> In een kledingzaak krijg je 30% korting op alle artikelen. Wat kost de nieuwe jas die eerst 180 euro was?
Slide 2 - Tekstslide
Twee mogelijkheden om dit uit te rekenen: 1. Je berekent eerst de korting en die trek je van de oude prijs af
180 - 54 = 126 euro
2. Je berekent 70% van 180 euro
0,70 x 180 = 126 euro
Slide 3 - Tekstslide
> In een kledingzaak kost de jas nu 140 euro. De korting was 30% Hoeveel kostte je jas eerst?
Slide 4 - Tekstslide
De oude prijs zonder korting bereken je nu als volgt:
140 euro (nieuwe prijs) ; 0,70 (30 % korting) = 200 euro
Slide 5 - Tekstslide
> oude prijs / nieuwe prijs
Slide 6 - Tekstslide
Heffingen
> nieuwe prijs berekenen
Op een koelkast van 220 euro moet je 5% heffing betalen. Wat wordt de nieuwe prijs?
Slide 7 - Tekstslide
2 mogelijkheden
> Je berekent eerst de heffing en die tel je op bij de oude prijs
220 + 11 = 231
> Je berekent 105% van 220 euro = 1,05 x 220 = 231
Slide 8 - Tekstslide
Oude prijs berekenen
> Wasmachine met heffing kost 420 euro. Wat was de prijs zonder de heffing van 5%?
Slide 9 - Tekstslide
Heffingen
Slide 10 - Tekstslide
BTW
BTW is een heffing. Op veel artikelen moet je 21 % btw betalen. Om uit te rekenen of een artikel inclusief of exclusief btw is, kun je het volgende schema gebruiken:
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Enkele voorbeelden
> tv 600 euro excl. btw
Wat kost de tv incl. btw?
> computer kost 242 euro incl. btw
Wat kost de computer excl. btw?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Eduhint
lesmateriaal --> 2F --> Deel 5 --> H16 --> d-toets