Herhaling WOI en 5.1
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer vond de Eerste Wereldoorlog plaats?
A
1910-1914
B
1914-1918
C
1914-1920
D
1940-1945
Slide 2 - Quizvraag
Hoe kon de Eerste Wereldoorlog zo ingrijpend worden? 1 antwoord hoort er niet bij.
A
Er waren veel nieuwe vernietigende wapen.
B
Landen hadden bondgenootschappen gesloten, daardoor brak er veel strijd uit.
C
Door de vervolging van Joodse mensen. Er werden 6 miljoen Joden vermoord.
D
Door de loopgraven werd een geen vooruitgang geboekt.
Slide 3 - Quizvraag
Hoe stond de eerste wereldoorlog ook wel bekend?
A
de Loopgravenoorlog
B
De koude oorlog
C
de hete oorlog
D
de grote oorlog
Slide 4 - Quizvraag
Wat zie je op de afbeelding?
Terugkoppeling
A
Gevolg van de Eerste Wereldoorlog
B
Oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
Slide 5 - Quizvraag
Geef in eigen woorden aan waarom het leven in de loopgraven zo verschrikkelijk was. Benoem daarbij drie verschillende manieren waarop veel soldaten stierven.
Slide 6 - Open vraag
De Eerste Wereldoorlog duurde:
A
2 jaar
B
4 jaar
C
20 jaar
D
10 jaar
Slide 7 - Quizvraag
Het bondgenootschap van
de Geallieerden tijdens de Eerste Wereldoorlog bestond uit
de Geallieerden tijdens de Eerste Wereldoorlog bestond uit
A
Rusland, Engeland en Frankrijk.
B
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië.
C
Duitsland en Rusland
D
Rusland, Frankrijk en Italië
Slide 8 - Quizvraag
Waar werd de vrede na de Eerste Wereldoorlog gesloten?
A
Versailles
B
Amsterdam
C
Londen
D
Berlijn
Slide 9 - Quizvraag
Een bekende bloem en symbool van de Eerste Wereldoorlog is?
A
Paardenbloem
B
Zonnebloem
C
Klaproos
D
Tulpen
Slide 10 - Quizvraag
Welke straffen kreeg Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?
A
Ze moesten grondgebied inleveren.
B
Ze mochten niet meer naar andere landen reizen.
C
Ze mochten alleen nog maar werken als arbeiders
D
Ze mochten maar een klein leger hebben en moesten betalen voor de schade
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Waarom ontstond de economische crisis in 1929?
A
Door de Eerste Wereldoorlog
B
Mensen hadden enorme schulden door leningen
C
Door de banken
Slide 13 - Quizvraag
Waarom ging het (na de Eerste Wereldoorlog) met Duitsland slechter dan met andere landen?
A
Door de economische crisis
B
Door de herstelbetalingen die gedaan moesten worden.
C
Door de schade die het land had
D
Door de werkloosheid
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet de politieke partij van Adolf Hitler?
A
ANSPD
B
NSDAP
Slide 15 - Quizvraag
Wereldwijde oorlog van 1914 tot 1918
Samenwerkende landen in de Wereldoorlog (Groot Brittannië, Frankrijk, Sovjet Unie, Verenigde Staten enz.)
Als er minder producten worden verkocht en de werkloosheid toenemen gaat het slecht met de economie.
Als het over de hele wereld slecht gaat in de economie.
Als mensen geen baan hebben.
1 groep mensen met dezelfde ideeën over hoe een land bestuurd moet worden.
Eerste wereld oorlog
Geallieerden
Economische crisis
Wereldcrisis
Werkloosheid
Politieke partij
Slide 16 - Sleepvraag
Land dat door één persoon of groepje bestuurd wordt.
Leider van Duitsland
Nationaal socialisten
Land dat geen partij kiest en niet meedoen aan de oorlog.
Politieke partij in Duitsland tijdens de tijd van wereldoorlogen
Duitse woord voor 'leider'.
Dictatuur
Adolf Hitler
Nazi
Neutraal
NSDAP
Führer
Slide 17 - Sleepvraag
Waarom was er geen kritiek meer op Hitler nadat hij alle macht had?
Er staat één reden tussen die niet klopt. Welke?
Er staat één reden tussen die niet klopt. Welke?
A
De NSDAP besliste wat er in de kranten werd geschreven.
B
De politie en het leger luisterden naar Hitler
C
Er waren geen andere politieke partijen meer.
D
Alle bevolkingsgroepen in Duitsland hadden het goed.
