maar naar het verschil:

Look at the dark clouds! It is going to rain!

Take an umbrella! I think it will rain later today!


Slide 21 - Tekstslide

Look at the difference:
I am going to travel this summer. 
I will visit Australia someday!

He is going to visit his mother in England soon. 
I will win the lottery one day. 

Slide 22 - Tekstslide

Present continuous

van plan in de toekomst
voorspelling met bewijs

Er staat een tijdsaanduiding in de zin (this Sunday, at 8:00)

Am/are/is + ww+ ing


Present simple

vaststaande gebeurtenissen onderdeel van dienstregeling, rooster, ander schema

Staat vast! (niets aan veranderen)
Hele ww/ ww + s (SHIT)

Slide 23 - Tekstslide

Do you have any questions about prepositions of time and place? Ask in English or Dutch.

Slide 24 - Open vraag

And now?
Do: E: writing and grammar ex. 27a 
Slim Stampen grammar 7a and grammar 7b

Finished that already too? You can also do slim stampen grammar a and grammar b

Slide 25 - Tekstslide