9.4 Ongelijkheden oplossen

§9.4    Ongelijkheden oplossen, blz. 98 
§8.4   Het omslagpunt, blz. 60   
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§9.4    Ongelijkheden oplossen, blz. 98 
§8.4   Het omslagpunt, blz. 60   

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw les 
  • Huiswerk controle (m §9.3/§8.3)
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Afsluiten (Rep H9/8 op 13 maart)

Slide 2 - Tekstslide

terugblik vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
startgetal
hellings-getal
schetsen grafiek
vergelijkingen oplossen
snijpunt van 2 lijnen bepalen

Slide 4 - Tekstslide



Maak aantekeningen dat is aan te raden!








 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Startgetal/hellings-getal van:      k=2a-3

Slide 7 - Tekstslide

9.4 grafieken schetsen bij lineaire formules

Slide 8 - Tekstslide

schets     k=2a-3

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het startgetal bij de volgende formule:
y = 4(2x - 3) ?
A
4
B
8
C
-3
D
-12

Slide 10 - Quizvraag

§9.1 Vergelijking oplossen met de Balans methode
  1. vergelijking opschrijven
  2. letters naar links
  3. getallen naar rechts
  4. delen door het getal voor de letter
  5. controleren
  6. antwoord opschrijven

Slide 11 - Tekstslide

Los deze vergelijking op
8x+3x+19=7x+59
A
x=3
B
x=31
C
x=10

Slide 12 - Quizvraag

§9.3 vind de coördinaten van het snijpunt
- stel een vergelijking op
- bereken x     (x=...)
- vul x in één van de formules in om y te vinden      (y=...)
- schrijf de coördinaten op van het snijpunt:    (x,y)

Slide 13 - Tekstslide

Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijnen:
en
y=2x+10
y=5x20
A
(11,30)
B
(30,10)
C
(10,10)
D
(10,30)

Slide 14 - Quizvraag

y=2x+10   en   y=5x-20

Slide 15 - Tekstslide

leerdoelen

Slide 16 - Tekstslide

TL:

Slide 17 - Tekstslide

Groter en Kleiner dan 
> of <

Slide 18 - Tekstslide


De oplossing van de ongelijkheid 

is 
2x+3>x+18
A
x < 5
B
x = 5
C
y = 5
D
x > 5

Slide 19 - Quizvraag

§9.4  Ongelijkheden oplossen
Stappenplan
Maak de vergelijking die bij de ongelijkheid hoort.
2
Los de vergelijking op!
Dit hebben we gehad in paragraaf 9.1
  • Balansmethode 
3
Lees met een grafiek de oplossing van de ongelijkheid af.

Zet een = teken bij de oplossing.

Zet een krul of "g" bij wat klopt en een kruisje of "f".

4
Schrijf de oplossing van de ongelijkheid op!

Let op je notatie!

> groter dan < kleiner dan = is gelijk aan

5
Schrijf de ongelijkheid op.
1

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

wat kan je ermee in het dagelijks leven?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Voor welke t geldt:

lijn A < lijn B

Slide 25 - Tekstslide


Welke ongelijkheid past bij de vraag:      voor welke x ligt de lijn y = 2x + 3 boven     de lijn y = -x + 18?
A
2x+3>x+18
B
2x+3<x+18
C
2x+3= x+18
D
2x+3x+18

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag

HV: Maak §9.4 !
Blz. 98 - 100

TL: maken §8.4
blz. 60-62  

Slide 27 - Tekstslide