werkwoordspelling 10/9/2019

Werkwoordspelling
2HV2
10/9/2019
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
2HV2
10/9/2019

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stam van het werkwoord is altijd hetzelfde als de ik-vorm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voegwoord kan twee zinnen met elkaar verbinden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Voegwoorden --> kunnen zinnen met elkaar verbinden, woorden met elkaar verbinden of woordgroepen met elkaar verbinden. 
Wat is het voegwoord in de onderstaande zin:
Joep begon te schreeuwen, omdat hij het zat was.

Slide 4 - Open vraag

Omdat = redengevend voegwoord, of oorzaak/gevolg voegwoord. (geeft een reden aan of geeft een oorzaak/gevolg aan).
Samengestelde zinnen hebben twee of meer persoonsvormen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Samengestelde zinnen --> zijn zinnen met meer dan 1 persoonsvorm
Vul de juiste vormen van de werkwoorden in:
De krant ........ (melden, t.t.) dat het niet is .........(gebeuren, v.d.)

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vormen van de werkwoorden in:
Joep ..........(beginnen, v.t.) te schreeuwen, omdat hij het zat ........... (zijn, v.t.).

Slide 7 - Open vraag

Omdat = voegwoord
Het verband van de twee zinnen is dan: redengevend, oorzaak en gevolg (voegwoorden van reden, oorzaak en gevolg)
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
Pas nu is hij van haar gelijk ............... (overtuigen, v.d.).

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm 
Hij beweert dat wel, maar zij gelooft hem niet. 

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvormen? Hoe kom je daarachter? --> de zin in een andere tijd zetten

Is de werkwoordsvorm geen persoonsvorm, maar bijvoorbeeld een voltooid deelwoord, een onvoltooid deelwoord of het hele werkwoord (infinitief)? Schrijf het woord dan zo eenvoudig mogelijk. Maak de ik-vorm langer als je wilt weten of het op een -d of op een -t eindigt. 
Bij twijfel kun je ’t ex-kofschip gebruiken.
Als de werkwoordsvorm geen persoonsvorm is, krijgt het dus ook geen extra -d of -t. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm v.t.
Het nieuwtje ............. (verspreiden, v.t.) zich snel door de school. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
Gisteren wilde ik die vraag beantwoorden.

Slide 12 - Tekstslide

Persoonsvorm = wilde
Is de werkwoordsvorm geen persoonsvorm, maar bijvoorbeeld een voltooid deelwoord, een onvoltooid deelwoord of het hele werkwoord (infinitief)? Schrijf het woord dan zo eenvoudig mogelijk. Maak de ik-vorm langer als je wilt weten of het op een -d of op een -t eindigt. 


Wat? --> werkblad (via de mail), juiste vorm van het werkwoord invullen.
Hoe? --> alleen
Hulp(middelen) --> theorie van Learnbeat, docente vragen (hand opsteken)
Tijd? --> zie timer 
Klaar? --> beginnen aan de opgaven in Learnbeat over werkwoordspelling 1
Uitkomst? --> klassikaal bespreken 

Opdracht
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht bespreken
  • wissel je antwoorden uit met je buurman/buurvrouw. Hebben jullie overal dezelfde vorm van het werkwoord? Zo niet, probeer dan samen tot het antwoord te komen.
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden van de les
  • Ik kan werkwoorden op de juiste manier spellen. 



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies