4.1_Eerste_wet_van_Newton

Hoofdstuk 4: Krachtwetten
4.1 De eerste wet van Newton
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Krachtwetten
4.1 De eerste wet van Newton

Slide 1 - Tekstslide

Ontbind Fres (groen) in de figuur op papier
en stuur een foto/het antwoord in. Hoek alfa =
130°, hoek beta = 15° en de nettokracht is 45 N.
Schaal: 1 cm =^ 10 N
timer
7:00

Slide 2 - Open vraag

Wat is een gevolg van een kracht?
A
Vervormen
B
Op zijn plaats blijven
C
Met constante snelheid voortbewegen
D
Van snelheid veranderen

Slide 3 - Quizvraag

Vervormen


Op zijn plaats blijven

Slide 4 - Tekstslide

Met constante snelheid voortbewegen
Van snelheid veranderen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heet de totale kracht op een voorwerp?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de resulterende kracht?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent Fres = 0 N voor de snelheid?

Slide 8 - Open vraag

Vliegtuig
Krachten in evenwicht,
Fres = 0!

Maar het vliegtuig kan niet
in rust zijn..

Slide 9 - Tekstslide

Resulterende kracht bij een constante snelheid
Een motorboot vaart in een rechte lijn, hieronder het (v,t)-diagram.


Slide 10 - Tekstslide

Wat gebeurt er in interval I?
A
De boot ligt stil
B
De boot versnelt
C
De snelheid van de boot is constant
D
De boot vertraagt

Slide 11 - Quizvraag

Interval I
In interval I is de boot in rust, de resulterende kracht is dan 0N. De krachten zijn in evenwicht.

De grootte en richting van de snelheid veranderen dan niet.

Slide 12 - Tekstslide

Wat gebeurt er in interval II?
A
De boot ligt stil
B
De boot versnelt
C
De snelheid van de boot is constant
D
De boot vertraagt

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er in interval III?
A
De boot ligt stil
B
De boot versnelt
C
De snelheid van de boot is constant
D
De boot vertraagt

Slide 14 - Quizvraag

Interval III
In interval III verandert de snelheid niet van grootte én niet van richting. Ook nu is de resulterende kracht 0N, de krachten zijn in evenwicht.

De voorwaartse kracht is even groot als de wrijvingskracht.

Slide 15 - Tekstslide

Wat gebeurt er in interval IV?
A
De boot ligt stil
B
De boot versnelt
C
De snelheid van de boot is constant
D
De boot vertraagt

Slide 16 - Quizvraag

Eerste wet van Newton
Als op een voorwerp geen resulterende kracht werkt, dan beweegt het voorwerp eenparig rechtlijnig of is in rust.

En ook andersom: Als een voorwerp met constante snelheid langs een rechte lijn beweegt of in rust is, is de resulterende kracht op dat voorwerp gelijk aan 0N.

Slide 17 - Tekstslide

Eerste wet van Newton
Dus: Voorwerpen met een eenparige beweging (constante snelheid) houden deze snelheid, om de snelheid te veranderen is er een netto-kracht van buitenaf nodig.

Voorbeeld: Als je in de auto zit en er
wordt plotseling flink geremd, dan gaat
je lichaam naar voren.

Slide 18 - Tekstslide

Rolschaatsen
Je stopt met afzetten, maar
glijdt nog wel door.

Je vertraagt wel door wrijving

Slide 19 - Tekstslide

In de praktijk
Een bouwvakker loopt met een kruiwagen met stenen met constante snelheid. Op het horizontale terrein is de rolweer-standskracht 0,8 kN.


Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: opgaven 1 t/m 3
Leren: §4.1

Let op! Opgaven mailen naar bbwsta25@hetstreek.nl voor maandag 23.59

Slide 21 - Tekstslide