Bijeenkomst 2 Communicatie

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Opvoeden van het kindBeroepsopleidingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bijeenkomst 2
Communicatie
Opdracht: challenge / loopbaan

Slide 2 - Tekstslide

Wat is communicatie?

Slide 3 - Woordweb

Wat is communicatie?
Alles is communicatie
Het uitwisselen van informatie op welke manier dan ook
Er is een:  Zender en een Ontvanger
Verbaal en non-verbaal: niet alleen met woorden maar ook met gebaren, door oogcontact, je gezichtsuitdrukking enz 
Ook: lachen, huilen, emoties

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

ZBMO
Z = Zender, geeft een boodschap door
B = Boodschap, wat de Zender te zeggen heeft
M = Middel/ Medium, een informatiedrager
O = Ontvanger, diegene aan wie de Boodschap is gericht

Feedback = terugkoppeling van ene persoon naar de andere (zowel O naar Z maar ook andersom)


Slide 6 - Tekstslide

Zoek op wat het begrip Coderen en Decoderen betekent

Slide 7 - Woordweb

Coderen = de manier waarop je de boodschap vormgeeft zodat hij overkomt zoals je bedoelt (door Zender)


Decoderen = de boodschap omzetten in een betekenis (door Ontvanger)

Slide 8 - Tekstslide

Interactie 
Je communiceert voortdurend: voortdurende uitwisseling van informatie
In een gesprek: zowel zender als ontvanger tegelijk
Actief luisteren is tevens vorm van zenden

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 
  • Maak tweetallen.
  • Eén van de tweetallen tekent iets op een blaadje. De buurman/buurvrouw mag dit niet zien.
  • Vervolgens gaan jullie met de rug naar elkaar toe zitten en moet de persoon die niet getekend heeft dezelfde tekening op zijn papier krijgen.
  • Hoe pakken jullie dit aan?

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht verschillende manieren van communiceren 
Mensen kunnen op verschillende manieren communiceren:
  • Eenzijdige communicatie
  • Tweezijdige communicatie
  • Verbale communicatie
  • Non-verbale communicatie
Zoek in het boek de behorende theorie en verwerk dit in de padlet

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Eenzijdige communicatie
er is een eenrichtingsverkeer. Direct reageren kan niet. Bijvoorbeeld bij de radio of tv.

Tweezijdige communicatie = de ontvanger en zender reageren op elkaar. Er is interactie.
Verbale communicatie = met woorden (gesproken of geschreven)


Non-verbale communicatie = zonder woorden


Slide 13 - Tekstslide

Inhouds- en relatieaspect 
  • Inhoudsaspect = de boodschap zelf
  • Relatieaspect = hoe zender zichzelf ziet in relatie tot de ontvanger. Oftewel: de manier waarop je iets zegt; intonatie/ toon
  • Hiermee laat je blijken wat je van de ander of zijn/ haar actie vindt

Slide 14 - Tekstslide

Belang van non-verbale communicatie
  • Effect van non-verbale communicatie is GROTER dan die van verbale communicatie (woorden)
  • Non-verbale communicatie VERSTERKT de boodschap of de manier waarop de boodschap ontvangen wordt
  • Voorbeelden: gapen, met vingers tikken, vuist maken, in vuist bijten, gezichtsuitdrukking, schouders ophalen
  • Met non-verbale communicatie laat je zien wat voor GEVOEL de boodschap jou geeft
  • Bv je laat merken of je een gesprek interessant vindt (actief luisteren) of juist wil beëindigen (passief, ongeïnteresseerd)


Slide 15 - Tekstslide

Actief vs passief luisteren 
  • Bekijk de scene uit The Big Bang Theory

Vragen:

  • Hoe laat Amy merken dat het verhaal van Sheldon haar niet interesseert?
  • Welke non-verbale communicatie gebruikt ze als ze ineens wel actief gaat luisteren?
  • Welk effect heeft dat op de zender (Sheldon)?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat valt nog meer onder non-verbale communicatie? Welke voorbeelden kun je geven?

Slide 18 - Woordweb

Nog meer non-verbale communicatie
  • lichaamshouding
  • gezichtsuitdrukking
  • gebaren
  • aanraking 
  • nabijheidsgedrag
  • oogcontact
  • stemklank, toonhoogte

Slide 19 - Tekstslide

Communicatie en afstand
Communicatie hangt ook samen met de afstand die je tot elkaar bewaart. De afstand die mensen ten opzichte van elkaar houden, bepaalt in belangrijke mate met wie je contact hebt. 

Zoek in het boek: De verschillende zones waarin mensen contact zoeken.

Slide 20 - Tekstslide

De verschillende zones waarin mensen contact zoeken.

Slide 21 - Woordweb

De verschillende zones waarin mensen contact zoeken:
  • intieme
  •  persoonlijke
  • sociale
  • publieke - zone 

Slide 22 - Tekstslide

Communicatie storingen
Er zijn allerlei zaken die de communicatie kunnen verstoren. 
Dit noemen we RUIS.
Ruis: omvat alle factoren bij zender, bij de ontvanger en in de omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren.

Slide 23 - Tekstslide

Communicatie stijl
Ieder mens heeft een typerende manier van communiceren. Denk aan verschillen in tempo van praten, of je veel of weinig vertelt, of je veel of nauwelijks vragen stelt. Je eigen communicatie stijl kennis is nodig om deze zo nodig meer effectief te maken.

Slide 24 - Tekstslide

Wat zie je in dit filmpje? 


Wat valt je op?
Neem alle onderdelen mee die we tot nu toe behandeld hebben.
  1. Soorten communicatie
  2. communicatiestijl
  3. Ruis
  4. Zones
  5. inhoud / relatieaspect
  6. interactie 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Opdracht woordspin/mindmap 
Maak een woordspin / mindmap van het begrip diversiteit!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Verschil in cultuur
De volgende filmpjes gaan over de verschillen in communicatie zoals we deze kunnen tegen komen . Het is altijd goed om te weten welke cultuur welke gewoontes heeft, zodat je hier rekening mee kan houden in de communicatie. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Opdrachten
Challenge
Loopbaan

Slide 35 - Tekstslide