H4.2 les 1

H4.2 De grote Oost-Japanse ramp
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4.2 De grote Oost-Japanse ramp

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leerdoelen van H4.2
  1. Je weet waar aardbevingen ontstaan
  2. Je weet hoe een aardbeving ontstaat.
  3. Je weet het verschil tussen het hypocentrum en epicentrum.
  4. Je weet hoe de schaal van Richter werkt.

Slide 3 - Tekstslide

1. Je weet waar aardbevingen ontstaan

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1. Je weet waar aardbevingen ontstaan
Zware aardbevingen ontstaan voornamelijk in de buurt van plaatbreuken. Vooral waar twee platen naar elkaar toe bewegen en langs elkaar bewegen.

Slide 6 - Tekstslide

2. Je weet hoe een aardbeving ontstaat.

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

2. Je weet hoe een aardbeving ontstaat.
  • De aardkorst bestaat uit verschillende platen, die bewegen.  
  • Dat bewegen van de aardkorst langs en over elkaar gaat heel schokkerig. 
  • Jaren achter elkaar gebeurt er niets en bouwt de spanning zich op, en dan opeens verschuiven de platen een paar meter tegelijk. 
  • Dat levert enorme aardschokken op: een aardbeving.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

3. Je weet het verschil tussen het hypocentrum en epicentrum.
Een aardbeving begint ergens diep in de aardkorst. 
Dat diepste punt heet het hypocentrum. Het punt aan het aardoppervlak daar loodrecht boven heet het epicentrum

Slide 11 - Tekstslide

4. Je weet hoe de schaal van Richter werkt.
Wetenschappers die aardbevingen bestuderen, heten seismologen
Zij meten de trillingen van de aardkorst met een seismograaf



De Amerikaanse seismoloog Richter is bekend geworden, omdat hij een schaal heeft bedacht voor de kracht van een aardbeving. 

Slide 12 - Tekstslide

Seismograaf
Konden we de aardbeving van de zware aardbeving in Japan in Nederland meten? 

Slide 13 - Tekstslide

4. Je weet hoe de schaal van Richter werkt.
Wetenschappers die aardbevingen bestuderen, heten seismologen
Zij meten de trillingen van de aardkorst met een seismograaf



De Amerikaanse seismoloog Richter is bekend geworden, omdat hij een schaal heeft bedacht voor de kracht van een aardbeving. 

Slide 14 - Tekstslide

4. Je weet hoe de schaal van Richter werkt.
Met de schaal van Richter meten we hoe zwaar een aardbeving is. 
De schaal gaat van 0 t/m 10. Elk cijfer omhoog betekend dat de trilling 10x zwaarder is.

Slide 15 - Tekstslide

4. Je weet hoe de schaal van Richter werkt.
Een aardbeving in Groningen van
3 op de schaal van Richter



Een zware aardbeving in Japan van
9 op de schaal van Richter





hoeveel keer zwaarder?
1.000.000

Slide 16 - Tekstslide

Stappen schaal van Richter

Slide 17 - Tekstslide

Welk begrip past bij een wetenschapper die zich bezighoudt met het bestuderen van aardbevingen.
A
Seismograaf
B
Hypocentrum
C
Epicentrum
D
Seismoloog

Slide 18 - Quizvraag

Hypocentrum
Epicentrum

Slide 19 - Sleepvraag

Hoeveel keer zwaarder is een aardbeving van 4 op de schaal van Richter dan eentje van 2?
A
2 keer zwaarder
B
20 keer zwaarder
C
100 keer zwaarder
D
9999999 keer zwaarder

Slide 20 - Quizvraag

4. Je weet hoe de schaal van Richter werkt.
Bij de allerlichtste trilling staat op de schaal van Richter het getal 0. Als de trilling tien keer zo zwaar is, krijgt deze het getal 1 en als hij wéér tien keer zo zwaar is, het getal 2. Dat gaat op die manier door. Dus bij elk cijfer hoger op de schaal is de beving tien keer zo sterk als de vorige.

Slide 21 - Tekstslide

Stappen schaal van Richter

Slide 22 - Tekstslide

4. Je weet hoe de schaal van Richter werkt.
Een aardbeving in Groningen van
3 op de schaal van Richter



Een zware aardbeving in Japan van
9 op de schaal van Richter





hoeveel keer zwaarder?
1.000.000

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken in online werkboek 
H4.2 opdrachten 1 t/m 2

Extra: Bekijk hier foto's van een voor & na een aardbeving in Italie. (6 op de schaal van Richter)

Slide 24 - Tekstslide