Intervisie - Les 6.7

• Intervisie
• MBO
• Studiejaar 2

Intervisie - Les 6.7

Opbouw periode 6

6.1 Incidentmethode 

6.2 Energiegevers & energielekken op stage

6.3 Omgekeerde incidentmethode

6.4 Moeilijke situaties op stage

6.5 Incidentmethode

6.6 Groepsvorming

6.7 Omgekeerde incidentmethode

6.8 Herhaling opdrachten en afmaken verslag

Lesplanning

- Voorkennis activeren

- Omgekeerde incidentmethode

- Lesafsluiting

Noem iets uit afgelopen week waar jij trots op bent

Persoonlijke invloed

Denk aan:

• Eigen handelen
• Eigen gedachten of gevoelens
• Eigen ervaring
• Eigen persoonlijkheid 

Kortom: alles wat je zelf doet en vanuit jezelf komt

Invloed vanuit de omgeving

Denk aan:

• Handelen van SB of andere                  collega's
• Ruimte of lokaal
• Tijdstippen op de dag
• Lesmateriaal
• Gedrag leerlingen, collega's of          ouders

Kortom: alles wat buiten jezelf ligt

Stap 1. Kies de voorzitter

• De voorzitter bewaakt de tijd, de stappen en de spelregels.
• De tijd kun je ook delegeren aan een ander groepslid. 
• (Per groep 1 voorzitter)

Stap 2. Introduceer de casussen

• Ieder groepslid vertelt over zijn/haar casus. Een casus is een gebeurtenis    die nog niet volledig is uitgewerkt.  Let op! Dit is een succeservaring              waarbij jij persoonlijk bij betrokken bent.
• Een succes dat nog ‘leeft’ of in de toekomst gaat spelen.
• De succesinbrenger mag niet vertellen wat hij/zij gedaan heeft of hoe          hij/zij de casus heeft aangepakt.

Stap 3. Kies welke casus jullie gaan bespreken

• Ieder groepslid krijgt twee stemmen. De casus met de meeste stemmen      wordt besproken.
  
• Bevraag elkaar op het waarom van iemands keuze. De argumenten die          achter de keuze zitten kunnen ook voor de andere deelnemers van                belang   zijn. 
• Indien het succes van de voorzitter wordt gekozen dan kiezen jullie een        nieuwe voorzitter.

Stap 4. De probleeminbrenger vertelt kernachtig nog eens zijn/haar succes. 

• Hij/zij  begint met:

“Mijn succeservaring  is dat……………… en mijn vraag aan de groep is wat was      mijn persoonlijke invloed en wat waren invloeden uit de omgeving?

Stap 5. Welke vragen roept dit bij je op? Welke vragen heb jij om een goed (compleet) beeld te krijgen van het succes?

• Schrijf voor jezelf minimaal drie vragen op om meer inzicht te krijgen in        de succeservaring 
• Denk aan open vragen: wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe...

Stap 6. In deze ronde kan iedereen zijn/haar vragen stellen

• Stel vooral vragen die feitelijke informatie geven. 
• Stel open vragen: wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe,                    hoeveel etc. en probeer door te vragen op de antwoorden die de                      succesinbrenger geeft. 

• De voorzitter moet er op letten dat de succesinbrenger niet vertelt hoe        hij/zij de casus heeft aangepakt en moet er voor zorgen dat er geen              discussie ontstaat. 

Stap 7: Post-it schrijven

• Schrijf  individueel op een post-it  welke oorzaken, aanleidingen, factoren    of gebeurtenissen invloed hebben gehad op het succes. Maak hierbij            onderscheid tussen de persoon zelf en zijn/haar invloed en de invloed          van de omgeving. 
• Gebruik 1 post-it per oorzaak.
• Wees zo kort als mogelijk.
• Plak de beschreven post-its voor je op tafel

Stap 8. Post-it plakken

• Groepsleden stappen om de beurt naar voren om hun post-its op het            bord te plakken.  
• Per post-it kijk je de succesinbrenger aan en spreek je jouw tekst op de        post-it hard op uit.
• De succesinbrenger ziet toe en luistert. Er mogen geen vragen meer              worden gesteld en de succesinbrenger mag in deze fase niet reageren.

Stap 9. Analyse

• De voorzitter verdeelt het bord in twee vlakken: 

       1. persoonlijke invloed, 2. omgevingsfactoren

• De groep krijgt de opdracht alle geplakte post-its in het juiste vak te                plakken. 
• Bij twijfel over een post-it wordt deze onderaan geplakt en aan het eind        van de sorteersessie nog kort besproken. Daarna wordt deze alsnog              ingedeeld, eventueel op de middenlijn als de post-it  zowel persoonlijk          als omgeving is.

Stap 10. Afsluitend gesprek 

• De succesinbrenger vertelt hoe hij/zij handelde in de situatie en/of wat        zij zich heeft voorgenomen om te gaan doen. 
  
• Dan richt de succesinbrenger zich naar het bord en bespreekt met de          groep hoe hij of zij de analyse heeft ervaren.
• Denk aan: wat voor gevoel geeft het bekijken van het bord jou? Hoe is het    om te kijken naar je succes i.p.v. je probleem, waar is de inbrenger het          meest trots op en wat neemt de inbrenger mee van het bord.

Stap 11. Evalueren

• Een ieder noteert wat hij/zij heeft geleerd van deze bespreking. 
• Eerst mag de succesinbrenger vertellen wat hij/zij heeft geleerd en                daarna de anderen.  De succesinbrenger maakt een foto van het bord          voor in zijn/haar verslag
• Ten slotte vat de voorzitter de evaluatie samen en worden de post-its            door de groep netjes opgeruimd

Eindverslag (1 punt)

Je schrijft een eindverslag met daarin:

• Een korte samenvatting van iedere les (les 6.1 t/m 6.8).
• Wat je meeneemt per les naar jouw stage.
• Wat je deze periode hebt geleerd.
• Hoe heb je deze lessenreeks intervisie ervaren (FB)?
  

Volgende week

Les 6.8 Herhalen opdrachten P6  en verslag afmaken