Werkvormen samenwerken voor leerlingen

Werkvormen
samenwerken
voor leerlingen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
KVCMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Werkvormen
samenwerken
voor leerlingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Placemat
Benodigdheden:
  • Groepjes van vier
  • A4 (rechthoek plus lijnen)
  • Open vraag
__________________
__________________

Slide 2 - Tekstslide

Elk groepje van vier leerlingen krijgt een vel papier, met in het midden een rechthoek. Vanuit de hoeken van de rechthoek staan lijnen naar de hoeken van het papier. Hierdoor zijn er naast het rechthoek in het midden nog vier vakken, voor elk groepslid een.. De docent geeft een opdracht en elke leerling schrijft in zijn eigen vak zijn ideeën en antwoorden op (braindump). Daarna gaan de leerlingen overleggen en formuleren ze een gemeenschappelijk antwoord. Dat schrijven ze op in de gemeenschappelijke rechthoek. Daarop volgt de klassikale uitwisseling in LessonUp. Elke groep noteert wat ze hebben opgeschreven in LessonUp (open vraag). 
Noteer de gezamenlijke conclusie van jouw groep.
Noteer de gezamenlijke conclusie van jouw groep.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijken, luisteren, praten
Benodigdheden:
  • Kijkplaat
  • Hotspot met woorden
  • Uitgesproken woorden

Slide 4 - Tekstslide

Kijken, luisteren, praten
Met kijken, luisteren, praten kijken leerlingen eerst naar de kijkplaat. Welke dingen zien zij allemaal op de afbeelding. Vervolgens maak je tweetallen. Een leerling klikt op de hotspot, de andere leerling spreekt het woord uit. Samen checken ze de uitspraak. Vervolgens wisselen ze van rol totdat alle woorden zijn behandeld.
main road
crossroads or junction
to cycle
You pay a fare for the cab
cycle path
traffic light
pedestrian
You pay a fare for the cab

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draaien (spinnen)
Benodigdheden:
  • Groepjes
  • Slide met twee spinners
  • Spinner 1:  wie, wat, waar,
                         wanneer, hoe, waarom
  • Spinner 2: werkwoordsvervoegingen

Slide 6 - Tekstslide

Draaien (spinnen)
In de klas wordt een tekst gelezen en nabesproken. Daarna gaan de leerlingen in groepjes zitten. Elk groepje heeft de slide voor zich met twee spinners. Op de eerste spinner kan staan: ‘wie, wat, waar, wanneer, hoe, waarom,’. Op de andere spinner kunnen werkwoordsvervoegingen staan, zoals: ‘is, kan, doet, wil, heeft, zal’. Met de twee woorden die gedraaid worden, maakt een van de leerlingen een vraag, die de groepsgenoten vervolgens beantwoorden. Daarna mag de volgende leerling op beide spinners klikken. Tenslotte volgt de klassikale nabespreking. 
Draaien (spinnen)
Draai eerst . . .
En dan . . .

Slide 7 - Tekstslide

Draaien (spinnen)
In de klas wordt een tekst gelezen en nabesproken. Daarna gaan de leerlingen in groepjes zitten. Elk groepje heeft de slide voor zich met twee spinners. Op de eerste spinner kan staan: ‘wie, wat, waar, wanneer, hoe, waarom,’. Op de andere spinner kunnen werkwoordsvervoegingen staan, zoals: ‘is, kan, doet, wil, heeft, zal’. Met de twee woorden die gedraaid worden, maakt een van de leerlingen een vraag, die de groepsgenoten vervolgens beantwoorden. Daarna mag de volgende leerling op beide spinners klikken. Tenslotte volgt de klassikale nabespreking. 
Party & Co
Benodigdheden:
  • Behandeld hoofdstuk
  • Timer
  • Spel en slide ideeën:
    - Fotovraag (tekenopdracht)
    -  Ganzenbord

