3.3 deel 2

Today
Recap last lesson
Check homework
Revise grammar: Question tags
Independent work 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Today
Recap last lesson
Check homework
Revise grammar: Question tags
Independent work 

Slide 1 - Tekstslide

Question tags

Slide 2 - Tekstslide

Question tags
 Question tags zijn de korte vragen die je regelmatig terugziet aan het einde van een Engelse zin. Je zou ze kunnen vertalen met "toch?" of "hè?".

Slide 3 - Tekstslide

Question Tags repeat

Slide 4 - Tekstslide

Question tags 
Na een bevestigende zin ( + ),
komt een ontkennende ( - ) en andersom.
You're at school, aren't you?
He can't hear me, can he?
Hi there, it's Sharon, isn't it?

Slide 5 - Tekstslide

Question tags
You don’t smoke cigarettes, do you?
Donna speaks English really well, doesn’t she?
Sheila went to the theatre last week, didn’t she?

Slide 6 - Tekstslide

Question tags
Nl: 
'Jij bent 14 maart jarig, is het niet?'
'Zij is arts, toch?'
-controlevraag-

-uitnodiging tot antwoorden-

Slide 7 - Tekstslide

Question tags 

  1. Kijk naar de normale zin: is die positief (+) of negatief (-)?
  2. Schrijf bij een positieve zin de negatieve vorm van het werkwoord achter de zin 
    Schrijf bij een negatieve zin de positieve vorm van het werkwoord achter de zin.

Slide 8 - Tekstslide


You aren't hungry,

Thomas works fulltime,

We could help,


are you?

doesn't he?

Couldn't we?

Question tags

Question tag is een aangeplakte vraag.

- als de hoofdzin - is, is de question tag + en andersom.

- je gebruikt het onderwerp en werkwoord.


Slide 9 - Tekstslide

Examples of question tags
It is nice weather, isn't it?
We are late, aren't we?
He works very hard, doesn't he?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Je gebruikt een 'question tag' om:
twee vragen tegelijk te stellen
te checken of iets klopt omdat je het niet zeker weet
jouw gelijk te halen bij iemand
te laten zien dat jij alles al weet

Slide 12 - Poll

Question tags.
Sue can't dance, ................ ?
A
can't she
B
can she
C
doesn't she
D
does she

Slide 13 - Quizvraag

Question Tags

This boy is crazy, ...?
A
is it
B
is he
C
isn't it
D
isn't he

Slide 14 - Quizvraag

Question tags

You have never been in Paris,_____?
A
haven't you
B
do you?
C
didn't you?
D
have you?

Slide 15 - Quizvraag

Question Tags, complete:
Sara hasn't got a lot of friends, ...?

A
does Sara
B
doesn't Sara
C
has Sara
D
hasn't she

Slide 16 - Quizvraag

Question Tags, complete:
These women are nice, ...?
A
are they
B
aren't they
C
are she
D
aren't she

Slide 17 - Quizvraag

Question Tags

Pete and I are sick, ...?
A
are we
B
aren't we
C
are we
D
aren't we

Slide 18 - Quizvraag

Question tags are easy, ________?

Slide 19 - Open vraag

Question tags!
Peter can't sing, ______?

Slide 20 - Open vraag

Question tags!
She's not mad, ______?

Slide 21 - Open vraag

Question tags!
We are playing a quiz, ______?

Slide 22 - Open vraag

Independent work
3.3 ex. 6, 7, 8, 9, 10 Test jezelf
Homework for Thursday
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide