Hoofdstuk 6 paragraaf 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Leerdoelen 

• Je weet dat de overheid bestaat uit gemeente, provincie en rijksoverheid en dat haar werknemers ambtenaren heten.
  
• Je kunt voorbeelden geven van zaken waarvoor je bij de gemeente moet zijn.
  
• Je weet dat de provincie een deel van de infrastructuur bepaalt.
  
• Je weet wat de rijksoverheid is en wat zij doet.
  

Wat regelt de gemeente?

Wat is een taak van de gemeente?

1. Het uitgeven van een nieuw paspoort
2. Bepalen waar steden mogen uitbreiden
3. Zorgen voor onderwijs
4. Maatregelen tegen overstromingen

Wat regelt de provincie?

Wat is een taak van de provincie?

1. uitbreiding woonwijk plannen
2. Zuiveren van afvalwater
3. Leveren van goederen
4. Aansturen van ministers

Wat is geen infrastructuur?

1. Hotel
2. Wegen
3. Vliegveld
4. Internetverbinding

Wat regelt de overheid?

Wat is GEEN taak van de overheid in de verzorgingsstaat?

1. Zorgen voor meer en betere wegen
2. Zorgen voor sociale zekerheid
3. Zorgen voor veiligheid
4. Zorgen dat de inkomensverschillen niet te groot zijn.

Moet aan het volgende leerdoel nog extra aandacht besteed worden?
Je weet dat de overheid bestaat uit gemeente, provincie en rijksoverheid en dat haar werknemers ambtenaren heten.

1. Ja, want ik beheerst dit leerdoel nog niet en ik verwacht dit leerdoel niet te gaan beheersen zonder extra hulp.
2. Nee, want ik beheers dit leerdoel al.
3. Nee, ik beheers dit leerdoel nog niet (volledig), maar verwacht dit zonder hulp wel te gaan beheersen.

Moet aan het volgende leerdoel nog extra aandacht besteed worden?
Je kunt voorbeelden geven van zaken waarvoor je bij de gemeente moet zijn.

1. Ja, want ik beheerst dit leerdoel nog niet en ik verwacht dit leerdoel niet te gaan beheersen zonder extra hulp.
2. Nee, want ik beheers dit leerdoel al.
3. Nee, ik beheers dit leerdoel nog niet (volledig), maar verwacht dit zonder hulp wel te gaan beheersen.

Moet aan het volgende leerdoel nog extra aandacht besteed worden?
Je weet dat de provincie een deel van de infrastructuur bepaalt.

1. Ja, want ik beheerst dit leerdoel nog niet en ik verwacht dit leerdoel niet te gaan beheersen zonder extra hulp.
2. Nee, want ik beheers dit leerdoel al.
3. Nee, ik beheers dit leerdoel nog niet (volledig), maar verwacht dit zonder hulp wel te gaan beheersen.

Moet aan het volgende leerdoel nog extra aandacht besteed worden?
Je weet wat de rijksoverheid is en wat zij doet.

1. Ja, want ik beheerst dit leerdoel nog niet en ik verwacht dit leerdoel niet te gaan beheersen zonder extra hulp.
2. Nee, want ik beheers dit leerdoel al.
3. Nee, ik beheers dit leerdoel nog niet (volledig), maar verwacht dit zonder hulp wel te gaan beheersen.