,

Week 6, les 2

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

El programa de hoy
  • 5 min - Bienvenidos
  • 15 min - Luistervaardigheid
  • 10 min - vocabulario 
  • 15 min- Imperativo
  • 20  min - ¡A trabajar!
  • Los deberes 

Slide 2 - Tekstslide

Toets
Paso Adelante Capítulo 1
4 vaardigheden

Escuchar: Een fragment luisteren + vragen beantwoorden
Leer: Een tekst lezen en vragen beantwoorden
Escribir: Over jezelf + wat je in de vakantie hebt gedaan/ waar je bent geweest.

Gramática: 

Clave D TB pág 10: Presente y presente perfecto --> Gatentekst (je moet de betekenis van werkwoorden kennen en kunnen herkennen of het in de tegenwoordig of het voltooid deelwoord is.)
Clave J TB pág 15: El imperativo (alleen de imperativo afirmativo in de tú en usted vorm)

Slide 3 - Tekstslide

¡A trabajar!


¿Qué?  WB p. 29 ejercicio 25 y 26
¿Cómo? individualmente  
¿Tiempo? 15 minutos 
¿Objetivo? practicar con la  comprensión auditiva


timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Vocabulario
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Imperativo

Slide 6 - Tekstslide

Imperativo - de gebiedende wijs
Waarvoor wordt de imperativo gebruikt? 
De imperativo, of gebiedendewijs, wordt gebruikt om een opdracht of aanwijzing te geven. 

Slide 7 - Tekstslide

Gebiedende wijs
usted

hablar
habla
hable

escribir
escribe
escriba

comer
come
coma

Slide 8 - Tekstslide

¡A TRABAJAR!
1. __________ (girar, tú) a la derecha.
2. __________ (Mirar, usted) ¡Qué bonito!
3. __________ (visitar, usted) la iglesia.
4. __________ (coger, tú) el autobús.
5. __________ (leer, usted) primero las instrucciones antes de usarlo. 
6. Si estás enfermo, ____________ (beber, tú) mucha agua. 
7. __________ (vistar, usted) el centro comercial. 
8. __________ (hablar, usted) con Ricardo, está un poco preocupado 


timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van de imperativo:

____________(girar, tú) a la derecha.
A
gires
B
gira
C
giro
D
gire

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de imperativo:

___________(girar, usted) a la izquierda.

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de imperativo:

__________(saber, tú) dónde está el supermercado.
.

Slide 12 - Open vraag

Busca los verbos en imperativo del texto: 
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

¡A trabajar!
¿Qué?  WB p. 33 ejercicio 30 y 31
¿Cómo? Individual 
¿Tiempo? 20 minutos 
¿Objetivo? Repaso del imperativo


3. Presente
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Los deberes
Dtoets 
 WB p. 33 ejercicio 30 y 31

Slide 15 - Tekstslide