In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Interest
Berekening eindsom
bedrag 2500
interest 2,5%
na 4 jaar hoeveel geld
jaar 1 2500*1,025=2562,50
jaar 2 2562,50*1,025=2626,56
jaar 3 2626,56*1,025=2692,23
jaar 4 2692,23*1,025=2759,53
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel heb je gespaard wanneer je 10.000 tegen 5% 4 jaar vast zet 2 cijfers achter de komma
Slide 2 - Open vraag
Hoeveel rente is ontvangen in het tweede jaar
Slide 3 - Open vraag
Maria heeft een belastbaar inkomen van 50.000,-
Hoeveel inkomsten belasting moet zij betalen
Zie tabel Dukers en Baelemans.
Zonder heffings kortingen
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel inkomsten belasting moet Jan betalen met een belastbaar inkomen van € 60.000, afronden op hele euro's
Slide 5 - Open vraag
Box 3
Inkomen uit vermogen
Wat is vermogen?
Schuldendrempel
Heffingsvrij vermogen
Voordeel sparen en beleggen
Te betalen IB (30%)
Slide 6 - Tekstslide
Welk van de volgende vermogens bestanddelen worden niet in Box 3 belast
A
Aandelen
B
Auto voor privé gebruik
C
Vakantie woning
D
Kunstverzameling
Slide 7 - Quizvraag
Box 3 berekening, hoeveel belasting Tim en Karin hebben een eigen woning van € 200.000,- met een hypotheek van € 190.000,- inboedel van € 30.000,- en een auto van € 13.000,- Spaargeld € 180.000,- en een beleggingsrekening met € 25.500,
Slide 8 - Open vraag
Nu hebben ze een schuld van € 10.400,- Hoeveel belasting moeten ze nu betalen?
Slide 9 - Open vraag
Netto lasten bij een box 1 krediet
rente is aftrekbaar tegen het percentage IB
Aflossing is niet aftrekbaar
eerste rente uitrekenen en dan de de belasting eruit halen
Slide 10 - Tekstslide
Jan en Paula hebben een box 1 krediet van € 25.000,- rente is 7% de annuïteit is € 290,- en de rente is € 1693,- Wat zijn de nettolasten van deze lening bij een IB percentage van 38,1% op jaarbasis (afronden op hele euro's)