Terugblik hfst 5

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1,2

Goedemorgen

vandaag;

terugblik/quiz hfst 5

waarneming, gedrag en regeling

quiz over Hfst 5 

Vragen over paragraaf  1 t/m 6.

Wat vangen jouw zintuigen op?

1. Prikkels
2. Impulsen
3. Warmte
4. Geur

Hersenen

Impulsen

Zintuigen

Prikkels

Je hoort de kat spinnen

Je ruikt de soep

Je stoot je arm aan de tafelpunt

Je ziet dat de zon schijnt

Je voelt dat het buiten koud is

Je voelt dat de bal rond is

Lichtzintuigen

pijnzintuigen

Reukzintuigen

Gehoorzintuigen

Tastzintuigen

Koude zintuigen

De huid:

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?

1. Hoornlaag
2. Kiemlaag
3. Lederhuid
4. Onderhuidse bindweefsel

De huid voorkomt uitdroging. De huid blijft soepel door _____

1. Zweet
2. Vocht
3. Talg
4. Slijm

Wat moet je als eerste doen bij een brandwond

1. Bedek de wond met een gaasje of folio
2. Met lauw water zacht stromend koelen
3. Smeer iets op de brandwond
4. Waarschuw de huisarts

Neus

Neusslijmvlies

Geurstoffen

Wat zijn smaakknopjes?

wat is de prikkel?

1. zout
2. tong
3. proeven
4. speeksel aanmaken

gehoorgang

trommelvlies

gehoorbeentjes

gehoorzenuw

slakkenhuis

Met de Gele vlek kun je vooral.....

1. Kleuren zien
2. In het donker goed zien
3. Contrasten (zwart/wit) zien
4. In het licht slecht zien

Waar liggen je traanklieren?

1. Boven je oog
2. Onder je oog
3. Naast je oog
4. In je traanbuisjes

Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen. Zet de onderdelen in de juiste volgorde.

-->

-->

-->

-->

-->

-->

gehoorbeentjes trillen

vocht in het slakkenhuis trilt

zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen

impulsen gaan naar hersenen

geluid zorgt voor trillingen in de lucht

trommelvlies gaat trillen

Iemand die verziend is

1. Heeft moeite deze vraag van een telefoon te lezen
2. Kan goed ver kijken
3. Kan goed dichtbij kijken
4. Heeft een positieve bril nodig

Een zenuwcel bestaat uit

1. cellichaam met lange uitloper
2. cellichaam met minimaal twee lange uitlopers
3. cellichaam omgeven door isolerend laagje
4. beenmerg en hersenen

In de wervelkolom ligt je ruggenmerg. Wat doet het ruggenmerg?

1. schokken opvangen.
2. Signalen van de hersenen naar de zenuwen sturen.
3. zorgen voor goede beweging.
4. het is geel beenmerg, dus vetopslag

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.

1. juist
2. onjuist

Aangeboren gedrag

Aangeleerd gedrag

Wat is een voorbeeld van een inwendige prikkel?

1. Pijn omdat je je teen stoot
2. Nodig moeten plassen
3. De geur van je eigen bed
4. Een stuk taart

'De hond heeft het naar zijn zin'. Staat in deze zin een observatie of interpretatie?

1. Geen van beiden
2. Alleen een observatie
3. Alleen een interpretatie
4. Zowel een observatie als interpretatie

De alvleesklier maakt de hormonen insuline en glucagon aan. Wat is de functie van deze twee hormonen? Deze hormonen regelen de:

1. hoeveelheid gal.
2. bloedsuikerspiegel.
3. dikte van de klieren.
4. productie van maagsap.

Wat zijn hormonen?

1. Stoffen die de werking van organen regelen
2. Klieren die vloeistoffen uitscheiden
3. Stoffen die je beschermen tegen ziektes

Wat is geen resultaat van adrenaline

1. Je hartslag gaat omhoog
2. Je pupillen worden groter
3. Er gaat minder bloed naar je darmen
4. Je krijgt meer honger

Klaar voor het Proefwerk?

Tijd om na te kijken

Herhaling gehele hfst 3 

3.1  Zintuigen en prikkels

3.2 Zien

3.3 Horen

3.4 Ruiken en proeven

3.1 Zintuigen en prikkels

3.2 Zien

3.3 Horen

3.4 Ruiken en proeven