Spaans unidad 1 H3C

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué vamos a hacer? 
  • Módulo siete 
  • Lista de vocabulario 
  • ¡A escuchar! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Repasar
  • Los verbos

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preposiciones de lugar

Slide 4 - Tekstslide

preposiciones de lugar = plaatsbepalingen 
Preposiciones de lugar 
debajo (de) 
onder 
encima (de) 
(boven) op
al lado de 
naast 
delante (de)
voor 
detrás (de)
achter
a la derecha 
rechts 
a la izquierda 
links 
entre
tussen
en
in / op
¡OJO! de + el = del 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haz las actividades 1 y 2
en la página catorce
¿Listos? Hoofdstuk 0 is herhaling, werk zelfstandig aan hoofdstuk 0.
                Begin bij vraag 4

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las respuestas 
1. en su habitación. 
2. al lado de la ventana / encima de la cama
3. a la derecha de la cama 
4. Hay un ordenador / una caja
5. Hay una lámpara, una pelota y una mesita

A. encima de 
B. entre
C. encima de 
D. delante de 
E. fuera de 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trayecto extra
  • Haitam 
  • Tesnim 
                                                   

                                           Maandag het 1e uur in P1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A escuchar!
Ejercicio 3: ¿verdadero o falso?

Waar let je op tijdens het luisteren? 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. 
Lees nu de dialoog en controleer
Welke woordenschat is nog onbekend? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las respuestas
a.  falso                       (caben muchas cosas en él)
b.  verdadero 
c. falso                        (es un ordenador de mesa)
d. falso                        (es pequeño para su ordenador nuevo)
e. falso                        (todo está muy ordenado)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.
Haz actividad 
en la página quince

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las respuestas
1. un escritorio - para estudiar o escribir
2. un (ordenador) portátil - para buscar en Internet
3. un libro - para leer 
4. un armario - para guardar cosas
5. una cama - para dormir 
6. un espejo - para mirarse en él. 
 
tip: leer jezelf aan dat je er meteen het lidwoord bijschrijft, zodat je meteen leert of een woord mannelijk of vrouwelijk is.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Describir un objeto
¿Cómo es? 
Es... grande, pequeño, cuadrado, redondo, rectangular, blando, duro.

¿De qué es?
Es de ... plástico, metal, cristal, cuero, madera. 

¿Para qué sirve?  ¿Para qué se usa?   
Sirve para... / se usa para...        + infinitivo (heel werkwoord)           voorbeeld: leer, escuchar 

Singular/plural? >> Let goed op dat je de woorden aanpast als je een voorwerp in het meervoud omschrijft. Voorbeeld: son cuadrados, se usan para ..., sirven para... etcetera.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd over?
Zet de woordenschat alvast in je Ipad, of leer de woordjes op een manier die jij prettig vindt! 
Wil je extra uitleg? Steek je vinger dan op! 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot woensdag!
  • Woordenschat bijhouden 

Tip: Ga de woordenschat geen uren leren. 
Je kan beter vaker leren en dan maar 10 minuutjes. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies