Prépositions + villes/villages/pays



Prépositions 
noms de pays
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



Prépositions 
noms de pays

Slide 1 - Tekstslide

Pays / Villes

Slide 2 - Woordweb

l'explication 
  • à
  • en
  • au
  • aux

    Vertaling: naar, in 

Slide 3 - Tekstslide

Villes / villages
Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel 'à'. 

Voorbeeld:
        Je vais à Paris 
        Je vais à Londres

Slide 4 - Tekstslide

Continents
Om continenten aan te geven gebruik je het voorzetsel 'en'. 

Voorbeeld:
        En Afrique
        En Europe
        

Slide 5 - Tekstslide

Pays
  • Bij landen heb je drie opties: en / au / aux

  • Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je het geslacht weten van het land. 



Slide 6 - Tekstslide

Pays 
  • 'En
  • Féminin 
  • Eindigen op een 'e'
    (en Espagne(en France)

Slide 7 - Tekstslide

Pays
  • 'au'
  • Masculin 
  • Eindigtniet op een [e] of eindigt met een medeklinker
    ( au Danemark)( au Canada, au Pérou) 

Slide 8 - Tekstslide

Pays
  • Aux
  • Pluriel 

Voorbeeld: 
        Aux États-Unis
        Aux Pays-Bas

Slide 9 - Tekstslide

Résumé
À = villes et villages
En = continents et pays féminins
Au = pays masculins
Aux = pays au pluriel 

Slide 10 - Tekstslide

Tu as bien compris? Faites Cette exercice
  1. Je suis née .... Seattle.
  2. C'est une ville ..... Etats-Unis.
  3. Ma soeur habite ... Mali.
  4. C'est ... Afrique.
les réponses
  1. à
  2. aux
  3. au
  4. en

Slide 11 - Tekstslide

Espagne
A
Masculin
B
Féminin
C
Pluriel

Slide 12 - Quizvraag

Danemark
A
Masculin
B
Féminin
C
Pluriel

Slide 13 - Quizvraag

Belgique
A
Masculin
B
Féminin
C
Pluriel

Slide 14 - Quizvraag

Pays-Bas
A
Masculin
B
Féminin
C
Pluriel

Slide 15 - Quizvraag

Uit welke 4 voorzetsels kun je kiezen als je een land/continent/stad aan wilt duiden?

Slide 16 - Open vraag

Paris
A
À
B
En
C
Au
D
Aux

Slide 17 - Quizvraag

Europe
A
À
B
En
C
Au
D
Aux

Slide 18 - Quizvraag

États-Unis
A
À
B
En
C
Au
D
Aux

Slide 19 - Quizvraag

Lille
A
À
B
En
C
Au
D
Aux

Slide 20 - Quizvraag

Pérou
A
À
B
En
C
Au
D
Aux

Slide 21 - Quizvraag

à
en
au
aux
Italie
Bruxelles
Pays-Bas
Luxembourg
Paris
États-Unis
Pérou
Asie

Slide 22 - Sleepvraag

Welk voorzetsel past hier?
Nous allons ____ France cet été.

Slide 23 - Open vraag

Welk voorzetsel past hier?
Elle habite _____ Bordeaux.

Slide 24 - Open vraag

Welk voorzetsel past hier?
Vous allez partir ____ Portugal?

Slide 25 - Open vraag

Mes amis habitent ....... Amsterdam.

Slide 26 - Open vraag

Sa mère est née ..... Japon.

Slide 27 - Open vraag

Mon frère et moi, nous sommes allés .... États-Unis.

Slide 28 - Open vraag

Il est parti en vacances ..... Espagne.

Slide 29 - Open vraag

Qu'est-ce que tu as appris ?

Slide 30 - Open vraag