KGT/BK 1: par. 4.4: Op vakantie

par. 4.4: Op vakantie
Leerdoelen: 
Je kan na de les uitleggen wat voor verschillende vakanties er zijn.

Je kan uitleggen hoe bergen ontstaan.

Je kan uitleggen wat recreatie en toerisme is.


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

par. 4.4: Op vakantie
Leerdoelen: 
Je kan na de les uitleggen wat voor verschillende vakanties er zijn.

Je kan uitleggen hoe bergen ontstaan.

Je kan uitleggen wat recreatie en toerisme is.


Slide 1 - Tekstslide

Naar welke landen ben je wel eens op vakantie geweest?

Slide 2 - Woordweb

Wat voor activiteiten doe je meestal als je op vakantie bent?

Slide 3 - Woordweb

vakantie in de bergen
Wanneer je op vakantie veel dingen doet (kajakken/ mountainbiken/ hiken/ skieen etc.) = actieve vakantie

Wanneer je voor een luie vakantie kiest (strandvakantie) = passieve vakantie

In de bergen kun je het beste op een actieve vakantie. Ook kun je er zowel zomers als winters terecht = dubbelseizoen hier spelen lokale bedrijven op in.

Slide 4 - Tekstslide

ontstaan van bergen
 Net als bij vulkanen en aardbevingen ontstaan bergen bij bewegende aardplaten. 

Waar een landplaat botst ontstaan er plooien in de aardkorst = plooiingsgebergten,  deze plooiingsgebergten ontstaan ook als een zeeplaat onder een aardplaat duikt en er een trog ontstaat die de aardplaat omhoog drukt.

ook kan het zijn dat 2 zeeplaten uit elkaar bewegen en dat de geul wordt opgevuld door gestold magma = ruggen(IJsland) 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat voor soort vakantie heb ik als ik ga zeilen heel de vakantie?

Slide 7 - Open vraag

Wat voor soort gebergte zijn de Alpen?

Slide 8 - Open vraag

Wat voor vakantie vinden jullie leuker? Een actieve of passieve vakantie?
PASSIEF

Slide 9 - Poll

Voor je plezier
Alles wat je voor je plezier doet in je vrije tijd = recreatie

Als je naar een ander gebied moet dan waar je woont voor recreatie = toerisme

Als je voor recreatie langer dan 24 uur weg bent dan ben je op vakantie, als veel mensen tegelijk naar dezelfde plek gaan noem je dat massatoerisme. 

Slide 10 - Tekstslide

Als je een dagje naar de Efteling gaat ben je een
A
Toerist
B
recreant
C
op vakantie

Slide 11 - Quizvraag

Als je een dagje ga zwemmen in het zwembad in Roosendaal ben je bezig met
A
Recreatie
B
Toerisme
C
op vakantie

Slide 12 - Quizvraag

vakantie in de bergen
Wanneer je op vakantie veel dingen doet (kajakken/ mountainbiken/ hiken/ skieen etc.) = actieve vakantie

Wanneer je voor een luie vakantie kiest (strandvakantie) = passieve vakantie

In de bergen kun je het beste op een actieve vakantie. Ook kun je er zowel zomers als winters terecht = dubbelseizoen hier spelen lokale bedrijven op in.

Slide 13 - Tekstslide

ontstaan van bergen
 Net als bij vulkanen en aardbevingen ontstaan bergen bij bewegende aardplaten. 

Waar een landplaat botst ontstaan er plooien in de aardkorst = plooiingsgebergten,  deze plooiingsgebergten ontstaan ook als een zeeplaat onder een aardplaat duikt en er een trog ontstaat die de aardplaat omhoog drukt.

ook kan het zijn dat 2 zeeplaten uit elkaar bewegen en dat de geul wordt opgevuld door gestold magma = ruggen(IJsland) 


Slide 14 - Tekstslide

Voor je plezier
Alles wat je voor je plezier doet in je vrije tijd = recreatie

Als je naar een ander gebied moet dan waar je woont voor recreatie = toerisme

Als je voor recreatie langer dan 24 uur weg bent dan ben je op vakantie

Slide 15 - Tekstslide

Naar het buitenland
Veel Nederlanders gaan ook wel naar het buitenland op vakantie om de warmte.

Sommige vakantiegebieden zijn heel erg geliefd, hierdoor komen er veel toeristen tegelijk naar dezelfde plek, dit noemen we massatoerisme, dit levert voor de gebieden veel geld op, maar vaak ook vervuiling.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat is voor jullie de belangrijkste reden om naar een ander land op vakantie te gaan?

Slide 18 - Open vraag

Begroting
Als je op vakantie gaat geef je geld uit.

Wat je kunt uitgeven is je vakantiebudget.

Als je een overzicht maakt van wat je hebt (inkomsten) en  wat je allemaal wil doen en de uitgaven die hiervoor nodig zijn, dan maak je een begroting.  Hierdoor kun je kijken of je jouw vakantie kunt betalen!

Slide 19 - Tekstslide

Waaraan geef je allemaal geld uit als je op vakantie gaat?

Slide 20 - Woordweb

Zelfstandig werken
Maken par. 4.4
leestof + opdrachten
'meer oefenen'(bij score lager dan 60%)
Plusopdrachten 
Cursustoets

Slide 21 - Tekstslide

Deze les heb ik geleerd:

Slide 22 - Open vraag