svo 7 december 2022 werkwoordspelling tt / vt/ vd/

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

SVO woensdag 7 december 2022

• opwarmer
• werkwoordspelling
• schrijven: Word 2016

het verschil tussen kruidnoten en pepernoten

1. meel/bloem
2. kruiden
3. . vorm 

Opwarmertje

Kruidnoten

Een kruidnoot is gemaakt van tarwebloem en gekruid met kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, gember en kardemon.    

De kruidnoot is knapperig, heeft een half ronde vorm en lijkt met de smaak op een speculaasje.

pepernoten

Een pepernoot is gemaakt van roggemeel en is gekruid met anijs en gezoet met honing. De smaak en stevigheid van de pepernoot kan je vergelijken met taaitaai.

De vorm van de pepernoot is nooit het zelfde, ze zijn wat groter en ze zien er hoekig uit.

werkwoordspelling

tegenwoordige tijd

verleden tijd

voltooide tijd ( voltooid deelwoord)

Welke werkwoorden ken je?

tegenwoordige tijd

Hij ___________ vijf dagen per week naar school.

1. ga
2. gat
3. gaat
4. gaan

Wij ___________ op dinsdag in de klas.

1. reken
2. rekent
3. rekenen
4. rekenenen

Ik ________ mijn tas op de tafel.

1. zet
2. zett
3. ze
4. zetten

schrijf een zin (tegenwoordige tijd)

verleden                               tijd

Gisteren ________ ik in het park.

1. rente
2. renten
3. rende
4. renden

Vorig jaar ____________ wij elke dag naar school.

1. fietste
2. fietsten
3. fietsde
4. fietsden

Hij ________ in een goed team.

1. voetbalte
2. voetbalten
3. voetbalde
4. voetbalden

Maak een zin ( in de verleden tijd)

voltooide tijd ( voltooid deelwoord)

Ik heb maandag gewerkt.

1. goed
2. fout

Wij hebben de brief gestuurt.

1. goed
2. fout

Hij hebben in de tuin gewerkt.

1. goed
2. fout

Mijn moeder heeft mij gebeld.

1. goed
2. fout

tegenwoordige tijd

verleden tijd

voltooide tijd

loopt

gebruikt

maakte

rende

gekookt

schrijft

gespeeld

breekt

dansde

verteld

Schrijf de zin in verleden tijd:
Ik bel mijn vriend.

Schrijf de zin de voltooide tijd.
Hij telt het geld.

Schrijf de zin de tegenwoordige tijd:
Wij knipten het papier.

Schrijf de zin in verleden tijd:
Ik was mijn kleding.

Schrijf de zin in voltooide tijd:
Wij plakken de foto in het boek.

In welke tijd staan de zinnen?

1. Ik heb lekker geslapen.

2. De kinderen moeten weer naar school.

3. De man wilde naar huis gaan.

voltooide tijd

verleden tijd

tegenwoordige tijd

Hoe gaan de werkwoorden?

😒🙁😐🙂😃

word 2016

maak een account aan in 

https://werk-portal.nl

schrijf je gebruikersnaam en wachtwoord op

werk-portal.nl