4 Nederland als parlementaire democratie

Leerdoelen


  1. Welke rechten hebben de ministers en de Eerste en Tweede Kamer? 
  2. Welke rechten hebben burgers in Nederland? 
  3. Hoe worden de rechten van burgers in Nederland beschermd?  
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen


  1. Welke rechten hebben de ministers en de Eerste en Tweede Kamer? 
  2. Welke rechten hebben burgers in Nederland? 
  3. Hoe worden de rechten van burgers in Nederland beschermd?  

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De rechten van ministers en de Eerste en Tweede kamer
  • Leden van de Tweede Kamer hebben:

Recht van initiatief: zelf wetten bedenken

Recht van amendement: recht om wetsvoorstellen te wijzigen


Slide 4 - Tekstslide

  • Leden van Eerste en Tweede Kamer hebben allebei:

Recht van budget: Recht om uitgaven en inkomsten van de staat te controleren en deze als wet goed of af te keuren.

Recht van interpellatie: het recht om een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak

Recht van enquête: het recht om een bepaalde zaak tot op de bodem uit te zoeken (zwaarste maatregel).


Slide 5 - Tekstslide

4.2 De rechten van burgers in Nederland 

Klassieke grondrechten (uit 1848) en zorgen ervoor dat burgers in vrijheid kunnen leven

  • het recht op gelijke behandeling
  • het recht van vrije meningsuiting
  • het recht op privacy
  • vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
  • het recht van vereniging, vergadering en betoging
  • 1919 algemeen kiesrecht


Slide 6 - Tekstslide

4.2 De rechten van burgers in Nederland 

Sociale grondrechten (vanaf 1983) beschermen de burgers tegen slechte leefomstandigheden:

  • recht op bestaanszekerheid
  • recht op onderwijs
  • recht op woonruimte

Slide 7 - Tekstslide





Aan de slag

Maken vraag 3 t/m 10 op blz. 15+16


Slide 8 - Tekstslide



4.3 De bescherming van de rechten van burgers in Nederland

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Bespreken vraag 3 t/m 10 op blz. 15+16 

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen deze les:
1) Je kunt benoemen wat het betekend om een rechtstaat te zijn

2) Je kunt de drie machten in Nederland herkennen + benoemen wie welke macht heeft

3) Je kunt het verschil uitleggen tussen de begrippen coalitie en oppositie

Slide 11 - Tekstslide

4.2 De rechten van burgers in Nederland 

Klassieke grondrechten (uit 1848) en zorgen ervoor dat burgers in vrijheid kunnen leven

  • het recht op gelijke behandeling
  • het recht van vrije meningsuiting
  • het recht op privacy
  • vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
  • het recht van vereniging, vergadering en betoging
  • 1919 algemeen kiesrecht


Slide 12 - Tekstslide

4.2 De rechten van burgers in Nederland 

Sociale grondrechten (vanaf 1983) beschermen de burgers tegen slechte leefomstandigheden

  • recht op bestaanszekerheid
  • recht op onderwijs
  • recht op woonruimte

Slide 13 - Tekstslide

2e kamer: 150 zetels

Coalitie bestaat nu uit 76 zetels
Oppositie bestaat uit 74 zetels

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide