Les 20 november stam

• NT2
• Basisschool
• Groep 6,7

Nederlands

Donderdag 20 november 2024

Groep  DEP 2

Juf Elise

Please go to www.lessonup.com

Wat gaan we doen?

What?                      Ik vind en schrijf de werkwoorden

Why?                       Ik kan Nederlands werkwoord gebruiken

How?                       Ik gebruik de juiste vorm van het werkwoord

Kleur eerst de werkwoorden in deze tekst

Zoek de werkwoorden

Op de Optimist International school komen de Rommelpieten langs

's Nachts lopen de Rommelpieten door de donkere gangen.

Op de tafels gooien ze pennen en schriften.

Van de stoelen willen ze een muur bouwen.

Uit de kasten haalt grote Piet stapels boeken.

De boeken liggen overal op de grond verspreid.

In de prullenbakken stoppen ze kleine cadeautjes.

Met stoepkrijt schrijven de pieten op het bord: "Groetjes van de Rommelpieten!"

Onder de banken verstopt de kleinste piet pepernoten en snoep.

De school ziet er de volgende ochtend heel rommelig uit.

Bij binnenkomst kijken de kinderen verbaasd naar de chaos.

Met veel lawaai ontdekken ze de verrassingen.

Uit de prullenbak halen ze lachend de cadeautjes.

Op het bord lezen alle kinderen de grappige tekst.

Met hun juf moeten de kinderen opruimen.

Gelukkig vinden ze steeds meer pepernoten.

In een hoek ligt een grote zak met lekkers.

De kinderen lachen om de streken van de Rommelpieten.

Aan het eind van de dag is de klas weer netjes.

De kinderen hopen stiekem dat de Rommelpieten volgend jaar terugkomen. .

Kleur nu 'wie het doet' in deze tekst

Weet je nog? 

Als je een werkwoord vervoegt, heet de ik-vorm de stam...

Je haalt 'en' van het werkwoord af.

rekenen-reken (to calculate)

rusten-rust (to rest)

wat is de stam van fietsen?

Wat is de stam van tekenen?

Wat is de stam van stoppen?

Wat is de stam van stemmen?

Wat is de stam van schrijven?

Wat is de stam van erven

Wat is de stam van kiezen?

Wat is de stam van bonzen

EE

Hoor je de EE in het werkwoord? leven, geven, lezen

Dan schrijf je die als ee in de stam.

Leven- ik leef (to live)

Geven- ik geef (to give)

Lezen- ik lees (to read)

AA

Hoor je de AA in het werkwoord? haten, draven, grazen

Dan schrijf je die als aa in de stam.

haten- ik haat (to hate)

draven- ik draaf (to trot)

grazen- ik graas (to graze)

oo

Hoor je de AA in het werkwoord? hopen, dromen, lopen

Dan schrijf je die als oo in de stam.

hopen- ik hoop (to hope)

dromen- ik droom (to dream)

lopen- ik loop (to walk)

Wat is de stam van eten

Wat is de stam van dragen

Wat is de stam van dromen

Wat is de stam van kopen

Wat is de stam van legen

Wat is de stam van klagen

Quiz

De stam is de ik-vorm
Wat is de stam ven het werkwoord worden (to become)

1. wordt
2. worden
3. word
4. woord

De stam is de ik-vorm
Wat is de stam van het werkwoord verhuizen (to move).

1. verhuiz
2. verhuis
3. verhus
4. verhuizt

De stam is de ik-vorm.
Wat is dan de stam van lopen?

1. loopt
2. liep
3. lopen
4. loop

De stam is de ik-vorm.
Wat is dan de stam van fietsen?

1. fietsen
2. fiets
3. fietste
4. fietst

De stam is de ik-vorm
Wat is de stam van het werkwoord rijden

1. rijdt
2. rijd
3. rijt
4. rijdet

De stam is de ik-vorm
Wat is de stam van het werkwoord vinden.

1. vind
2. vint
3. vindt
4. vindet