M2: section D: on répète semaine 1,2,3

Section D
on répète: semaine 1,2,3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Section D
on répète: semaine 1,2,3

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu vois? Ecris aussi l'article: le, la, l', les

Slide 2 - Open vraag

Qu'est-ce que tu vois? Ecris aussi l'article: le, la, l', les

Slide 3 - Open vraag

Qu'est-ce que tu vois? Ecris aussi l'article: le, la, l', les

Slide 4 - Open vraag

Qu'est-ce que tu vois? Ecris aussi aussi la couleur, par exemple:
Le pantalon est bleu.

Slide 5 - Open vraag

Qu'est-ce que tu vois? Ecris aussi aussi la couleur, par exemple:
Le pantalon est bleu.

Slide 6 - Open vraag

Traduis: de etalage

Slide 7 - Open vraag

Traduis: de uitverkoop

Slide 8 - Open vraag

Traduis: Wat is uw maat?

Slide 9 - Open vraag

Traduis: Nog een fijne dag!

Slide 10 - Open vraag

De passé composé

Slide 11 - Tekstslide

de passé composé
Bestaat uit twee delen:

een hulpwerkwoord (avoir of être)
en
een voltooid deelwoord

bijv: ben geweest, heeft gedaan, hebben gelopen

Slide 12 - Tekstslide

het hulpwerkwoord.
Schrijf het rijtje op van avoir: j'ai, etc..

Slide 13 - Open vraag

Hoe maak je in het Frans van een ww. op -er een voltooid deelwoord.

Slide 14 - Open vraag

Onregelmatige ww.
Wat is het voltooid deelwoord van 'voir' (zien)?

Slide 15 - Open vraag

Onregelmatige ww.
Wat is het voltooid deelwoord van 'faire' (doen/maken)?

Slide 16 - Open vraag

Onregelmatige ww.
Wat is het voltooid deelwoord van 'boire' (drinken)?

Slide 17 - Open vraag

Maak de passé composé (dus 2 delen)

Tu __ __ un coca. (boire)

Slide 18 - Open vraag

Maak de passé composé (dus 2 delen)

Elle __ __ une série. (regarder)

Slide 19 - Open vraag

Maak de passé composé (dus 2 delen)

Ils __ __ des crocodiles. (voir)

Slide 20 - Open vraag

Maak de passé composé (dus 2 delen)

Vous __ __ une chanson. (chanter)

Slide 21 - Open vraag

Maak de passé composé (dus 2 delen)

Nous __ __ une tarte. (faire)

Slide 22 - Open vraag