De massamoord op de joden

Goedemorgen
Ga lekker zitten en start lessonup alvast op.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
Ga lekker zitten en start lessonup alvast op.

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling paragraaf 2
Wat weten we nog?

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van paragraaf 2?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Vul de puntjes in met de begrippen uit het vorige hoofdstuk
7.5 minuten

Slide 5 - Tekstslide

De massamoord op de joden
Hoofdstuk 3 paragraaf 3

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

WIR HABEN ES NICHT GEWUßT
Wat denken jullie?  

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen uitzoeken

Slide 9 - Tekstslide

Aan de hand van de begrippen.
Je kunt uitleggen wat antisemitisme is en beschrijven hoe het zich in Europa heeft ontwikkeld.
-  Getto
- Pogrom
Je kunt beschrijven hoe de nationaalsocialisten Joden uitsloten en vervolgden.
- Uitsluiting
- Neurenberger rassenwetten
- Rijkskristalnacht
Je kunt uitleggen hoe de massamoord op de Joden was georganiseerd.
- Holocaust
- Vernietigingskampen




Slide 10 - Tekstslide

Europa antisemitisme
Joden krijgen al eeuwen lang de schuld  van rampen, oorlogen en epidemieën. 

19e eeuw: rassenleer en rassenverbetering en nationalisme. 

Pogrom = Georganiseerde en gewelddadige aanval op Joden.


Slide 11 - Tekstslide

Organisatie van de jodenvervolging 
  • 1935 Neurenberger rassenwetten:
    - Joden verliezen hun burgerrechten
    - Joden mogen niet met niet-Joden trouwen.


  • 1938 Rijkskristalnacht
    - Vernieling Joodse winkels, synagogen en bedrijven.

  • Duizenden Joden werden naar concentratiekampen gebracht via razzia's

Slide 12 - Tekstslide

Razzia
Een razzia is een door de overheid georganiseerde jacht om een groep mensen op te pakken.

Slide 13 - Tekstslide

  • !

Slide 14 - Tekstslide

Organisatie van de jodenvervolging
  • Joden moeten gaan samenleven in  getto's.

  • De Joodse Raad voert anti-Joodse maatregelen door. 

  • Moeten meewerken aan deportatie van de Joden. 

Slide 15 - Tekstslide

Wannsee conferentie 
  • Nazitop komt bijeen om te praten over het 'Joodse vraagstuk'.

  • In het rapport: 'evacuatie van Joden naar het oosten.' 

  • Joden zouden zich doodwerken in, overlevenden kregen 'speciale behandeling'. 

Slide 16 - Tekstslide

Holocaust
  • Holocaust: de massamoord op de joden

  • Op de Wannsee conferentie werd bepaald dat Zyklon B gebruikt kon worden in de massale vernietiging van de Joden.

  • Er werd besloten 6 vernietigingskampen te bouwen in Polen.

  • Vanaf 1942 werden Joden uit alle bezette landen systematisch per trein naar de vernietigingskampen vervoerd.

Slide 17 - Tekstslide

Holocaust

  • Joodse mensen kregen oproepen voor werkkampen en moesten zich melden.
  • Bij aankomst in de kampen werd bijna iedereen direct vergast. 
  • Na deze vergassing werden de lijken door andere Joden in grote kuilen begraven. Later werden de lijken in crematoria verbrand.
  • Genocide: volkerenmoord

Slide 18 - Tekstslide

Holocaust
  • In april 1943 wonen er volgens de Nazi's geen Joden meer in bezet Europa.

  • Ondergedoken joden werden opgespoord door "Jodenjagers" (Bijv. Anne Frank)

  • De massamoord op de Joden noemen we de Holocaust of Shoah

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Eliminatie

Slide 21 - Tekstslide

Combineer de gebeurtenissen met de juiste jaartallen.
1933
1935
1938

Slide 22 - Sleepvraag

Hoe wordt de massamoord op de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog genoemd?
A
Genocide
B
Holocaust
C
Volkerenmoord
D
Shoah

Slide 23 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij deze bron?
A
Deportatie
B
Dwangarbeid
C
SS
D
Vernietingskamp

Slide 24 - Quizvraag

Beschrijf in eigen woorden de begrippen:
1. Holocaust
2. Deportatie
3. Anti-semitisme

Slide 25 - Open vraag

Welke film heb je wel eens gezien waarin het ging over de Holocaust?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Leerdoelen checken
Schrijf per leerdoel in één zin op wat je er van weet, en iets wat je nog wilt weten.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video