§ 1.2 Het binnenlands inkomen

§ 1.2 Binnenlands inkomen

Hoe berekenen we binnenlands en nationaal inkomen?


Kernwoorden:

- productiefactoren

- product(ie) = inkomen

- nationaal inkomen (product)

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§ 1.2 Binnenlands inkomen

Hoe berekenen we binnenlands en nationaal inkomen?


Kernwoorden:

- productiefactoren

- product(ie) = inkomen

- nationaal inkomen (product)

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeeld (vervolg)

In de vorige paragraaf hebben we in het voorbeeld van de kledingzaak gezien dat de productie (toegevoegde waarde) gelijk was aan €12.500.

Is dit winst?

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld (vervolg)
In de vorige paragraaf hebben we in het voorbeeld van de kledingzaak gezien dat de productie (toegevoegde waarde) gelijk was aan €12.500. Is dit winst?
Nee, de productiefactoren moeten hiervan nog betaald worden.
Bijvoorbeeld loon voor de medewerkers en huur voor het pand.

Slide 3 - Tekstslide

Productiefactoren
  • kapitaal: we bedoelen kapitaalgoederen; dit zijn machines, gebouwen, inventaris, etc.
  • arbeid: iedereen die in loondienst is.
  • natuur: alles wat we rechtstreeks uit de natuur halen, bijvoorbeeld grond bij een boer.
  • ondernemersactiviteit: wordt geleverd door de eigenaren van bedrijven. Deze leveren ideeën en lopen het risico.

Slide 4 - Tekstslide

De eigenaren van de productiefactoren leveren deze productiefactoren niet voor niets.


Productiefactor:                     Beloning:                                      

kapitaal                                  ......................................................

arbeid                                    ......................................................

natuur                                    ......................................................

ondernemerschap                 ......................................................

Slide 5 - Tekstslide

De eigenaren van de productiefactoren leveren deze productiefactoren niet voor niets.


Productiefactor:                     Beloning:                                      

kapitaal                                  rente / huur

arbeid                                    loon

natuur                                    pacht

ondernemerschap                 winst

Slide 6 - Tekstslide

Product(ie) = inkomen

Het totaal van alle beloningen van de productiefactoren is het totale primaire inkomen in een land. Dat moet betaald worden uit de productie.

Er geldt dus: binnenlands inkomen = binnenlands product.

Slide 7 - Tekstslide

De toegevoegde waarde kan je dus op twee manieren berekenen (geen rekening houdend met afschrijvingen):


Toegevoegde waarde =

omzet – inkoop andere bedrijven =

omzet – inkoop goederen andere bedrijven – diensten van derden


Toegevoegde waarde = loon + pacht + huur + rente + winst

Slide 8 - Tekstslide

Binnenlands & nationaal inkomen

Als we het totaal van de productie die binnen onze grenzen gemaakt is, bij elkaar optellen,

krijgen we het binnenlands

product (of binnenlands

inkomen).

Slide 9 - Tekstslide

Echter, er zijn ook buitenlanders die binnen Nederland productiefactoren aanbieden.

De beloning hiervan hoort dus niet bij het inkomen van de Nederlanders, maar het draagt wel bij aan ons binnenlands product.

En, er zijn ook Nederlanders die in het buitenland productiefactoren aanbieden. Hun inkomen telt mee in het nationaal inkomen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Binnenlands inkomen (productie binnen de landsgrenzen)


- beloningen productiefactoren van buitenlanders die in Nederland prod. fact. aanbieden


+ beloningen productiefactoren van Nederlanders die in het buitenland prod. fact. aanbieden   


= Nationaal inkomen (inkomen verdient door Nederlanders)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video