Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Standaard regel
Je schrijft alle bijvoeglijke naamwoorden zo kort mogelijk:
het is rode auto en niet roodden auto
het is het grote huis en niet het grootten huis

Slide 2 - Tekstslide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Bij stoffen schrijf je altijd een -n achter het bn. 
De gouden armband.
De koperen buis. 

Slide 3 - Tekstslide

Dus:
de (druk) leerling

Slide 4 - Open vraag

Dus:
De (zilver) ketting

Slide 5 - Open vraag

Je kan ook het vd als bn gebruiken

- Je schrijft de woorden ook zo kort mogelijk
- Hier kan een -n achter

Hoe weet je dat? > Hoor je een -n bij een voltooid deelwoord, dan schrijf je deze ook bij het bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoorbeeld
-de (sluiten) deur 
- de geslote/gesloten deur 
- de deur is gesloten 
- de gesloten deur 

Slide 7 - Tekstslide

Of 
- de (open) deur
- de geopende/geopenden deur
- de deur is geopend
- de geopende deur

Slide 8 - Tekstslide

De aangebrande / aangebranden aardappels
A
aangebranden
B
aangebrande

Slide 9 - Quizvraag

het gelanden / gelande vliegtuig
A
gelanden
B
gelande

Slide 10 - Quizvraag

de gevallen / gevalle fietser
A
gevallen
B
gevalle

Slide 11 - Quizvraag