Slide 8 - Tekstslide

Party en co
In dit spel moeten leerlingen in teamverband verschillende opdrachten binnen 60 seconden uitvoeren. Denk hierbij aan vragen beantwoorden, uitbeelden en tekenen. Alle opdrachten hebben te maken met het hoofdstuk wat is behandeld.
Dit spel spel kan vormgegeven worden zoals het ganzenbord spel met een spinnen als dobbelsteen. 
Van de bergen naar de zee
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
Start
Vraag: 
Welk type verwering zal hier het meest voorkomen?
Vraag: Gletsjers nemen verweringsmateriaal mee. Dit schuurt vervolgens samen met de gletsjer een dal uit. Welk vorm heeft het dal van een gletsjer?
Vraag: Hoe wordt het sediment genoemd wat achterblijft aan de zijkant, onderkant en aan het eind van de gletsjer?
Vraag: 
Hoe kunnen we zien dat we hier te maken hebben met jong gebergte?
Vraag: 
Leg uit hoe de Alpen ontstaan zijn? Leg dit uit in minimaal drie stappen!
Vraag: 
Wat betekent firn?
Vraag: 
Rivieren indelen. Op basis van een lengteprofiel ontstaan er drie delen. Welke delen zijn dat? 
Vraag: 
Er zijn 3 soorten rivieren. Welke soorten zijn er?
Vraag: 
Zien we hier een afbraakkust of een aanslibbingskust?
Vraag: 
Wat betekent erosie?
Vraag: 
Leg in minimaal 3 stappen uit hoe dit is ontstaan wat je in de afbeelding ziet?
Vraag: 
Hier zien we een buiten- en binnenbocht van een rivier. Waar vindt sedimentatie plaats, binnen- of buitenbocht?
Vraag: 
Hoe ontstaat een hoefijzermeer? In dit beeld is er bijna 1 te zien.
Vraag: 
Wat is sedimentatie?
Speluitleg
Hoe werkt dit spel?
  • Kies een pion.
  • Draai met het rad en zet de stappen zoals op het rad staat.
  • Volg de richting van de cirkels.
  • Kom je bij een groene cirkel, kies 1 van de vraagtekens en beantwoord deze. Fout? Sla dan een beurt over. Goed de beurt gaat naar de ander, maar je mag daarna wel door. 
  • Lila cirkel is een beurt wachten.
  • Witte cirkel, niks aan de hand.
  • Wie als eerst bij 1 van de bekers komt en goed beantwoord wint het spel.
Vraag: 
Rivieren zorgen voor erosie. De kracht van schurend verweringsmateriaal en water is enorm. Complete dalen ontstaan door de kracht. Welk type dal ontstaat er?
Vraag: 
Er bestaat chemische verwering en mechanische verwering. Mechanische verwering is onder andere door temperatuurverschillen. Leg uit hoe temperatuurverschillen verwering werkt.
Vraag: 
De Alpen zijn ontstaan door krachten binnen de aarde. Hoe worden deze krachten genoemd?
Vraag: 
Hoe ziet oud gebergte eruit? Geef minimaal 2 kenmerken!
Vraag: 
Wat is de reden dat er veel sedimentatie is in de benedenloop van de rivier?
Vraag: 
Leg uit hoe een kustduin ontstaat?
Vraag: 
Hoe wordt de monding van een rivier genoemd, zoals je hier rechts ziet?
Aan de linkerkant zie je een estuarium!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trivial pursuit
Benodigdheden:
  • 1 spinner
  • Vragen
  • 6 vaste hotspots kleuren spinner
  • 6 verplaatsbare hotspots zelfde spinner
1
3
2

Slide 10 - Tekstslide

In Trivial Pursuit (Triviant) wordt je kennis getest. De spinner bepaalt welke vraag én kleur het is. Elke vraag die goed is beantwoord, levert een ‘rondje’ op. De eerste die alle rondjes heeft, is de winnaar. Speel in tweetallen.

Hoe maak je Trivial Pursuit?
1. Voeg een Spinner toe bij + Component. Zet vragen in de spinner door dubbel te klikken op de spinner.
2. Voeg een Hotspot toe bij + Component
3. Klik rechts op de spinner. Klik op Instellingen. Kies bij Extra: Verplaatsbaar tijdens de presentatie.
4. Kopieer de Hotspot nog vijf keer en verander ze naar de kleuren van de spinner bij Instellingen.
5. Onder + Componenten bij Symbolen vind je Cirkel. Creëer er zes in dezelfde kleuren als de spinner.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeopardy
Benodigdheden:
  • 1 spinner + thema's
  • 4 spinners + antwoorden
  • 1 tabel, 4 thema's
  • 16 hotspots + check afbeelding

Slide 12 - Tekstslide

Jeopardy:
In dit spel krijgen de leerlingen het antwoord en moeten ze de vraag bedenken waarop dat antwoord kan worden gegeven.

In deze geschiedenisles betreffen het begrippen en personen behorende bij het VMBO-examenprogramma.

Bijvoorbeeld:
  • "Gaf toespraken via Radio Oranje"
    De leerlingen beantwoorden dan bijvoorbeeld met: "Wie was koningin Wilhelmina?"
Deze les is snel aan te passen aan je eigen vak: het enige dat je hoeft te doen is de begrippen in de spinner en de categorieën aan te passen. Deze werkvorm kan ook goed worden ingezet bij de moderne vreemde talen. Bij het examen moeten de leerlingen nu ook kennis van land en samenleving hebben. Een spel als Jeopardy! kan deze kennis op een leuke en zinvolle manier toetsen.
Personen
Begrippen
Gebeurtenissen
Jaartallen
10
10
10
10
5
5
5
5
25
25
25
25
Start
50
50
50
50

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer
De docent zegt.......

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou jij deze workvormen omzetten naar jouw vak?
Hoe zou jij deze werkvormen
omzetten naar jouw vak?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Aardappeloproer
1917



Enkele Amsterdamse vrouwen zagen dat er een schip vol aardappelen in een van de grachten lag. Ze gingen erop af en plunderden het schip: hun schorten vol aardappelen. De dag erna waren er meer plunderaars. Pas nadat zes mensen door het leger werden doodgeschoten, keerde de rust terug

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies