HAH7 les 7 nauwkeurigheid van BI

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

79 van de 200 ondervraagden heeft een rijbewijs. Wat is de proportie p?
A
79
B
0,79
C
79/200
D
200/79

Slide 3 - Quizvraag




Bij een onderzoek naar woningtypen bleek dat van de 26580 respondenten er 10098 in een rijtjeshuis wonen.
A
p=26580/10098 n=26580
B
p=10098/26580 n=26850
C
p=26580/10098 n=10098
D
p=10098/26580 n=10098

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide



46 van de 575 zijn rood.
Bereken de rechtergrens van het 95%-BI
A
0,08+25750,08(10,08)
B
0,0825750,08(10,08)
C
25750,08(10,08)
D
25750,08(10,08)

Slide 6 - Quizvraag




Het BI is [220 ; 250]. Wat is het gemiddelde?
A
220
B
250
C
30
D
235

Slide 7 - Quizvraag

Het 95%-BI voor de proportie is
[0,374 ; 0,396]. Kan de populatieproportie 0,40 zijn?
A
nee want 0,40 is niet het midden van het BI
B
ja want afgerond is de rechtergrens 0,40
C
nee want 0,40 ligt niet in het BI
D
je hebt te weinig gegevens

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is [0,29 ; 0,35]
wat is de breedte van dit BI?
(vul alleen een getal in)
GR

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de breedte van het 95% betrouwbaarheidsinterval
A
24
B
12
C
107
D
95

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de breedte van het 95% betrouwbaarheidsinterval
A
0,01
B
0,02
C
0,04
D
0,08

Slide 14 - Quizvraag

Bij een steekproef (n=10) komt een onderzoeker tot het volgende 95%-BI [187 ; 233].
Kan het populatiegemiddelde 127 zijn?
A
nee, 127 ligt ver buiten het BI
B
ja, steekproef n = 10 is veel te klein
C
ja , misschien is de steekproef niet representatief
D
niet genoeg gegevens om daar iets over te zeggen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat heeft invloed op de nauwkeurigheid van een 95%-betrouwbaarheidsinterval?
A
Het steekproefgemiddelde
B
De grootte van de steekproef

Slide 17 - Quizvraag

steekproef A: n=100 en p=0,32
steekproef B: n=400 en p=0,32
welk 95%-BI is nauwkeuriger?
A
A
B
B
C
allebei even nauwkeurig
D
kun je niet weten

Slide 18 - Quizvraag



n=38, X=66 en S=2,8. Bereken de breedte van het BI
GR

Slide 19 - Open vraag

welk 95%-BI is nauwkeuriger?
A: [4053 gram ; 4349 gram]
B: [4,1 kg ; 4,3 kg]
A
A
B
B
C
allebei even nauwkeurig
D
kun je niets van zeggen want je weet n niet

Slide 20 - Quizvraag

als je een BI afrondt, wordt het betrouwbaarder als het breder wordt
A: [4053 gram ; 4349 gram]
B: [4,1 kg ; 4,3 kg]
A
A is betrouwbaarder
B
B is betrouwbaarder

Slide 21 - Quizvraag



n=210, X=180 en S=9,8. Bereken BI (intervalnotatie)
GR

Slide 22 - Open vraag



p=0,12 en n=11733. Bereken BI (intervalnotatie)
GR

Slide 23 - Open vraag



X=180, S=9,8 en n=210. Bereken het 95%-BI
GR
A
[0,05;0,10]
B
[0,057;0,102]
C
[0,06;0,10]
D
[0,057;0,103]

Slide 24 - Quizvraag



Van zwarte auto's is het 95%-BI [0,244 ; 0,296]
Bereken p.
GR
A
0,013
B
0,026
C
0,27
D
0,54

Slide 25 - Quizvraag

maak 54, 56, 57, 58

Slide 26 - Tekstslide

Bij een onderzoek naar het roken van sigaretten worden 840 volwassenen ondervraagd. Hiervan blijken er 235 te roken. Bereken het 95% betrouwbaarheidsinterval voor de proportie volwassenen die roken.

Slide 27 - Open vraag

Wat als we een grotere steekproef hadden genomen?
A
Dat maakt niets uit voor het betrouwbaarheidsinterval
B
Dat wordt het betrouwbaarheidsinterval groter
C
Dan wordt het betrouwbaarheidsinterval kleiner
D
Kun je niks van zeggen

Slide 28 - Quizvraag


Jochem doet onderzoek naar de kleur van de personenauto's die in Nederland rondrijden. Hij noteert van 575 auto's de kleur. Van de proportie zwarte auto's is het 95%-betrouwbaarheidsinterval [0,224 ; 0,296].
a) Bereken in twee decimalen nauwkeurig de steekproefproportie van het aantal zwarte auto's in de steekproef. 

Slide 29 - Open vraag

Van de 110 leerlingen hadden 48 leerlingen een voldoende.
Wat is het 95 % betrouwbaarheidsinterval?

Slide 30 - Open vraag

Van 40 meisjes van 11 maanden is het gemiddelde gewicht 9180 gram en de standaardafwijking 1060 gram. Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval.

Slide 31 - Open vraag



Wat is de ondergrens van het 95% betrouwbaarheidsinterval met X = 15, S = 12 en n = 100

Slide 32 - Open vraag



Wat is het 95% betrouwbaarheidsinterval bij
p = 0,5 en n = 230?

Slide 33 - Open vraag

Bij een onderzoek naar overgewicht bij katten in Nederland blijken van de 200 katten 70 katten te dik.
Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval van het aantal katten in Nederland dat te dik is.

Slide 34 - Open vraag

Betrouwbaarheidsinterval voor de populatieproportie
Betrouwbaarheidsinterval voor een populatiegemiddelde
Kwalitatieve variabele
Kwantitatieve variabele

Slide 35 - Sleepvraag