Oefentoets Congres van Wenen – VKN – Belgische onafhankelijkheid

Congres van Wenen – VKN – Belgische onafhankelijkheid
Oefentoets
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Congres van Wenen – VKN – Belgische onafhankelijkheid
Oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

1. Vergelijk onderstaande kaarten. Beantwoord daarna de vragen.

Slide 2 - Tekstslide

A Europa in 1812

Slide 3 - Tekstslide

B Europa na het Congres van Wenen omstreeks 1815

Slide 4 - Tekstslide

1.1. Verklaar met behulp van bovenstaande kaarten het begrip “Restauratie”.

Slide 5 - Open vraag

1.2. Benoem 2 bufferstaten met behulp van kaart B.

Slide 6 - Open vraag

Tekst
2.1. In de tekstballonnen zie je wat inwoners van de zuidelijke Nederlanden te zeggen hadden over Willem I. Verbind de uitspraak (sleep) met de groep die deze mening had. Meerdere combinaties zijn mogelijk.

Adel
Geestelijkheid
Gewone volk
Industriëlen
"Naar het schijnt zou de koning ondertussen bijna 200 miljoen gulden hebben, terwijl wij steeds armer worden!"
"Dankzij de kanalenkoning kunnen de grotere schepen onze streken tenminste bereiken!"
"Willem I moeit zich niet alleen met de opleiding van de katholieke priesters, ook maakt hij van onze scholen Rijksscholen."
"Mais enfin, nu moeten wij ook Nederlands spreken, de taal van de keukentafel en de melkkruk."
"Straks zijn we ons werk kwijt door al die machines!"

Slide 7 - Sleepvraag

2.2. Was er een stand of groep die wel tevreden was? Verklaar je antwoord.

Slide 8 - Open vraag

3. Verklaar de historische term unionisme / monsterverbond

Slide 9 - Open vraag

4. Lees onderstaande bron aandachtig. Beantwoord daarna de vragen.
Montesquieu over de scheiding der machten

Er zijn in iedere Staat drie soorten machten: de wetgevende, de uitvoerende aangaande de zaken die van het volkenrecht afhangen, en de uitvoerende aangaande de zaken die van het burgerlijk recht afhangen.
Door de eerste maakt de vorst of de regering wetten voor een bepaalde tijd of voor altijd en verbetert of schaft die af welke reeds gemaakt zijn. Door de tweede maakt hij vrede of oorlog, zendt of ontvangt ambassades, handhaaft de rust, voorkomt invallen. Door de derde straft hij de misdaden of oordeelt de geschillen van de particulieren. Men noemt deze laatste de macht om recht te spreken en de vorige de uitvoerende macht van de Staat... Als hij dezelfde persoon of instelling van de regering de wetgevende macht verenigd is met de uitvoerende, dan is er geen vrijheid; men kan dan vrezen dat dezelfde vorst of dezelfde senaat onwaardige wetten zou kunnen maken die men moet uitvoeren onder dwang.
Er is ook geen vrijheid als de macht om te oordelen niet gescheiden is van wetgevende en de uitvoerende. Indien zij was gevoegd bij de wetgevende dan zou de macht over het leven en de vrijheid van de burgers willekeurig zijn:
de rechter zou wetgever zijn. Indien zij was gevoegd bij de uitvoerende macht dan zou de rechter de macht hebben van een verdrukker.

Montesquieu (1689-1755) is een filosoof en de geestelijk vader van de scheiding van machten. De Trias Politica formuleert hij in 1748, in het boek ‘De l’Esprit des Lois’ – Over de Geest der Wetten.

Slide 10 - Tekstslide

4.1 Van welke staatsvorm is Montesquieu duidelijk pleitbezorger?

Slide 11 - Open vraag

4.2 Waarom hecht Montesquieu zoveel belang aan de scheiding der machten?

Slide 12 - Open vraag

4.3 Zijn de ideeën van Montesquieu nog steeds actueel in ons land? Leg uit.

Slide 13 - Open vraag


Gebruik de bron
5. Verklaar met behulp van de bron waarom het Nationaal Congres Leopold van Saksen-Coburg verkoos als koning van het nieuwe België. 

Slide 14 - Open vraag